ECLI:NL:RBOBR:2024:4158

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
6 september 2024
Publicatiedatum
5 september 2024
Zaaknummer
01.144388.23
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor aanranding, bedreiging, dwang, grooming en bezit van kinderporno met terbeschikkingstelling en gevangenisstraf

Op 6 september 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 32-jarige man, die werd beschuldigd van meerdere ernstige strafbare feiten, waaronder aanranding, bedreiging, dwang, grooming en bezit van kinderporno. De rechtbank oordeelde dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was en legde een gevangenisstraf op van 15 maanden, alsook de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden. Deze voorwaarden omvatten opname in een zorginstelling en aansluitende ambulante behandeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het bedreigen van meerdere slachtoffers via sociale media, waarbij hij hen dwong tot het maken en versturen van seksuele foto's en video's. De rechtbank wees ook vorderingen van benadeelde partijen toe tot vergoeding van immateriële schade. De zaak was aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 31 augustus 2023, en de rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding bevestigd. De verdachte erkende grotendeels de feiten, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak van bepaalde tenlastegelegde feiten. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, en legde de straf en maatregelen op, waarbij ook rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer: [01.144388.23]
Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.144388.23
Datum uitspraak: 06 september 2024
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1992] ,
gedetineerd in de penitentiaire inrichting te Grave.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 2 oktober 2023, 11 december 2023, 4 maart 2024, 31 mei 2024 en 23 augustus 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 31 augustus 2023.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 31 mei 2024 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 13 mei 2023 tot en met 20 mei 2023 te Eindhoven en/of te Apeldoorn, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door via Snapchat contact te leggen/hebben met [slachtoffer 1] en/of te zeggen - zakelijk weergegeven - dat hij wist waar ze woonde en/of haar adres aan haar door te geven en/of
die [slachtoffer 1] veelvuldig te bellen en/of berichtjes te sturen en/of
haar een foto te sturen van het parkje in haar straat en/ofte zeggen - zakelijk weergegeven - dat hij naar haar huis zou komen als ze niet deed wat hij wilde en/of
dat hij haar mee zou nemen in een auto en haar zou verkrachten en/of
dat als zij geen haarborstel bij zichzelf zou inbrengen en daar een filmpje van naar hem zou sturen, hij met een hele groep naar haar toe zou komen,[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het brengen van haar vinger(s) en/of een haarborstel in haar vagina en/of het strelen van haar borsten en/of het filmen van die ontuchtige handelingen en/of naar hem, verdachte, sturen van die filmpjes;
2.
hij in of omstreeks de periode van 13 mei 2023 tot en met 20 mei 2023 te Eindhoven en/of te Apeldoorn, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, een ander, te weten
[slachtoffer 1] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 1] , en/of door bedreiging met smaad en/of smaadschrift gericht tegen die [slachtoffer 1] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het maken van naaktfoto's en/of filmpjes van seksuele handelingen door die [slachtoffer 1] bij zichzelf en/ofhet versturen van die foto's en/of filmpjes naar hem, verdachte, en/ofhet afspreken met hem, verdachte, bij de Karpendonkse plas in Eindhoven en/of zich naar die Karpendonkse plas begeven,door via Snapchat contact te leggen/hebben met [slachtoffer 1] en/of te zeggen - zakelijk weergegeven - dat hij wist waar ze woonde en/of haar adres aan haar door te geven en/of die [slachtoffer 1] veelvuldig te bellen en/ofberichtjes te sturen en/of haar een foto te sturen van het parkje in haar straat en/of te zeggen - zakelijk weergegeven - dat hij naar haar huis zou komen als ze niet deed wat hij wilde en/of dat hij haar mee zou nemen in een auto en haar zou verkrachten en/of dat hij haar naam en/of foto zou toevoegen aan zijn tijdlijn op Snapchat en/of dat als zij met hem zou afspreken, hij haar daarna met rust zou laten;
3.
hij in of omstreeks de periode van 13 mei 2023 tot en met 20 mei 2023 te Eindhoven en/of te Apeldoorn, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer 1] schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde heeft bedreigd met- verkrachting, en/of- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of- zware mishandeling,door die [slachtoffer 1] via Snapchat berichtjes te sturen en/of daarin te zeggen - zakelijk weergegeven -dat zij foto's van haar billen en/of borsten en/of lichaam moest maken en/ofdat zij filmpjes moest maken terwijl zij zichzelf zou vingeren en/ofdat als zij geen foto's en/of filmpjes zou sturen, hij naar haar huis zou komen en/ofdat hij om de hoek was en/of daarbij een foto van een parkje in haar buurt naar haar toe heeft gestuurd en/ofdat hij haar zou komen halen en/of dat hij haar mee zou nemen in een auto en/ofdat hij haar zou verkrachten en/of neuken en/ofdat als zij het iemand zou vertellen of naar de politie zou gaan, het slecht af zou lopen met haar;4.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 28 februari 2022, althans in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022, te Houten en/of te Apeldoorn, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer 2] schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] via Snapchat en/of Instagram en/of WhatsApp berichtjes te sturen en/of daarin te zeggen - zakelijk weergegeven - dat als zij hem geen naaktfoto's zou sturen, hij haar zou steken;
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 28 februari 2022, althans in of omstreeks de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022, te Houten en/of te Apeldoorn, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, een ander, te weten
[slachtoffer 2] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 2] , heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden,te weten het sturen van een of meer foto's waarop die [slachtoffer 2] poserend en/of in lingerie te zien is naar hem verdachte,door via Instagram en/of Snapchat contact te leggen/hebben met die [slachtoffer 2] en/of
die [slachtoffer 2] berichtjes te sturen en/of daarin te zeggen - zakelijk weergegeven - dat zij hem naaktfoto's moest sturen, anders zou hij haar mishandelen en/of neersteken;6.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2023 tot en met 19 juni 2023 te Apeldoorn en/of Kootstertille, althans in Nederland,door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, te weten via Snapchat,een persoon, te weten [slachtoffer 3] , geboren op [2009 1] , van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 3] te plegen, terwijl verdachte enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, door met die [slachtoffer 3] af te spreken dat ze elkaar op 19 juni 2023 zouden ontmoeten,door haar een luchtfoto te sturen van de ontmoetingsplek en door haar (onder meer) de teksten te sturen ‘wij gaan sowieso neuken daar’ en ‘in je kutje klaar komen’;
7.
hij in of omstreeks de periode van 9 mei 2023 tot en met 13 mei 2023 te Apeldoorn, althans in Nederland, door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, te weten via Snapchat,een persoon, [slachtoffer 4] , geboren op [2010] , van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 4] te plegen, terwijl verdachte enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting,door haar berichtjes te sturen en/of daarin te zetten - zakelijk weergegeven -dat hij met haar wilde afspreken op een plaats waar weinig mensen zijn en/ofdat ze een vriendin mee moest nemen en/ofdie [slachtoffer 4] te vragen hoeveel drank en/of drugs ervoor nodig zou zijn zodat zij alles toe zou laten en/of out zou gaan en/ofte zeggen dat hij twee flessen rode wodka en 15 gram hasj mee zou nemen en/ofte zeggen dat die [slachtoffer 4] een kort topje met inkijk en/of een kort rokje of broekje zonder iets eronder moest dragen en/ofmet die [slachtoffer 4] af te spreken dat ze elkaar op zaterdag in het Gouwebos, althans op een afgesproken plaats en datum, zouden ontmoeten;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 9 mei 2023 tot en met 13 mei 2023 te Apeldoorn, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, aan een persoon, te weten [slachtoffer 4],geboren op [2010] , die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting voor te stellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen en/of een afbeelding van een seksuele gedraging te vervaardigen, waarbij een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt was betrokken,en daarbij enige handeling te ondernemen tot het verwezenlijken van die ontmoeting,die [slachtoffer 4] berichtjes heeft gestuurd en/of daarin heeft gezet - zakelijk weergegeven -dat hij met haar wilde afspreken op een plaats waar weinig mensen zijn en/of dat ze een vriendin mee moest nemen en/ofdie [slachtoffer 4] heeft gevraagd hoeveel drank en/of drugs ervoor nodig zou zijn zodat zij alles toe zou laten en/of out zou gaan en/of gezegd dat hij twee flessen rode wodka en 15 gram hasj mee zou nemen en/ofdat die [slachtoffer 4] een kort topje met inkijk en/of een kort rokje of broekje zonder iets eronder moest dragen en/ofmet die [slachtoffer 4] heeft afgesproken dat ze elkaar op zaterdag in het Gouwebos, althans op een afgesproken plaats en datum, zouden ontmoeten,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;8.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 maart 2023 tot en met 28 mei 2023 te Apeldoorn en/of te Zutphen, althans in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 5] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden, te weten haar zus en/of broer en/of vader,wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te wetenhet sturen van een of meer foto's, waarop die [slachtoffer 5] (deels) naakt en/of in lingerie te zien is, naar hem verdachte,door via Snapchat contact te leggen/hebben met die [slachtoffer 5] en/ofdie [slachtoffer 5] berichtjes te sturen en/of daarin te zetten - zakelijk weergegeven -dat zij hem naaktfoto’s moest sturen, anders zou hij achter haar en/of haar zusje aankomen en/of haar vader en/of broertjeen/of zusje iets aandoen en/of naar haar huis komen en/of haar zusje opzoeken op school;9.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 augustus 2020 tot en met 19 juni 2023 te Apeldoorn, althans in Nederland, telkens afbeeldingen - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten foto's en/of video's - en/of mobiele telefoons (Iphone 14, goednummer 774594) en/of IPhone 8 (goednummer 774595) bevattende foto's en/of video's, van seksuele gedragingen, waarbij telkens iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten:- [slachtoffer 6] , geboren op [2007] , en/of- [slachtoffer 2] , geboren op [2009 1] , en/of- [slachtoffer 4] , geboren op [2010] , en/of- [slachtoffer 1] , geboren op [2006] , en/of- [slachtoffer 3] , geboren op [2009 1] , en/of- [slachtoffer 7] , geboren op [2009 1] , en/of- [slachtoffer 8],geboren op [2007] , en/of- [slachtoffer 5] , geboren op [2007] ,is betrokken of schijnbaar is betrokken,heeft verworven en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft en/of in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:het met (een) vinger(s) vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 4] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,(incident 10)en/of het met (een) vinger(s) en/of een voorwerp (haarborstel) vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 1] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,(incident 1)en/of het geheel of gedeeltelijk naakt en/of in lingerie/ondergoed (laten) poseren van/door die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 5] , althans telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen, en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of
de wijze van kleden en/of de uitsnede van de foto’s nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borsten en/of billen van die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 5] , althans die persoon/personen in beeld worden gebracht, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;(incidenten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 9 en 10)en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in haar vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Beoordeling van het bewijs.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie concludeert tot bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten (wat betreft feit 7 het primair tenlastegelegde).
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouw van verdachte heeft aangevoerd op gronden zoals weergegeven in de overgelegde pleitnota dat:
- vrijspraak wordt bepleit van het onder feit 7 primair tenlastegelegde, omdat er geen
uitvoeringshandelingen hebben plaatsgevonden;
- verdachte de onder 1 tot en met 6, onder 7 subsidiair en onder 8 tenlastegelegde feiten
grotendeels erkent;
- de verdediging zich ten aanzien van feit 9 refereert aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat de tenlastegelegde feiten (wat betreft feit 7 het primair tenlastegelegde) wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
De rechtbank stelt vast dat in het onder feit 5 tenlastegelegde een bestanddeel van de delictsomschrijving van het strafbare feit ontbreekt, te weten: ‘wederrechtelijk’.
De rechtbank overweegt dat uit het verhandelde ter terechtzitting volgt dat voor verdachte en de verdediging duidelijk is dat de tenlastelegging doelt op wederrechtelijk handelen jegens het slachtoffer in de zin van artikel 284, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht en dat van wederrechtelijk handelen in dit geval ook sprake is. Uit het gevoerde pleidooi blijkt ook dat de raadsvrouw ervan uit gaat dat de tenlastelegging ziet op wederrechtelijk handelen van verdachte. Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank het bestanddeel ‘wederrechtelijk’, hoewel niet expliciet tenlastegelegd, wel opnemen in de bewezenverklaring. Verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Door de verdediging is bepleit dat wat betreft de onder feit 7 primair tenlastegelegde gedragingen er geen sprake is van een begin van uitvoering en dat verdachte derhalve van dit feit moet worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte met zijn handelen voldoet aan alle bestanddelen van een voltooid delict als bedoeld in artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht. Hij heeft een ontmoeting voorgesteld met het oogmerk om ontucht te plegen met [slachtoffer 4] , die nog geen zestien jaar oud was. Daarbij is het tot een concreet voorstel gekomen. Verdachte heeft daarmee ‘enige handeling verricht tot het verwezenlijken van de ontmoeting’.

De bewijsmiddelen.

In het geval dat hoger beroep tegen dit vonnis wordt ingesteld worden de bewijsmiddelen opgenomen in een aanvulling op dit verkorte vonnis.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte:
1.

in de periode van 13 mei 2023 tot en met 20 mei 2023 in Nederland, door een feitelijkheid en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten door via Snapchat contact te leggen/hebben met [slachtoffer 1] en te zeggen - zakelijk weergegeven - dat hij wist waar ze woonde en haar adres aan haar door te geven en die [slachtoffer 1] veelvuldig te bellen en berichtjes te sturen en haar een foto te sturen van het parkje in haar straat en te zeggen

- zakelijk weergegeven - dat hij naar haar huis zou komen als ze niet deed wat hij wilde en
dat hij haar mee zou nemen in een auto en haar zou verkrachten en dat als zij geen haarborstel bij zichzelf zou inbrengen en daar een filmpje van naar hem zou sturen, hij met een hele groep naar haar toe zou komen,[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, te weten het brengen van haar vinger(s) en een haarborstel in haar vagina en het strelen van haar borsten en het filmen van die ontuchtige handelingen en naar hem, verdachte, sturen van die filmpjes;
2.
in de periode van 13 mei 2023 tot en met 20 mei 2023 in Nederland,een ander, te weten [slachtoffer 1] , door enige feitelijkheid en door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 1] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te dulden, te weten het maken van naaktfoto's en filmpjes van seksuele handelingen door die [slachtoffer 1] bij zichzelf enhet versturen van die foto's en filmpjes naar hem, verdachte, enhet afspreken met hem, verdachte, bij de Karpendonkse plas in Eindhoven en zich naar die Karpendonkse plas begeven,door via Snapchat contact te leggen/hebben met [slachtoffer 1] en te zeggen - zakelijk weergegeven - dat hij wist waar ze woonde en haar adres aan haar door te geven en die [slachtoffer 1] veelvuldig te bellen en berichtjes te sturen en haar een foto te sturen van het parkje in haar straat en te zeggen - zakelijk weergegeven - dat hij naar haar huis zou komen als ze niet deed wat hij wilde en dat hij haar mee zou nemen in een auto en haar zou verkrachten en dat hij haar naam en foto zou toevoegen aan zijn tijdlijn op Snapchat en dat als zij met hem zou afspreken, hij haar daarna met rust zou laten;
3.
in de periode van 13 mei 2023 tot en met 20 mei 2023 in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met- verkrachting, en- enig misdrijf tegen het leven gericht,
door die [slachtoffer 1] via Snapchat berichtjes te sturen en daarin te zeggen - zakelijk weergegeven - dat zij foto's van haar billen en borsten en lichaam moest maken endat zij filmpjes moest maken terwijl zij zichzelf zou vingeren endat als zij geen foto's en/of filmpjes zou sturen, hij naar haar huis zou komen endat hij om de hoek was en daarbij een foto van een parkje in haar buurt naar haar toe heeft gestuurd en dat hij haar zou komen halen en dat hij haar mee zou nemen in een auto en dat hij haar zou verkrachten en/of neuken en dat als zij het iemand zou vertellen of naar de politie zou gaan, het slecht af zou lopen met haar;4.
in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022 in Nederland,
[slachtoffer 2] schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 2] via Snapchat en/of Instagram en/of WhatsApp berichtjes te sturen en daarin te zeggen - zakelijk weergegeven - dat als zij hem geen naaktfoto's zou sturen, hij haar zou steken;5.
in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2022, in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 2] , door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 2] , wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten het sturen van een of meer foto's waarop die [slachtoffer 2] poserend (in lingerie) te zien is naar hem verdachte,door via Instagram en/of Snapchat contact te leggen/hebben met die [slachtoffer 2] en
die [slachtoffer 2] berichtjes te sturen en daarin te zeggen - zakelijk weergegeven - dat zij hem naaktfoto's moest sturen, anders zou hij haar mishandelen en neersteken;
6.
in de periode van 1 juni 2023 tot en met 19 juni 2023 in Nederland, met gebruikmaking van een communicatiedienst, te weten via Snapchat,een persoon, te weten [slachtoffer 3] , geboren op [2009 1] , van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 3] te plegen, terwijl verdachte enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, door met die [slachtoffer 3] af te spreken dat ze elkaar op 19 juni 2023 zouden ontmoeten, door haar een luchtfoto te sturen van de ontmoetingsplek en door haar (onder meer) de teksten te sturen ‘wij gaan sowieso neuken daar’ en ‘in je kutje klaar komen’;
7. primair
in de periode van 9 mei 2023 tot en met 13 mei 2023 in Nederland, met gebruikmaking van een communicatiedienst, te weten via Snapchat,een persoon, [slachtoffer 4] , geboren op [2010] , van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 4] te plegen, terwijl verdachte enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting,door haar berichtjes te sturen en daarin te zetten - zakelijk weergegeven - dat hij met haar wilde afspreken op een plaats waar weinig mensen zijn en dat ze een vriendin mee moest nemen en die [slachtoffer 4] te vragen hoeveel drank en/of drugs ervoor nodig zou zijn zodat zij alles toe zou laten en out zou gaan en te zeggen dat hij twee flessen rode wodka en 15 gram hasj mee zou nemen en te zeggen dat die [slachtoffer 4] een kort topje met inkijk en/of een kort rokje of broekje zonder iets eronder moest dragen en met die [slachtoffer 4] af te spreken dat ze elkaar op zaterdag in het Gouwebos, zouden ontmoeten;
8.
in de periode van 20 maart 2023 tot en met 28 mei 2023 in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 5] , door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en derden, te weten haar zus en broer en vader, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten het sturen van een of meer foto's, waarop die [slachtoffer 5] (deels) naakt en/of in lingerie te zien is, naar hem verdachte,door via Snapchat contact te leggen/hebben met die [slachtoffer 5] en die [slachtoffer 5] berichtjes te sturen en daarin te zetten - zakelijk weergegeven -dat zij hem naaktfoto’s moest sturen, anders zou hij achter haar en haar zusje aankomen en haar vader en broertjeen zusje iets aandoen en naar haar huis komen en haar zusje opzoeken op school;9.
in de periode van 19 augustus 2020 tot en met 19 juni 2023 in Nederland,
afbeeldingen - te weten foto's en video's – van seksuele gedragingen
en mobiele telefoons (iPhone 14, goednummer 774594) en iPhone 8 (goednummer 774595) bevattende foto's en/of video's van seksuele gedragingen,
waarbij telkens iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten:- [slachtoffer 6] , geboren op [2007] , en/of- [slachtoffer 2] , geboren op [2009 1] , en/of- [slachtoffer 4] , geboren op [2010] , en/of- [slachtoffer 1] , geboren op [2006] , en/of- [slachtoffer 3] , geboren op [2009 1] , en/of- [slachtoffer 7] , geboren op [2009 1] , en/of- [slachtoffer 8],geboren op [2007] , en/of- [slachtoffer 5] , geboren op [2007] ,is betrokken,
heeft verworven en/of in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen
- zakelijk weergegeven - bestonden uit:het met (een) vinger(s) vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 4] ,en
het met (een) vinger(s) en een voorwerp (haarborstel) vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 1] , en
het geheel of gedeeltelijk naakt en/of in lingerie/ondergoed (laten) poseren van/door die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 5] , waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past, en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden en/of de uitsnede van de foto’s nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel en/of de borsten en/of billen van die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 5] , in beeld worden gebracht, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft,en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en maatregelen.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen:
- de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden, met te stellen voorwaarden zoals opgenomen en geadviseerd in het maatregelrapport van de reclassering betreffende verdachte van 9 augustus 2024, aangevuld met locatieverboden;
Gevorderd wordt om de op te leggen maatregel van terbeschikkingstelling (en de daarbij gestelde voorwaarden) dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
- een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden met aftrek van voorarrest, in acht
genomen de duur van het voorarrest (432 dagen) en de mogelijkheid om de maatregel van
terbeschikkingstelling met voorwaarden direct na de uitspraak in te laten gaan, waarbij
rekening is gehouden met de mogelijkheid dat verdachte op 10 september 2024 direct kan
worden geplaatst bij FPA (Forensisch Psychiatrische Afdeling) Stevig te Oostrum;
- tot slot wordt gevorderd de maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (gedragsbeïnvloedende- en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM)) op te leggen.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouw verzoekt de strafeis van de officier van justitie te volgen.

Het oordeel van de rechtbank.

