Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte]
De tenlastelegging.
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
De formele voorvragen.
Bewijs
Ten aanzien van feit 1:
Voorwaardelijk opzet
Poging tot doodslag
Poging tot zware mishandeling
Ten aanzien van de feiten 2 en 3:
Ten aanzien van feit 4:
De bewezenverklaring.
zijnde hasjiesj en hennep telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De voorwaardelijke ontzegging is bedoeld om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Ten aanzien van feit 1:
poging tot zware mishandeling
Ten aanzien van feit 3:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 4:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen
- dat veroordeelde zich tijdens de proeftijd zal houden aan de aanwijzingen die de Reclassering Nederland hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde. Daartoe dient veroordeelde zich tijdens de proeftijd bij de Reclassering Nederland te blijven melden, zolang en zo frequent als deze instelling nodig acht.
- dat veroordeelde actief zal deelnemen aan de gedragsinterventie cognitieve vaardigheden (CoVa) of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider.