In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, heeft de eiseres in het incident, aangeduid als de vrouw, verzocht om verstrekking van bepaalde documenten door de gedaagde partij, aangeduid als de man. De vrouw stelt dat zij niet in staat is om adequaat te reageren op het deskundigenbericht omdat zij niet beschikt over alle relevante stukken die de man aan de deskundige heeft verstrekt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet heeft aangetoond dat hij de gevraagde stukken al aan de deskundige en de advocate van de vrouw heeft overhandigd. De rechtbank oordeelt dat de man verplicht is om de gevraagde documenten aan de vrouw te verstrekken, aangezien deze documenten essentieel zijn voor een eerlijke procesvoering en het beginsel van hoor en wederhoor in acht moet worden genomen.
De rechtbank heeft de vordering van de vrouw toegewezen en de man bevolen om binnen veertien werkdagen na betekening van het vonnis de gevraagde stukken te verstrekken. Daarnaast is de man veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 250,00 per dag voor elke dag dat hij niet aan deze verplichting voldoet, tot een maximum van € 10.000,00. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De rechtbank heeft ook bepaald dat de zaak opnieuw op de rol zal komen voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van de vrouw op 28 augustus 2024.