Bij de beslissing over de straf en/of maatregelen die aan verdachte dienen te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De ernst van de feiten.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich jegens jonge meisjes schuldig gemaakt aan aanranding, dwang (met bedreiging, of met andere middelen, iemand dwingen iets te doen, te dulden of te laten) en bedreiging. Verdachte heeft deze meisjes door middel van bedreiging en manipulatie zover gekregen dat zij seksueel getinte foto’s en video’s van zichzelf naar verdachte hebben gestuurd. Ook heeft verdachte kinderpornografische afbeeldingen, waaronder de verstuurde foto’s en video’s, verworven en in bezit gehad.
Verdachte heeft verder geprobeerd seksafspraken te maken met minderjarige meisjes. In één geval (feit 1) is het daadwerkelijk tot een afspraak gekomen, maar het meisje wist zich tijdens de afspraak aan verdachte te onttrekken, waardoor het niet gekomen is tot ontuchtige handelingen.
Dit zijn ernstige feiten, waarmee de verdachte telkens ernstig inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit van zeer jonge meisjes. De rechtbank neemt het de verdachte daarbij uiterst kwalijk dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn volwassen overwicht tegenover deze meisjes. De belangen van de minderjarige slachtoffers heeft hij op buitengewoon brutale wijze geschonden.
De ervaring leert dat slachtoffers van feiten als bewezen verklaard nog langdurig de psychische en emotionele gevolgen daarvan kunnen ondervinden, terwijl seksueel misbruik bovendien een ernstige verstoring van de seksuele ontwikkeling van het slachtoffer tot gevolg kan hebben.
In de ter terechtzitting door één van de slachtoffers afgelegde verklaring is verwoord welke impact het strafbare gedrag van verdachte op haar en binnen haar familie heeft gehad en nog steeds heeft.
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte bij de verweten gedragingen onder druk stond van anderen en geen intentie had om geuite bedreigingen daadwerkelijk uit te voeren en dat hij zelfs anderen wilde waarschuwen. Dit zou in strafmatigende zin moeten worden meegewogen bij de bepaling van de strafmaat.
De rechtbank ziet in het dossier en hetgeen ter terechtzitting is besproken geen enkele ondersteuning voor deze stelling van de verdediging en zal dit om die reden niet in strafmatigende zin betrekken.
De persoon van verdachte.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank rekening met de volgende omstandigheden.
Verdachte heeft, afgezien van een geldboete voor een verkeersdelict in 2020, een blanco strafblad.
Omtrent de persoon van verdachte is op basis van een psychiatrisch onderzoek een rapport uitgebracht op 17 december 2023 door de gedragsdeskundigen I. van Outheusden, psychiater en E.J.K. Ottenheijm, supervisant.
Dit rapport houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Er is bij betrokkene sprake van een autismespectrumstoornis en een lichte verstandelijke beperking. Beide stoornissen betreffen een ontwikkelingsstoornis, wat betekent dat zij vanaf de geboorte pervasief aanwezig zijn. Derhalve was hier ook sprake van tijdens het plegen van het ten laste gelegde. De stoornis en verstandelijke beperking hebben in aanzienlijke mate bijgedragen aan de gedragskeuzes en gedragingen van betrokkene ten tijde van het ten laste gelegde.Het advies is om vanwege bovenstaande beperkingen, die door zijn ernstige psychiatrische problematiek worden veroorzaakt, het ten laste gelegde in (sterk) verminderde mate aan betrokkene toe te rekenen.De klinische inschatting is dat het risico op nieuw grensoverschrijdend (seksueel) gedrag op de langere termijn matig tot hoog is, maar dat het risico op geweld laag is.
Deze inschatting is gemaakt op basis van de beperkingen die betrokkene ervaart en die gelden als risicofactor: betrokkenes contactuele eigenschappen zijn fors beperkt en een sociaal netwerk ontbreekt. Daardoor ligt eenzaamheid op de loer. Betrokkene kan zich nauwelijks inleven in de ander; hij heeft weinig kennis van sociaal-maatschappelijke normen; hij is makkelijk beïnvloedbaar en hij is verminderd in staat om adequaat om hulp te vragen.Betrokkene heeft een langdurige, intensieve klinische behandeling nodig voor de beperkingen die voortkomen uit zijn autisme en verstandelijke beperking. Deze behandeling dient te worden gericht op het ontwikkelen van vaardigheden encompetenties op het gebied van het aangaan en behouden van sociale contacten en op het verwerven van meer inzicht en begrip over de invloed van zijn gedrag op anderen en kennis van goed en kwaad. Ook zal gewerkt moeten worden aan het opbouwen van een steunend netwerk en het inrichten van zinvolle dagbesteding. Verder moet aan betrokkene langdurig toezicht, ondersteuning en eventueel begrenzing geboden worden, een en ander afhankelijk van de mate van ontwikkeling die betrokkene tijdens de behandeling al dan niet doormaakt. Van een dergelijke behandeling in combinatie met gedegen forensisch risicomanagement wordt verwacht dat hierdoor het risico op recidive aanzienlijk zal afnemen. Gezien zijn coöperatieve houding gedurende het onderzoek en zijn toezegging om hulp te willen accepteren wordt verwacht dat betrokkene hieraan zal meewerken.Deze interventies kunnen optimaal gerealiseerd worden binnen een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Ook heeft de gedragsdeskundige drs. F.M. Vuister, klinisch psycholoog, op 4 december 2023 een rapport over verdachte uitgebracht.
