ECLI:NL:RBOBR:2024:4120

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
3 september 2024
Publicatiedatum
2 september 2024
Zaaknummer
82/128208-24
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor het ontduiken van een voorlopige maatregel met betrekking tot het houden van honden

Op 3 september 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die in strijd met een voorlopige maatregel honden heeft gehouden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks een eerdere beslissing van de rechtbank Overijssel op 14 juli 2023, herhaaldelijk honden heeft gehouden en verhandeld. De verdachte was gedetineerd in p.i. Grave en had zich niet gehouden aan de maatregel om zich voor zes maanden te onthouden van het houden van dieren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl, waarbij de identificerende gegevens van de verdachte niet geanonimiseerd zijn. De rechtbank heeft de ernst van de overtredingen en het belang van dierenwelzijn in haar overwegingen meegenomen. De verdachte heeft blijk gegeven van een gewoonte in het overtreden van de wetgeving omtrent het houden van dieren, wat de rechtbank zwaar heeft aangerekend. De rechtbank heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, maar heeft geconcludeerd dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk is voor de normhandhaving.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team Strafrecht
Parketnummer: 82.128208.24
Datum uitspraak: 03 september 2024
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren [1986] ,
verblijvende te [adres 1] ,
thans gedetineerd in p.i. Grave.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 augustus 2024. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 18 juni 2024. Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 juli 2023 tot en met 2 oktober 2023, in de gemeente Heerlen en/of elders in Nederland, in elk geval in Nederland, nadat aan verdachte door de meervoudige economische raadkamer van de rechtbank Overijssel op 14 juli 2023, ingevolge artikel 29 van de Wet op de economische delicten, als voorlopige maatregel was bevolen dat:
  • verdachte zich voor de duur van zes maanden zal onthouden van het (opnieuw) aanvoeren van honden en/of puppy’s op het [adres 2] te Neerkant, dan wel op een ander (woon- en/of verblijf)adres, en
  • verdachte zich voor de duur van zes maanden zal onthouden van het houden van dieren, zowel bedrijfsmatig als particulier, voor zichzelf dan wel voor een ander, meermalen, in elk geval eenmaal, opzettelijk, heeft gehandeld en/of heeft nagelaten in strijd met die voorlopige maatregel, door:
-
op zijn, verdachtes, (woon- en/of verblijf)adres aan de [adres 3] te Heerlen (opnieuw) één of meerdere honden en/of puppy’s (van het ras Pomeriaan en/of Chow Chow en/of een kruising van het ras Pomeriaan en/of Chow Chow met een ander ras) aan te voeren, en/of
-
op zijn, verdachtes, (woon- en/of verblijf)adres aan de [adres 3] te Heerlen en/of elders in Nederland één of meerdere dieren, te weten honden en/of puppy’s (van het ras Pomeriaan en/of Chow Chow en/of een kruising van het ras Pomeriaan en/of Chow Chow met een ander ras), bedrijfsmatig en/of particulier, voor zichzelf en/of voor een ander te houden gehouden, immers heeft hij verdachte:
o
op of omstreeks 30 augustus 2023 een nest van 5 puppy’s (van de kruising Jack Russel/Pomeriaan) laten enten en/of chippen bij [dierenartsenpraktijk] , en/of
o
op of omstreeks 30 augustus 2023 5 pups (van de kruising Jack Russel/Pomeriaan) ten verkoop aangeboden op Marktplaats,en/of
o
(vervolgens) op of omstreeks 29 september 2023, één pup (van de kruising Jack Russel/Pomeriaan, [chipnummer 1] ) verkocht aan [koper 1] , in elk geval aan een ander, en/of
o
in de maand september 2023 één pup (van de kruising Jack Russel/Pomeriaan, [chipnummer 2] ) verkocht aan [koper 2] , in elk geval aan een ander, en/of
dat hij die door de meervoudige economische raadkamer van de rechtbank Overijssel bevolen voorlopige maatregel heeft ontdoken, door te verblijven op een voor politie en justitie onbekend adres (te weten aan de [adres 3] te Heerlen en/of in het buitenland), ten gevolge waarvan het toezicht op de naleving van die voorlopige maatregel ernstig werd gefrustreerd dan wel onmogelijk werd gemaakt, terwijl hij van het plegen van voornoemd(e) misdrij(f)(ven) al dan niet een gewoonte heeft gemaakt.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De beoordeling van het tenlastegelegde feit.


