In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 7 februari 2024, is de bevoegdheid van de rechtbank aan de orde in een civiele procedure. De zaak betreft een incident waarin de opposant, die zowel in privé als in de uitoefening van haar bedrijf handelde, een beroep deed op de vernietiging van een forumkeuzebeding. Dit forumkeuzebeding was opgenomen in de algemene voorwaarden van de overeenkomst van opdracht tussen de partijen. De opposant stelde dat het forumkeuzebeding op de zwarte lijst staat volgens artikel 6:236 sub n BW, en dat zij als consument recht had op een andere bevoegde rechter. De rechtbank oordeelde echter dat de opposant niet uitsluitend als consument handelde, maar ook in de hoedanigheid van bestuurder van haar bedrijf. Hierdoor was het forumkeuzebeding niet van toepassing. De rechtbank verklaarde zich bevoegd om van het geschil kennis te nemen en wees de incidentele vordering van de opposant af. Tevens werd de opposant veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak zal op 21 februari 2024 opnieuw op de rol komen voor beraad over een mondelinge behandeling.