Op 4 september 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verkrachting. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk, en een contactverbod met het slachtoffer voor de duur van 2 jaar. De zaak kwam aan het licht na een incident op 27 oktober 2023 in Helmond, waarbij de verdachte het slachtoffer met geweld en bedreiging dwong tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. Tijdens de zittingen op 31 januari, 24 april, 3 juli en 21 augustus 2024 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De verdachte heeft het feit bekend, maar de verdediging heeft betoogd dat niet alle elementen van de tenlastelegging bewezen konden worden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de bewezenverklaring op basis van de beschikbare bewijsmiddelen gerechtvaardigd was. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte heeft blijk gegeven van berouw en heeft een schadevergoeding aan het slachtoffer betaald. De rechtbank heeft de straf lager vastgesteld dan door de officier van justitie geëist, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de wens van het slachtoffer.