In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 3 september 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een melkveehouder die in 2018 meer fosfaat heeft geproduceerd dan toegestaan op basis van de fosfaatrechten die op zijn bedrijf rustten. De verdachte, geboren in 1970 en wonende te Oeffelt, werd beschuldigd van het opzettelijk overschrijden van de fosfaatrechten door een overschot van 312,6 kilogram fosfaat te produceren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in zijn vervolging. Tijdens de zitting zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder een dierenarts en medewerkers van de NVWA, die bevestigden dat de verdachte in 2018 geen weide- en zoogkoeien had, maar alleen melkkoeien. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zijn administratie niet correct had bijgehouden en dat hij opzettelijk had gehandeld door dieren administratief om te boeken om zo de fosfaatrechten te omzeilen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 3.500,--, waarbij rekening is gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen en dat hij economisch voordeel heeft genoten ten opzichte van andere bedrijven die zich wel aan de wet hielden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op 9 september 2024.