ECLI:NL:RBOBR:2024:3568

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
2 augustus 2024
Zaaknummer
01-284607-23
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor grooming en het verleiden van minderjarigen tot ontuchtige handelingen

Op 5 augustus 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een 33-jarige man uit 's-Hertogenbosch veroordeeld voor grooming van een 14-jarig meisje en het verleiden van een 13-jarig meisje. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn licht verstandelijke beperking en ernstige alcoholstoornis, verminderd toerekeningsvatbaar was. De officier van justitie had terbeschikkingstelling met dwangverpleging geëist, maar de rechtbank besloot in plaats daarvan een celstraf van 18 maanden op te leggen, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar. De man moet zich ook laten behandelen voor zijn problematiek. De zaak kwam aan het licht na aangiften van de ouders van de slachtoffers, die de verdachte betrapten op het maken van ongepaste voorstellen via Marktplaats en WhatsApp. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorstellen van ontuchtige handelingen aan minderjarigen, waarbij hij hen verleidde met de belofte van een gratis paard. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op aan de voorwaardelijke straf, waaronder deelname aan een klinische behandeling voor zijn alcoholverslaving en seksueel grensoverschrijdend gedrag. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het recidivegevaar van de verdachte, die eerder al was veroordeeld voor soortgelijke delicten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie ‘s-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.284607.23
Parketnummer vordering: 02.165459.21
Datum uitspraak: 5 augustus 2024
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [1991] ,
thans gedetineerd te: PI Vught, Vosseveld 2 HvB Regulier.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 9 februari 2024, 26 april 2024 en 22 juli 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte/veroordeelde naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 8 januari 2024 .
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 9 februari 2024 is gewijzigd, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
T.a.v. feit 1 primair:
hij in of omstreeks de periode van 24 oktober 2023 tot en met 28 oktober2023 te ’s-Hertogenbosch en/of Oisterwijk, in elk geval in Nederland,om door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmakingvan een communicatiedienst aan een persoon, te weten [slachtoffer 1](geboren op [2009] ) van wie hij weet of redelijkerwijs moetvermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikten/of aan een persoon die zich voordeed als een persoon die de leeftijdvan zestien jaar nog niet had bereikt, te weten de vader van [slachtoffer 1], zich voordoende als de veertienjarige [slachtoffer 1] ,een ontmoeting heeft voorgesteldmet het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die deleeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen en/of eenafbeelding van een seksuele gedraging waarbij een persoon die deleeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt is betrokken tevervaardigen,terwijl hij, verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot hetverwezenlijken van die ontmoeting, bestaande eruit dat hij, verdachte,zich op 28 oktober naar de in het berichtenverkeer afgesprokenontmoetingsplaats heeft begeven;( art 248e Wetboek van Strafrecht )
T.a.v. feit 1 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 24 oktober 2023 tot en met 28 oktober2023 te ’s-Hertogenbosch en/of Oisterwijk, in elk geval in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijfom door middel van een geautomatiseerd werk en/of metgebruikmaking van een communicatiedienst, aan een persoon, te weten[slachtoffer 1] (geboren op [2009] ), van wie hij weet ofredelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nogniet had bereikt en/of aan een persoon die zich voordoet als een persoondie de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, te weten de vadervan [slachtoffer 1] , zich voordoende als de veertienjarige [slachtoffer 1] ,een ontmoeting voor te stellenmet het oogmerk ontuchtige handelingen met een persoon die deleeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt te plegen en/of eenafbeelding van een seksuele gedraging waarbij een persoon die deleeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt is betrokken tevervaardigen,en daarbij enige handeling te ondernemen tot het verwezenlijken vandie ontmoeting, bestaande eruit dat hij, verdachte,via de internetsite marktplaats.nl contact heeft gelegd en onderhoudenmet die [slachtoffer 1] en/ofvia Whatsapp seksueel getinte berichten naar die [slachtoffer 1] heeftgestuurd en/ofdie [slachtoffer 1] heeft gevraagd naaktfoto’s van zichzelf te maken en/ofnaar hem, verdachte, te sturen en/ofdie [slachtoffer 1] heeft voorgesteld om op een afgelegen pleknaaktfoto’s/video’s van haar te maken en/ofdie [slachtoffer 1] heeft voorgesteld op 28 oktober 2023 in Oisterwijk af tespreken en/ofdie [slachtoffer 1] een routebeschrijving heeft gestuurd en/ofzich op 28 oktober naar de in het berichtenverkeer afgesprokenontmoetingsplaats heeft begeven,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;( art 248e Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
T.a.v. feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 19 oktober 2023 tot en met 24 oktober2023 in ’s-Hertogenbosch en/of Pannerden, in elk geval in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijfom door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uitfeitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding,[slachtoffer 2] , geboren op [2010] , die de leeftijd van achttienjaren nog niet had bereikt en/of aan een persoon die zich voordeed alseen persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, teweten de moeder van [slachtoffer 2] , zich voordoende als de twaalfjarige[slachtoffer 2] ,opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen en/of vanhem/haar, verdachte, te dulden,via de internetsite marktplaats.nl heeft gereageerd op een advertentie“Verzorg shets/pony’s gezocht” van [slachtoffer 2] , althans contact heeftgelegd met die [slachtoffer 2] en/of via internetsite marktplaats.nl en/ofWhatsApp berichten naar [slachtoffer 2] en/of haar moeder heeft gestuurden/of in die berichten heeft vermeld- dat hij iemand zoekt die het paard voor niks van hem wil overnemenen/of- dat de stallingskosten, dierenartskosten en hoefsmidkosten voor zijnrekening blijven en/of- dat hij kan zorgen het paard bij haar in de buurt komt en/of- dat zij alleen maar 15 foto’s en 1 filmpje van zichzelf hoeft te makenhoe hij het vraagt en/of- dat hij naaktfoto’s wil waarop hij alles goed kan zien met de benen zowijd mogelijk en/of- dat hij naaktfoto’s wil waarop verschillende voorwerpen in haar kontzitten,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.( art 248a Wetboek van Strafrecht )