Dit rapport houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Betrokkene is lijdende aan een verstandelijke ontwikkelingsstoornis [licht] en aan een autistiforme stoornis [behoeft ondersteuning].Ten tijde van het tenlastegelegde was er sprake van de aanwezigheid van deze stoornissen.Daarbij mag ervan worden uitgegaan dat de beide hierboven genoemde psychische stoornissen een zekere doorwerking in het tenlastegelegde hadden.Ondergetekende adviseert om het huidige tenlastegelegde aan betrokkene in verminderde mate toe te rekenen.Ten aanzien van betrokkene kan in statistische zin worden gesproken over een in principe matig/hoog recidiverisico en over in slechts geringe mate aanwezige beschermende factoren die betrokkene in dit verband ten dienste staan.Een bijzondere voorwaarde bij een [deels] voorwaardelijke straf ziet ondergetekende niet als een reële mogelijkheid in deze casus omdat de druk op betrokkene tot het aanwenden van andere -eventueel in een behandeling aangeleerde- gedragingen daar bij onvoldoende groot is. De vrijheidsbeperkende en gedragsbeïnvloedende bijzondere voorwaarden die kunnen worden opgelegd zijn naar de mening van de klinisch psycholoog in het geval van betrokkene en diens gediagnosticeerde pathologie dan te beperkt van omvang. Wat dan resteert is de mogelijkheid van een terbeschikkingstelling, meer in het bijzonder een terbeschikkingstelling-met-voorwaarden, welk juridisch kader naar de mening van ondergetekende voor betrokkene een voldoende dwingend kader zal scheppen en de controle op de gedragingen van betrokkene in dat kader voldoende kan worden gewaarborgd.
Naar aanleiding van bovengenoemde rapportages is een reclasseringsrapport over verdachte uitgebracht, gedateerd 9 augustus 2024 en opgemaakt door Reclassering Nederland.
Uit dit rapport blijkt onder meer het volgende.
“Betrokkene is sinds zijn zestiende bekend bij hulpverlenende instanties die hem (summiere) begeleiding boden, maar van behandeling is nooit sprake geweest.Om de thans verhoogde kans op soortgelijke recidive te verminderen is het naar visie van de pro Justitia rapporteurs noodzakelijk om betrokkene te laten behandelen en begeleiden binnen een stevig forensisch kader, namelijk tbs met voorwaarden. De reclassering ziet voldoende aanknopingspunten om een dergelijk traject met betrokkene aan te gaan en heeft de noodzakelijke voorbereidingen getroffen om het beoogde traject te kunnen starten.Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld tot hoog.Wij adviseren positief over terbeschikkingstelling met voorwaarden. Daarbij worden
de onderstaande voorwaarden geadviseerd.. De reclassering kan het toezicht hierop uitoefenen. Betrokkene heeft zich bereid verklaard tot medewerking aan deze voorwaarden:• geen strafbaar feit plegen• meewerken aan reclasseringstoezicht• meewerken aan time-out• niet naar het buitenland• opname in een zorginstelling• ambulante behandeling• begeleid wonen of maatschappelijke opvang• contactverbod• dagbesteding• vermijden contact met minderjarigen• financiële begeleiding.
Wij adviseren dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden.
De (delict gerelateerde) diagnostiek van betrokkene is chronisch van aard, waarbij het naar inschatting van de reclassering niet uitgesloten is dat toezicht en begeleiding in het kader van een GVM noodzakelijk blijft na een eventueel doorlopen van een klinisch en ambulant behandel- en begeleidingstraject. De reclassering acht het passend dat op het moment dat het beoogde forensische kader bijna eindigt er onderzoek gedaan wordt óf en in welke vorm een GVM als noodzakelijk wordt beschouwd teneinde het recidiverisico laag te houden.”
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard aan de te stellen voorwaarden bij een terbeschikkingstelling met voorwaarden, zoals die zijn geadviseerd door de reclassering, te willen meewerken. Ook heeft hij verklaard geen bezwaar te hebben tegen de gevorderde gedragsbeïnvloedende- en vrijheidsbeperkende maatregel.
Toerekenbaarheid
Op basis van de rapporten van de gedragsdeskundigen is de rechtbank van oordeel dat de bewezen verklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte kunnen worden toegerekend.
Dit zal in strafmatigende zin bij de strafoplegging worden betrokken.
De op te leggen straf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf.
De rechtbank volgt de eis van de officier van justitie en zal een gevangenisstraf opleggen van vijftien maanden met aftrek van het voorarrest. Hoewel de ernst van de feiten op zich een langere gevangenisstraf zou rechtvaardigen, laat de rechtbank bij haar oordeel zwaar meewegen dat bij verdachte sprake is van ernstige stoornissen waardoor zijn gedrag hem niet ten volle kan worden toegerekend. Daarnaast wordt verdachte verplicht zich langdurig en intensief te laten behandelen in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden (zie hierna) en wordt het door de reclassering van groot belang geacht dat deze behandeling direct aansluitend aan detentie zal plaatsvinden.
