4.9.De rechtbank behandelt hieronder de verweren die [gedaagde in conventie] in conventie naar voren heeft gebracht. Het gaat om de beweerde persoonlijke aansprakelijkheid van [gedaagde in conventie] voor Lening II en Lening III. De rechtbank bespreekt enkele aspecten.
( a) [gedaagde in conventie] is ingegaan op de “schuldbekentenis” (standpunt [eisers in conventie] : [gedaagde in conventie] heeft erkend dat hij in persoon tot betaling gehouden is). Het gaat hier om twee e-mails van [gedaagde in conventie] , gedateerd 20 april 2020, waar [eisers in conventie] een erkenning in lezen.
De eerste e-mail (van [eiser sub 2 in conventie] aan [gedaagde in conventie] ; de reactie van [gedaagde in conventie] is de laatste regel, schuin gedrukt, waarbij het woord “bedankt”, schuin gedrukt en onderstreept, de reactie is van [eiser sub 2 in conventie] op de reactie van [gedaagde in conventie] )
“Nu graag dringende aandacht voor je schulden aan mij:
1. Het betreft de volgende schulden:
a. Lening voor het "blauwe huis" van €160.500,-
• Startdatum 20-02-2003
• Rente 4% tot 1 jan 2019
• Rente 2,5 % vanaf 1 jan 2019
b. Restant gestort bedrag van $ 200.000,-
• Terug-ontvangen via [B] ( Zie jouw tabel hieronder in bijlage) $151.000;
• Resterend $ 49.000,- (sinds 2013; excl, rente)
c. Huur appartement [naam appartement 2]
• Openstaand bedrag, dat nog niet gebruikt is voor onkosten project [naam project]
• Bedrag nog definitief vast testellen. Indicatief $ 50.000,-
Graag bevestiging dat je mij deze bedragen schuldig bent.
Hierbij bevestig ik dat ik die bedragen aan je verschuldigd ben.Bedankt”
“Ik ben met een andere optie bezig om jou sneller af te betalen, door iemand te vinden die geld wil lenen met mix van vastgoed als onderpand. Daarvoor heb ik deze week nodig. Afhankelijk of dat deels of geheel lukt kan ik je antwoord geven.”
De rechtbank is van oordeel dat [eisers in conventie] uit deze e-mails redelijkerwijs heeft mogen afleiden dat [gedaagde in conventie] in persoon de hoofdsommen verschuldigd is en dat het dus niet (uitsluitend) gaat om schulden van de Panamese vennootschappen. Dat blijkt uit de tekst van de e-mails, waarin [gedaagde in conventie] schrijft: “ik” zal betalen. Zonder enige toevoeging, kwalificatie of aanwijzing dat het zou gaan om een uitlating in de hoedanigheid van bestuurder of vertegenwoordiger van de Panamese vennootschappen.
( b) De rechtbank neemt het proces-verbaal van 31 januari 2023 van de mondelinge behandeling van het verzoekschrift voorlopig getuigenverhoor in aanmerking. Daarin leest de rechtbank een bevestiging door [gedaagde in conventie] dat hij schulden heeft aan [eisers in conventie] :
“Ik heb de lening en de vorderingen nooit ontkend.”
Het ging in de context over de schulden, waar het [eisers in conventie] om gaat in de vorderingen in conventie. [gedaagde in conventie] heeft dit op zichzelf niet betwist. Ook hier geldt dat er geen toevoeging, kwalificatie of aanwijzing is dat het zou gaan om een uitlating in de hoedanigheid van bestuurder of vertegenwoordiger van de Panamese vennootschappen.
( c) [gedaagde in conventie] zegt dat hij de e-mail van 20 april 2020 (de schuldbekentenis) onder druk heeft geaccordeerd. De druk bestond volgens hem uit de onrechtmatige handelingen van [eisers in conventie] , waardoor [gedaagde in conventie] dreigde zijn bezittingen (zeggenschap [vennootschap 2] ) te verliezen.
De rechtbank verwerpt dit standpunt omdat [gedaagde in conventie] geen concrete gedragingen heeft omschreven die ongeoorloofde druk kunnen opleveren en verder geen rechtsgevolgen heeft verbonden aan dit standpunt, zoals een beroep op misbruik van omstandigheden.
( d) De familieband is een belangrijke omstandigheid: dit bevestigt de vertrouwensband die er toen onweersproken was, waarbij naar het oordeel van de rechtbank voor partijen vanzelfsprekend was dat zij in persoon met elkaar zaken deden.
( e) De wijze van totstandkoming is een belangrijke omstandigheid: mondeling, gevolgd door storting bij de Panamese vennootschappen, zonder schriftelijke vastlegging. Deze gang van zaken bevestigt het persoonlijke vertrouwen dat er toen was. Er is geen aanwijzing te vinden in het dossier voor de conclusie dat de Panamese vennootschappen (en niet [gedaagde in conventie] ) schuldenaar zijn, behalve het feit dat het geld is gestort op de rekening van een Panamese vennootschap. Dit feit heeft naar het oordeel van de rechtbank niet veel gewicht in de context.
( f) Niemand heeft informatie aangereikt over zekerheden of soortgelijke regelingen, waarmee [eisers in conventie] als schuldeiser – buiten de vertrouwensband en familieband met [gedaagde in conventie] – op zakelijke grondslag het gerechtvaardigde vertrouwen zou kunnen hebben dat de hoofdsommen tijdig zouden worden terugbetaald. Dit is een aanwijzing dat [eisers in conventie] met [gedaagde in conventie] in persoon heeft gecontracteerd. Gebruikelijk is immers dat een Nederlandse investeerder zekerheden bedingt bij soortgelijke geldleningen. Dat geldt zeker als het gaat om leningen aan Panamese vennootschappen. Partijen gaan er kennelijk zelf van uit dat verhaal in Panama niet kansrijk is; procedures lopen erg lang en zijn erg duur, zo heeft [gedaagde in conventie] ook verteld tijdens de mondelinge behandeling.
( g) In algemene zin moet in de hiervoor geschetste context worden aangenomen dat [gedaagde in conventie] in persoon contracteert tenzij hij feiten en omstandigheden naar voren brengt waaruit volgt dat ( [eisers in conventie] toen redelijkerwijs heeft moeten aannemen dat) niet met [gedaagde in conventie] in persoon, maar met één of meer Panamese vennootschappen werd gecontracteerd. [gedaagde in conventie] heeft geen omstandigheden gepresenteerd die in deze richting wijzen.
( h) [gedaagde in conventie] vindt dat hij ten onrechte wordt vereenzelvigd met [vennootschap 2] en [vennootschap 1] . De rechtbank verwerpt dit standpunt omdat het hier in het verwijt van [eisers in conventie] niet gaat om vereenzelviging, maar om een afspraak tussen [eisers in conventie] enerzijds en [gedaagde in conventie] persoonlijk anderzijds.
( i) [gedaagde in conventie] vindt dat er slechts incidenteel is betaald vanaf zijn privé-rekening en wel om praktische redenen (een Panamese onderneming kan geen bankrekening openen in Nederland en betalingen vanuit Panama zijn duur en worden soms tijdelijk vastgehouden). De rechtbank verwerpt dit standpunt omdat de betalingen vanaf de privérekening niet de reden zijn voor de conclusie dat [gedaagde in conventie] in persoon moet betalen.