Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig lichamelijk letsel, te weten een hersenschudding en/of de tijdelijke verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden voor voornoemde [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad
terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een hersenschudding en/of de tijdelijke verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ten gevolge heeft gehad.
De formele voorvragen.
Onderzoek Kransmunt.
Het standpunt van de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging.
Het oordeel van de rechtbank.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
zware mishandeling;
mishandeling.
jeugddetentie voor de duur van 4 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht
waarvan 2 maanden voorwaardelijken een proeftijd van 2 jaren
- dat veroordeelde meewerkt aan dagbesteding, in de vorm van werk en/of onderwijs;
- dat veroordeelde gedurende één jaar meewerkt aan begeleiding die gericht is op het herkennen van denkfouten, het nemen van verantwoordelijkheid voor eigen gedragskeuzes en het ontwikkelen van adequate (coping- en sociale) vaardigheden en een realistisch, genuanceerd en voldoende positief zelfbeeld;
- dat veroordeelde zich gedurende een door de gecertificeerde instelling, te weten Jeugdbescherming Brabant te Helmond, te bepalen periode en op door de gecertificeerde instelling te bepalen tijdstippen zal melden, zo vaak en zo lang die instelling dat gedurende de proeftijd noodzakelijk acht en de daaruit voortvloeiende afspraken/aanwijzingen van de jeugdzorgwerker zal volgen.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het jeugdreclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.