Uit de informatie van de reclassering blijkt dat er op dit moment plek is voor verdachte in een passende kliniek. De rechtbank acht een spoedige overgang vanuit detentie naar een behandelsetting zowel in het belang van verdachte als in het belang van de maatschappij.
Volgens de berekening van de rechtbank heeft verdachte op 10 september 2024 zijn straf uitgezeten en kan hij per die datum worden overgebracht naar de FPA.
De maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden.
De rechtbank neemt de conclusies van de gedragsdeskundigen met betrekking tot het recidivericiso, de noodzaak tot behandeling en het juridisch kader over. Zij zal aan verdachte de maatregel van ter beschikking stelling met voorwaarden opleggen en deze dadelijk uitvoerbaar verklaren. Aan de juridische vereisten voor oplegging van deze maatregel is voldaan.
De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen vereist dat de behandeling van verdachte plaatsvindt in het kader van de maatregel van terbeschikkingstelling
Het eerste deel van de behandeling zal bestaan uit een (mogelijk langdurig) klinisch traject binnen de FPA te Oostrum. Uit het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat verdachte per 10 september 2024 kan worden opgenomen in deze FPA.
Aan de maatregel zullen de voorwaarden worden verbonden zoals geadviseerd door de
reclassering in het advies van 9 augustus 2024. Deze voorwaarden worden hierna in het dictum van dit vonnis weergegeven.
De rechtbank zal, op grond van artikel 38, lid 6 van het Wetboek van Strafrecht, de dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden bevelen opdat direct voortgegaan kan worden met de uitvoering van de voorwaarden. Naar het oordeel van de rechtbank moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte, als hij niet wordt behandeld, wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Tot slot stelt de rechtbank vast dat de feiten ter zake waarvan de maatregel van
terbeschikkingstelling met voorwaarden onder meer wordt opgelegd misdrijven betreffen die gericht zijn tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. In het geval het tot een omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege mocht komen, kan de totale duur van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege een periode van vier jaar te boven gaan.
Geen locatieverbod.
De rechtbank ziet gelet op de reeds te stellen voorwaarden geen aanleiding om daarnaast ook een locatieverbod op te leggen zoals gevorderd door de officier van justitie.
De maatregel langdurig toezicht ex artikel 38z Wetboek van Strafrecht.
De aard van de strafbare gedragingen van verdachte, die bewust zijn gericht tegen de slachtoffers (en soms ook hun familie) in combinatie met de persoon van de verdachte waarvan ter terechtzitting en uit de voornoemde rapportages is gebleken, baren de rechtbank ernstig zorgen.
De rechtbank is hierom van oordeel dat het vanuit veiligheidsoogpunt niet verantwoord is de verdachte na beëindiging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden zonder enig toezicht terug te laten keren in de maatschappij. Niet valt te overzien of, en zo ja in hoeverre, de op te leggen maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden voldoende waarborgen biedt om eventuele toekomstige risico’s te ondervangen. Het is de vraag of binnen de tijd van de op te leggen maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden de benodigde langdurige behandeling van verdachte kan plaatsvinden en of de behandeling afdoende resultaat heeft gehad.
De rechtbank zal daarom de – door de reclassering geadviseerde – gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opleggen. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om verdachte ook na afloop van de maatregel van terbeschikkingstelling onder toezicht te stellen indien dat in verband met dan bestaande risico’s noodzakelijk is.
Ook in dit verband heeft de rechtbank acht geslagen op de hierboven aangehaalde rapportages. Hieruit komt onder meer naar voren dat de psychiatrische problematiek van verdachte structureel van aard is en dat de kans op recidive groot is.
Aan de bij de wet gestelde eisen voor het opleggen van deze maatregel wordt voldaan. Verdachte wordt namelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens misdrijven, die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, en waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. De rechtbank acht de maatregel noodzakelijk ter bescherming van de algemene veiligheid van personen.
De beoordeling van de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de maatregel, en indien nodig onder welke voorwaarden, zal in de laatste fase van de aan verdachte opgelegde terbeschikkingstelling plaatsvinden. Een risicotaxatie van het dan aanwezige recidivegevaar dient in het kader van die beoordeling plaats te vinden.