Het standpunt van de officier van justitie.
Op de in het schriftelijk requisitoir genoemde gronden heeft de officier van justitie geconcludeerd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte in de periode van 14 juli 2023 tot en met 2 oktober 2023 in de gemeente Heerlen en elders in Nederland een gewoonte heeft gemaakt van het opzettelijk handelen in strijd met en het ontduiken van een aan verdachte bij beslissing van de rechtbank Overijssel van 14 juli 2023 opgelegde voorlopige maatregel.

Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de aan verdachte tenlastegelegde handelingen, met uitzondering van het ter verkoop aanbieden op Marktplaats van 5 pups, wettig en overtuigend bewezen kunnen worden en dat verdachte daardoor heeft gehandeld in strijd met de aan hem opgelegde maatregel door de rechtbank Overijssel. Door de verdediging is betwist dat verdachte daarvan een gewoonte heeft gemaakt. De verdediging heeft ook betwist dat verdachte de maatregel heeft ontdoken door in Heerlen te gaan wonen.

Het oordeel van de rechtbank.
De bewijsmiddelen
Voor de leesbaarheid van het vonnis wordt voor de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen verwezen naar de uitwerking daarvan in de bij dit vonnis gevoegde bewijsbijlage. De inhoud van die bijlage dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
Nadere overweging van de rechtbank
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen is de rechtbank - evenals de officier van justitie en de verdediging - van oordeel dat de aan verdachte tenlastegelegde overtredingen van de aan hem bij beslissing van de rechtbank Overijssel van 14 juli 2023 opgelegde maatregel, met uitzondering van het ter verkoop aanbieden op Marktplaats van 5 pups, wettig en overtuigend bewezen zijn, een en ander zoals hierna onder de bewezenverklaring nader zal worden omschreven.
De officier van justitie en de verdediging verschillen van mening over het antwoord op de vraag of verdachte door het uitvoeren van deze handelingen een gewoonte heeft gemaakt van het overtreden van die maatregel. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Bij beslissing van de rechtbank Overijssel van 14 juli 2023 is aan verdachte de maatregel opgelegd dat verdachte zich voor de duur van zes maanden zal onthouden van het [opnieuw] aanvoeren van honden en/of puppy’s op zijn woon- of verblijfadres en dat verdachte zich zal onthouden van het houden van dieren, zowel bedrijfsmatig als voor zichzelf of voor een ander.
Op grond van de inhoud van het procesdossier en de verklaring die verdachte ter terechtzitting van 20 augustus 2024 heeft afgelegd, stelt de rechtbank vast dat verdachte de hiervoor genoemde maatregel in de tenlastegelegde periode van 14 juli 2023 tot en met 2 oktober 2023 herhaaldelijk heeft overtreden door honden te houden, te koop aan te bieden en te verkopen. Ook stelt de rechtbank vast dat verdachte gedurende een reeks van jaren van het houden van, het fokken van en het handelen in honden een levensstijl heeft gemaakt die hij maar moeilijk kon loslaten, ook niet nadat hem bij beslissing van de rechtbank Overijssel op 14 juli 2023 de hiervoor genoemde voorlopige maatregel was opgelegd. Verdachte heeft op verschillende momenten verklaard dat zijn honden alles voor hem zijn en dat hij het houden van honden niet los kan laten. Dat verdachte niet genegen was zich aan die maatregel te houden - en dat vervolgens ook veelvuldig niet heeft gedaan - blijkt onder meer uit een chatgesprek van 29 augustus 2023 tussen verdachte en een persoon genaamd ‘ [persoon] ’ waarin verdachte schrijft: “
maar heb nu al een verbod van half jaar maar ze kunnen de tering krijgen”.
Ter terechtzitting van 20 augustus 2024 heeft verdachte verklaard dat hij in de tenlastegelegde periode van 14 juli 2023 tot en met 2 oktober 2023 woonachtig was op het adres [adres 4] te Heerlen, dat hij zich nooit op dit adres heeft ingeschreven en dat hij ook niet op andere wijze aan de autoriteiten kenbaar heeft gemaakt dat hij op dit adres verbleef. Uit de inhoud van de bewijsmiddelen blijkt voorts dat verdachte zich in de periode dat hij in Heerlen woonachtig was, schuldig heeft gemaakt aan overtreding van de aan hem opgelegde maatregel door de rechtbank Overijssel van 14 juli 2023. De verhuizing naar Heerlen zonder dit te laten registreren, was volgens verdachtes eigen verklaring ter terechtzitting een manier om – ongezien door justitie – door te kunnen gaan met het houden van en handelen in honden.
Gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte in de tenlastegelegde periode de door de rechtbank Overijssel opgelegde maatregel van 14 juli 2023 ook heeft ontdoken door te verblijven op een voor de autoriteiten onbekend adres.
De conclusie.
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien met wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het ontduiken en overtreden van de aan hem bij beslissing van de rechtbank Overijssel op 14 juli 2023 opgelegde maatregel door in een periode van zes maanden tijd die maatregel meerdere malen bewust niet na te leven (zoals hiervoor omschreven) waarbij hij ook niet de intentie had om die maatregel na te (gaan) leven.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op tijdstippen in de periode van 14 juli 2023 tot en met 2 oktober 2023, in Nederland, nadat aan verdachte door de meervoudige economische raadkamer van de rechtbank Overijssel op 14 juli 2023, ingevolge artikel 29 van de Wet op de economische delicten, als voorlopige maatregel was bevolen dat:
  • verdachte zich voor de duur van zes maanden zal onthouden van het (opnieuw) aanvoeren van honden en/of puppy’s op het [adres 2] te Neerkant, dan wel op een ander (woon- en/of verblijf)adres, en