De vordering na voorwaardelijke veroordeling.

De zaak met parketnummer 02.165459.21 is aangebracht bij vordering van 8 februari 2024. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Zeeland – West-Brabant van 7 oktober 2022.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder feit 1 primair en het onder feit 2 ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging.
Verdachte heeft de feiten erkend. Ten aanzien van feit 1 stelt hij wel dat hij op het moment dat hij naar het station fietste niet de bedoeling had daadwerkelijk naaktfoto’s te gaan maken. De verdediging refereert zich wat betreft de bewezenverklaring van de feiten aan het oordeel van de rechtbank. De raadsman van verdachte heeft geen bewijsverweer gevoerd in de vorm van een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt.
Het oordeel van de rechtbank. [1]
De rechtbank baseert haar oordeel op de navolgende bewijsmiddelen.

Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 22 juli 2024, voor zover relevant:
Het klopt dat ik op de advertenties van zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] heb gereageerd door een berichtje te sturen via Marktplaats en later via WhatsApp contact heb gehouden. Ik had na het eerste contact wel in de gaten dat zij minderjarig waren. Ik wilde foto’s zonder kleren in verschillende poses en heb daar om gevraagd in ruil voor een gratis paard. Met [slachtoffer 1] had ik afgesproken op het station in Oisterwijk. Ik ben daar op de fiets naartoe gegaan en werd toen aangehouden.

