3.11.De rechtbank is bovendien van oordeel dat [eiser] zeker niet kon volstaan met te bewijzen dat het – in algemene zin – onder omstandigheden mogelijk was besmetting te voorkomen, vanwege het volgende. De diverse verklaringen van de getuigen en deskundigen duiden erop dat het onvermijdelijk althans bijna onvermijdelijk was dat de varkens van [eiser] zouden worden besmet door die van [gedaagde] en dat op zijn best slechts met zeer rigoureuze maatregelen een besmetting voorkomen had kunnen worden. Dat blijkt onder meer uit de volgende passages:
“Er was een behoorlijk hoog risico op overdracht van de besmetting van het ene bedrijf naar het andere, maar dat risico was niet 100%. […] Het risico op besmetting bij [eiser] kon pas minimaal worden nadat eerst het bedrijf van [gedaagde] leeg gedraaid was […]”(verklaring van [getuige 1] van 1 november 2023)
“De combinatie van de afstand tussen de bedrijven, het open karakter van bedrijf 2, de lange duur van besmettelijkheid van de bacterie in de mest (mestopslag), en het verspreidingsrisico door vectoren (ongedierte en de mens) samen, bepalen dat het risico van overdracht van deze bacterie van het ene naar het andere bedrijf zeer hoog, tot bijna onvermijdelijk is.”(rapport van [eiser] van 7 december 2017, productie 5 dagvaarding)
“U houdt mij voor dat in mijn verklaring van 7 december 2017 (u zegt mij dat dat productie 5 bij de dagvaarding is)ik gesteld heb dat de combinatie van een aantal factoren in het onderhavige geval het risico op overdracht van de Vibriobesmetting zeer hoog, zelfs bijna onvermijdelijk maakt. U vraagt mij of dan de conclusie van de rechtbank, dat de onderhavige schade niet te voorkomen was, klopt. Ik antwoord hierop als volgt: sinds corona kent iedereen het begrip R0. Het gaat dan om de overdracht van de ene mens c.q. populatie op de andere. Grofstoffelijk gaat het dan om een aantal factoren, zoals de mate van contact en de tijdsfactor. Die spelen een rol bij de kans op besmetting.Op die basis is mijn door u bedoelde antwoord gegeven en klopt dat antwoord ook; de kans is heel groot, zelfs bijna onvermijdelijk in de bestaande situatie op dat moment.”(verklaring van [getuige 2] van 1 november 2023, onderstreping rechtbank)
“U zegt mij dat de rechtbank geoordeeld heeft dat ook in geval van tijdige
waarschuwing de besmetting opgetreden zou zijn op het bedrijf van [eiser] . Met dat oordeel ben ik het eens. […] Uit mijn eerder bedoelde Belgische ervaring
weet ik dat zelfs indien op het hoogste niveau van de piramide in de varkenshouderij
ingegrepen wordt het toch in de meeste gevallen niet lukte om overdracht van besmetting te voorkomen.”(verklaring van [getuige 4] van 29 januari 2024)
“Op zich zijn effectieve preventieve maatregelen mogelijk, maar die zijn uitermate
ingrijpend, zeer kostbaar en zij bieden slechts een geringe kans op succes. Iemand die werkelijk rigoureus te werk gaat boekt veel kans op succes maar de kans dat iemand dat lukt om het zo rigoureus te doen is weer klein.”(verklaring van [getuige 4] van 29 januari 2024)
“U zegt mij dat de rechtbank geoordeeld heeft dat ook in geval van tijdige
waarschuwing de besmetting opgetreden zou zijn op het bedrijf van [eiser] . Met dat oordeel ben ik het eens. […] Al met al is overdracht van de besmetting van het ene naar het andere bedrijf onvermijdelijk.”(verklaring van [getuige 5] van 29 januari 2024)
“In de omschreven situatie met 2 locaties, zo dicht bij elkaar en tegen elkaar aan gelegen, is het uitermate onwaarschijnlijk, zo niet onmogelijk, om een Vibrio Dysenteriae besmetting van het besmette naar het vrije bedrijf tegen te houden. Een besmetting van het ene bedrijf zal onherroepelijk zeer snel door ongedierte worden verspreid naar de naastgelegen stallen van het andere bedrijf, omdat in de gegeven situatie van dermate onderlinge nabijheid en mestopslag ter plekke geen effectieve ongedierte eliminatie mogelijk is. Ik ben er daarom van overtuigd dat een verwittiging op een eerder moment door [gedaagde] aan [eiser] over deze besmetting op zijn bedrijf niet zou kunnen hebben voorkomen dat deze zou overslaan op het bedrijf van [eiser] . Ook een vertraging van de besmetting door medicatie loopt altijd achter de feiten aan.”(schriftelijke verklaring van [getuige 4] van 13 juli 2023, productie 8 antwoordakte van [gedaagde] )
Tijdens de mondelinge behandeling van 23 maart 2023 heeft [eiser] zelf verklaard dat als hij van de besmetting eerder had geweten, hij de besmetting hooguit had kunnen uitstellen. [eiser] heeft erop gewezen dat de besmetting ook zonder wetenschap en extra maatregelen geruime tijd niet is overgeslagen, maar dat geeft geen enkele indicatie dat bepaalde maatregelen langer – maar dus ook niet definitief – succes gehad zouden hebben.
Juist omdat het volgens de algemene teneur van de verklaringen onvermijdelijk althans bijna onvermijdelijk was dat de varkens van [eiser] zouden worden besmet door die van [gedaagde] , ligt het niet voor de hand dat in dit concrete geval besmetting zou zijn uitgesteld, laat staan voorkomen. [eiser] had minstens moeten stellen welke rigoureuze maatregelen hij had getroffen als de besmetting tijdig was medegedeeld en moeten bewijzen dat deze concrete maatregelen hadden gewerkt. Dat heeft [eiser] niet gedaan.