  • verdachte zich voor de duur van zes maanden zal onthouden van het houden van dieren, zowel bedrijfsmatig als particulier, voor zichzelf dan wel voor een ander,
meermalen opzettelijk heeft gehandeld in strijd met die voorlopige maatregel door:
-
op zijn, verdachtes, woon- en/of verblijfadres aan de [adres 3] te Heerlen honden en/of puppy’s van het ras Pomeriaan en Chow Chow en/of een kruising van het ras Pomeriaan en/of Chow Chow met een ander ras aan te voeren, en
-
op zijn, verdachtes, woon- en/of verblijfadres aan de [adres 3] te Heerlen en/of elders in Nederland dieren, te weten honden en/of puppy’s van het ras Pomeriaan en/of Chow Chow en/of een kruising van het ras Pomeriaan en/of Chow Chow met een ander ras, bedrijfsmatig en particulier, voor zichzelf en/of voor een ander te houden, immers heeft hij verdachte:
o
op 30 augustus 2023 een nest van 5 puppy’s van de kruising Jack Russel/Pomeriaan laten enten en chippen bij [dierenartsenpraktijk] , en
o
op 30 augustus 2023 pups van de kruising Jack Russel/Pomeriaan ten verkoop aangeboden op Marktplaats en
o
vervolgens op of omstreeks 29 september 2023, één pup van de kruising Jack Russel/Pomeriaan, [chipnummer 1] verkocht aan [koper 1] en
o
in de maand september 2023 één pup van de kruising Jack Russel/Pomeriaan, [chipnummer 2] verkocht aan [koper 2] en
dat hij die door de meervoudige economische raadkamer van de rechtbank Overijssel bevolen voorlopige maatregel heeft ontdoken, door te verblijven op een voor politie en justitie onbekend adres te weten aan de [adres 3] te Heerlen, ten gevolge waarvan het toezicht op de naleving van die voorlopige maatregel ernstig werd gefrustreerd dan wel onmogelijk werd gemaakt, terwijl hij van het plegen van voornoemd misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden met aftrek van voorarrest, dat de twee onder verdachte in beslag genomen telefoons verbeurd zullen worden verklaard en dat de uitspraak in deze zaak openbaar zal worden gemaakt. Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft bepleit verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van zes weken met aftrek van voorarrest en de onder verdachte in beslag genomen telefoons aan hem terug te geven.
Het oordeel van de rechtbank.
 algemeen
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
 de ernst van het bewezen verklaarde feit
Door te handelen zoals hiervoor bewezen is verklaard, heeft verdachte er blijk van gegeven zich niets gelegen te laten liggen aan de rechterlijke beslissing van de rechtbank Overijssel van 14 juli 2023 die mede werd ingegeven door het belang van dierenwelzijn. Verdachte heeft deze rechterlijke beslissing moedwillig genegeerd. De rechtbank merkt daarbij op dat er veel vooraf is gegaan aan het opleggen van de hiervoor genoemde maatregel en dat een dergelijke maatregel niet lichtzinnig wordt opgelegd. Niet in de laatste plaats omdat zo een maatregel ook ingrijpt in het leven van verdachte. Een dergelijke maatregel is in het geval van verdachte nodig gebleken om de spiraal waarin hij zichzelf had gebracht te doorbreken. Dat verdachte vervolgens geen enkele intentie heeft laten zien om zich aan de inhoud van de maatregel te houden, en dus aan een gerechtelijke beslissing, rekent de rechtbank verdachte dan ook zwaar aan.
 de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte
Weliswaar houdt de rechtbank ten gunste van verdachte rekening met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, gelet op de veroordeling die tegen verdachte is uitgesproken bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 2 oktober 2023, maar de rechtbank constateert ook dat de feiten waarop die veroordeling ziet, zijn gepleegd voordat verdachte het hiervoor bewezen verklaarde feit heeft gepleegd. Zoals hiervoor in het vonnis al is overwogen heeft verdachte er kennelijk een gewoonte van gemaakt bij het houden van dieren de daarop betrekking hebben regelgeving herhaaldelijk te overtreden. Bij het plegen van de bewezenverklaarde feiten heeft verdachte zijn eigen belang en zijn eigen behoeften en wensen laten prevaleren boven het belang van het dierenwelzijn in het algemeen en het welzijn van de door verdachte te houden honden in het bijzonder.
 de strafmodaliteit
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
Tevens zal de rechtbank bepalen dat dit vonnis openbaar wordt gemaakt. Hierbij weegt de rechtbank mee dat, gelet op aard en de ernst van het bewezenverklaarde en het gegeven dat verdachte kennelijk hardleers is in het naleven van hem opgelegde verboden honden te houden, te fokken en/of te verkopen, potentiële kopers moeten worden gewaarschuwd voor de handelwijze van verdachte. Ook wil de rechtbank in het kader van algemene preventie tot uitdrukking brengen dat het niet naleven van rechterlijke beslissingen serieuze gevolgen voor de overtreder heeft. De rechtbank wil dit bewerkstelligen door te bepalen dat dit vonnis openbaar zal worden gemaakt door middel van publicatie op www.rechtspraak.nl, waarbij de identificerende gegevens van verdachte niet zullen worden geanonimiseerd. De rechtbank schat de kosten van die openbaarmaking op nihil.
 de conclusie
Alle feiten en omstandigheden tegen elkaar afwegend, is de rechtbank van oordeel dat het passend en geboden is verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden - met aftrek van de tijd die verdachte met betrekking tot deze zaak al in voorlopige hechtenis heeft gezeten - en dat dit vonnis zal worden gepubliceerd op de website van de overheid www.rechtpsraak.nl.

Motivering van de beslissing over de inbeslaggenomen goederen.

De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de in het dictum nader te noemen voorwerpen nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de in beslag genomen goederen. Een verbeurdverklaring als bijkomende straf acht de rechtbank te verstrekkend en niet passend.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
27, 63 van het Wetboek van Strafrecht en
1, 2, 6, 7, 29 en 33 van de Wet op de economische delicten.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Het opzettelijk handelen of nalaten in strijd met een voorlopige maatregel en het ontduiken van zodanige voorlopige maatregel, terwijl hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen.
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
drie maanden
Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.

openbaarmaking van deze rechterlijke uitspraak.
Bepaalt dat dit vonnis, zodra dat onherroepelijk is geworden, door de officier van justitie ter publicatie zal worden aangeboden aan de redactie van www.rechtspraak.nl waarbij de identificerende gegevens van verdachte niet zullen worden geanonimiseerd. De rechtbank schat de kosten van deze publicatie op nihil.
Beslissing over de inbeslaggenomen voorwerpen.
 Gelast de
teruggave aan verdachtevan de onder hem in beslag genomen mobiele telefoons van het merk Samsung, modellen S9 en S22.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. L.J. Verborg, voorzitter,
mr. R. van den Munckhof en mr. S.J.H. van de Kant, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 3 september 2024.