Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Oost-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, heeft Noord Auto B.V. een vordering ingesteld tegen een consument, hierna te noemen [gedaagde], tot betaling van de koopprijs van een Mercedes SL uit 1957. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een koopovereenkomst is gesloten tussen partijen, maar dat de vordering tot betaling van de koopprijs is verjaard. De auto is op 20 september 2018 afgeleverd, en de rechtbank oordeelt dat de koopprijs op dat moment opeisbaar was. Noord Auto heeft echter niet kunnen aantonen dat er een afspraak was gemaakt over een latere betaling van de koopprijs. De rechtbank heeft geoordeeld dat de consument, [gedaagde], de auto als consument heeft gekocht en dat de verjaringstermijn van twee jaar, zoals vastgelegd in artikel 7:28 van het Burgerlijk Wetboek, is verstreken op 20 september 2020. Hierdoor is de vordering van Noord Auto afgewezen. Tevens is Noord Auto veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde], die zijn begroot op € 6.313,00.