Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
officier van justitiehaar visie mede over het stellen van prejudiciële vragen, overeenkomstig haar op schrift gestelde standpunt verwoord in haar e-mailbericht van 19 augustus 2024. De inhoud daarvan dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. Een kopie van het schriftelijk standpunt van de officier van justitie maakt als bijlage deel van dit proces-verbaal uit. Zij voegt daar het volgende aan toe:
de voorzitterhet volgende mede.
schorsthet onderzoek
voor onbepaalde tijd, in afwachting van de reactie van de Hoge Raad op de door de rechtbank gestelde prejudiciële vragen en om verdachte in de gelegenheid te stellen zijn raadsman te consulteren.