De vorderingen van de benadeelde partijen.

Alle vorderingen zien op vergoeding van immateriële schade.
Gevorderd wordt:
- door benadeelde partij [slachtoffer 2] een bedrag van 4.000,00 euro;
- door benadeelde partij [slachtoffer 4] een bedrag van 1.000,00 euro;
- door benadeelde partij [slachtoffer 5] een bedrag van 1.500,00 euro (bij een verzochte
vergoeding voor materiële/verplaatste schade wordt niet gepersisteerd);
- door benadeelde partij [slachtoffer 8] een bedrag van 1.000,00 euro,
telkens met toekenning van de wettelijke rente en toepassing van de maateregel tot schadevergoeding.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat een vergoeding voor immateriële schade aan alle benadeelde partijen moet worden toegekend, inclusief de wettelijke rente vanaf het moment dat de schade is ontstaan en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vorderingen van [slachtoffer 5] , [slachtoffer 8] en [slachtoffer 4] komen voor volledige toewijzing in aanmerking.
Wat betreft de vordering van [slachtoffer 2] verzoekt zij het toe te kennen bedrag te matigen en
aansluiting te zoeken bij de andere vorderingen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2] dat het gevorderde bedrag bovenmatig is en niet billijk is te achten. Primair wordt verzocht de vordering af te wijzen en subsidiair het toe te kennen bedrag te matigen.
Wat betreft de overige vorderingen is verzocht het toe te kennen bedrag te matigen.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de gevorderde (immateriële) schade.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is de rechtbank voldoende gebleken dat aan de benadeelde partijen als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks nadeel is toegebracht dat niet uit vermogensschade bestaat. Door zijn handelen heeft verdachte een dusdanige inbreuk op een fundamenteel recht gemaakt - in dit geval het recht op de geestelijke en lichamelijke integriteit - dat dit in zichzelf als aantasting van de persoon op andere wijze zoals bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, onder b, van het Burgerlijk Wetboek door de rechtbank wordt beschouwd.
De rechtbank ziet in de aard en de bijzondere ernst van de normschending, de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers, zoals gebleken uit de toelichtingen van de psychische gevolgen in het schade-onderbouwingsformulier, de verhoren van de slachtoffers en de verklaring van [slachtoffer 2] ter terechtzitting, aanleiding een vergoeding voor de immateriële schade toe te kennen.
De rechtbank is van oordeel dat in dit geval de aard en de ernst van de normschending zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan enige immateriële schade dan ook worden aangenomen en komt deze voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal de hoogte van de toegewezen bedragen naar billijkheid vaststellen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 4).
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, een immateriële schadevergoeding van 1000,00 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (1 januari 2022) tot aan de dag dat het gehele bedrag is voldaan.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering voor zover die niet wordt toegewezen. De benadeelde partij heeft onvoldoende onderbouwd dat de schade een bedrag van 1000 Euro te boven gaat.
De benadeelde partij kan de vordering voor zover die niet wordt toegewezen bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] (feit 7).
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (9 mei 2023) tot aan de dag dat het gehele bedrag is voldaan.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 8).
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, een immateriële schadevergoeding van 1000,00 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (20 maart 2023) tot aan de dag dat het gehele bedrag is voldaan.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in de vordering voor zover die niet wordt toegewezen. De benadeelde partij heeft onvoldoende onderbouwd dat de schade een bedrag van 1000 Euro te boven gaat.
De benadeelde partij kan de vordering voor zover die niet wordt toegewezen bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] (feit 9).
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het delict (30 mei 2023) tot aan de dag dat het gehele bedrag is voldaan.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor de toegewezen bedragen telkens tevens de maatregel tot schadevergoeding opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meerdere verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen komt te vervallen.

Beslag.

De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen telefoons vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – met behulp daarvan de feiten zijn begaan of voorbereid en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen computers aan verdachte nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen goederen.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
36f, 37a, 38, 38a, 38z, 57, 240b, 246, 248e, 284, 285 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Verklaart het onder de feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 primair, 8 en 9 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
feit 1:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
feit 2:
een ander door een feitelijkheid en door bedreiging met geweld en bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen en te dulden
feit 3:
bedreiging met verkrachting en met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 4:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt;
feit 5:
een ander door bedreiging met geweld en bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
feit 6:
met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting;
feit 7 primair:
met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting;
feit 8:
een ander door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, gericht tegen die ander en gericht tegen derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
feit 9:
afbeeldingen van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, verwerven en een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf en maatregelen:
T.a.v. de feiten 1 tot en met 9:
- een
gevangenisstrafvoor de duur van 15 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27
van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. de feiten 1, 3, 4 en 9:
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld, waarbij als algemene voorwaarde geldt dat de verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en stelt daarbij ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van de verdachte:
verdachte :
1. maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
2. werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
verdachte:
• meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
• houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen
geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het
naleven van de voorwaarden;
• helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is
nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
• werkt mee aan huisbezoeken;
• geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door
andere instellingen of hulpverleners;
• vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
• werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact
hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
3. werkt mee aan een time-out. Als de reclassering dat nodig vindt en verdachte daarmee
instemt, kan verdachte voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch
Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling.
Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal
zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken,
tot maximaal veertien weken per jaar;
4. gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden,
zonder toestemming van de reclassering;
5. laat zich opnemen in FPA Het Knooppunt te Oostrum of een soortgelijke zorginstelling
(dit kan ook een FPK zijn, indien later blijkt dat dit noodzakelijk is), te bepalen door de
justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend op
de detentieperiode. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter
beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de
zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder
ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt.
Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of
maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de
indicatiestelling en plaatsing;
6. laat zich ambulant behandelen door een forensische polikliniek, te bepalen door de
reclassering. De behandeling start aansluitend op de klinische behandeling.
De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte
houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de
behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen
vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
7. verblijft in een nader te bepalen instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke
opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend op de klinische
behandeling. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt
zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de
reclassering voor hem heeft opgesteld;
8. heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met:
- [slachtoffer 6] , geboren op [2007] , en/of
- [slachtoffer 2] , geboren op [2009 1] , en/of
- [slachtoffer 4] , geboren op [2010] , en/of
- [slachtoffer 1] , geboren op [2006] , en/of
- [slachtoffer 3] , geboren op [2009 1] , en/of
- [slachtoffer 7] , geboren op [2009 1] , en/of
- [slachtoffer 8] ,geboren op [2007] , en/of
- [slachtoffer 5] , geboren op [2007] ,
zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
9. spant zich in voor het vinden en behouden van een adequate dagbesteding, met een vaste
structuur;
10. zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten
zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt verdachte dat
door de reclassering aangewezen personen hierbij aanwezig zijn. Daarnaast onthoudt
verdachte zich op welke wijze dan ook van gedrag dat is gericht op een digitale
omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en van gedrag
dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met
minderjarigen wordt gecommuniceerd. Verdachte bespreekt tijdens
de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te kunnen voorkomen. Het
toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit het (laten) controleren van
computers en andere apparatuur. Verdachte werkt mee aan controle van digitale
gegevensdragers;
11. werkt, indien de reclassering dat nodig acht, mee aan begeleiding op het gebied van zijn
financiën en/of met de aanvraag voor bewindvoering.
Geeft opdracht aan de reclassering toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de op grond van artikel 38, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 38 lid 2van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Legt daarnaast op de volgende maatregelen:
- de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.
-
onttrekking aan het verkeervan twee inbeslaggenomen telefoons
- iPhone (PL2100-OBRBC23100_774594);
- iPhone (PL2100-OBRBC23100_774595).
T.a.v. feit 4:
- de maatregel tot schadevergoeding ten bedrage van 1.000,00 euro.
Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van
[slachtoffer 2] van een bedrag van 1.000,00 euro.
Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 20 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Voormeld bedrag betreft een vergoeding voor immateriële schade.
Het toegewezen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag dat het gehele bedrag is voldaan.
T.a.v. feit 7:
- de maatregel tot schadevergoeding ten bedrage van 1.000,00 euro.
Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 4] van een bedrag van 1.000,00 euro.
Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 20 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Voormeld bedrag betreft een vergoeding voor immateriële schade.
Het toegewezen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 mei 2023 tot aan de dag dat het gehele bedrag is voldaan.
T.a.v. feit 8:
- de maatregel tot schadevergoeding ten bedrage van 1.000,00 euro.
Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van
[slachtoffer 5] van een bedrag van 1.000,00 euro.
Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 20 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Voormeld bedrag betreft een vergoeding van voor immateriële schade.
Het toegewezen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2023 tot aan de dag dat het gehele bedrag is voldaan.
T.a.v. feit 9:
- de maatregel tot schadevergoeding ten bedrage van 1.000,00 euro.
Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van
[slachtoffer 8] van een bedrag van 1.000,00 euro.
Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 20 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Voormeld bedrag betreft een vergoeding van voor immateriële schade.
Het toegewezen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2023 tot aan de dag dat het gehele bedrag is voldaan.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] :

Wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 4] , van een bedrag van 1.000,00 euro, bestaande uit immateriële schade.
De immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 09 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] :

Wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 8] , van een bedrag van 1.000,00 euro, bestaande uit immateriële schade.
De immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]

Wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 2] , van een bedrag van 1.000 euro, bestaande uit immateriële schade.
De te betalen immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]

Wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 5] , van een bedrag van 1.000 euro, bestaande uit immateriële schade.
De te betalen immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens een benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.

Beslissing met betrekking tot de voorlopige hechtenis.

Heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde vrijheidsstraf.

Verdere beslissing met betrekking tot de inbeslaggenomen voorwerpen.

Gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen goederen, vermeld op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen:
een computer (PL2100-OBRBC23100-774602 / Asos);
een spelcomputer (PL2100-OBRBC23100-774598 / Playstation).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S.J.W. Hermans, voorzitter,
mr. N. Flikkenschild en mr. A.W.E. de Rooij, leden,
in tegenwoordigheid van J.F.A. Verhagen, griffier,
en is uitgesproken op 06 september 2024.