Verklaring van aangever [vader] namens [slachtoffer 1] d.d. 29 oktober 2023, p. 73-78 (exclusief bijlagen), voor zover relevant:
lk doe aangifte namens [slachtoffer 1] , geboren op [2009] te [geboorteplaats 2] van grooming. Gepleegd tussen 24 oktober 2023 en 28 oktober 2023 te Oisterwijk.
Mijn dochter heeft op Marktplaats een advertentie geplaatst waarin zij duidelijk zegt dat zij 14 jaar is en op zoek is naar een verzorgpony. Toen is daar afgelopen dinsdag een reactie op gekomen van iemand die zegt dat hij een paard heeft en die hij haar graag cadeau zou willen doen. Daarna vraagt hij of mijn dochter hem kan appen en geeft daarbij zijn telefoonnummer. Hij heeft toen een foto van het paard gestuurd en gezegd dat het paard [naam paard] zou heten. Het enige wat mijn dochter hoefde te doen van hem om het paard te kunnen krijgen, was 15 foto’s en 1 filmpje sturen hoe hij het vroeg. Op dat moment heb ik een oude telefoon met een oude simkaart weer operationeel gemaakt en het nummer van die simkaart gestuurd. Dat nummer hebben we via Marktplaats aan hem gegeven. Op het moment dat wij het nummer naar hem toestuurden, zocht hij direct contact. Al het contact wat via WhatsApp is gegaan, is door mij gedaan.
Die kerel is met mij gaan appen en gedurende die week wilde hij naaktfoto’s zien. Ik moest naakt rondlopen als een hondje en dergelijke.
Dus als ik het goed begrijp zijn deze chats verspreid over een aantal dagen?
- Ja dat is op dinsdagavond, woensdag, donderdag en vrijdag geweest.
Hoe noemde deze persoon zichzelf?
- [alias van verdachte] .
Op welke wijze was er toen contact? (telefonisch, Whatsapp, mail enz.)
- Whatsapp.
Op welk moment wordt er een ontmoeting voorgesteld tussen [verdachte] en [slachtoffer 1] ?
- Dat wordt al op dinsdag of woensdag besproken. Op donderdag stuurt hij eigenlijk al
een uitnodiging en de rest komt eigenlijk pas zaterdag.
Van wie kwam het initiatief om af te spreken?
- Hij.
- Hij vraagt om een beeldbelafspraak in te plannen, dit vraagt hij op zaterdag. De
andere dagen vraagt hij alleen naar naaktfoto’s en een filmpje. Hij geeft ook aan wat
er op de foto’s en filmpjes moet staan. En dat hij wel zou helpen hoe de foto’s
moeten zijn per foto.
Hoe ging het toen verder?
- Ik heb toen gevraagd hoe die foto’s moesten zijn. Zaterdag heb ik de wijkagent van
Den Bosch gebeld met de vraag wat ik moest doen omdat hij aangaf af te willen spreken
en foto’s te willen maken.

Een geschrift, zijnde een chatgesprek via Marktplaats en via Whatsapp naar aanleiding van een advertentie van [slachtoffer 1] met de titel “verzorgpaard gezocht”, gevoegd als bijlage 1 en 2 bij de aangifte van [vader] , namens [slachtoffer 1] d.d. 29 oktober 2023, p. 79-127, voor zover relevant:
[alias van verdachte] :
“Maar ik kan ook als je naar Den Bosch komt de foto’s van jou maken eventueel?”
“Dan ga je gewoon in het echt helemaal in je blote kutje liggen en maak ik allerlei foto’s ervan. En dan erna gaan we naar [naam paard] toe”
“Maar je komt wel dan Naar Oisterwijk, kan dat Dan maak ik die foto’s van je vlakbij de manege, kunnen we erna meteen daarheen gaan, naar [naam paard] ”
“Is heel makkelijk, vanuit Tilburg stoptrein nemen. Naar Eindhoven via Oisterwijk.”
“Als je naar Oisterwijk komt en de foto’s zijn klaar, rijden we meteen daarheen. Dat is namelijk dichterbij [naam paard] , Oisterwijk. Is handiger.”
“Moet je wel eerst naar Oisterwijk komen vanavond. En dan ergens met me die foto’s maken.”
“Is niet moeilijk. [geboorteplaats 2] naar Tilburg uitstappen. En dan sprinter Eindhoven via Oisterwijk, spoor 1 dacht ik. Is 5 minuten vanaf Tilburg.”
“En we gaan dan op een afgelegen plek die naaktfoto’s en filmpje maken.”
“Ik moet nog die kant op komen, dus je moet wel een kwartier van tevoren bellen. Ga je dan naakt en dan erna naar [naam paard] ?
“Bel me als je er dan bijna bent.”
“Ik haal je op.”

Verklaring van aangeefster [moeder] namens [slachtoffer 2] d.d. 7 november 2023, p. 215-244 (inclusief bijlagen), voor zover relevant:
Ik doe namens mijn minderjarige dochter [slachtoffer 2] , geboren op [2010] , aangifte van poging tot seksueel misbruik van een kind, gepleegd op 24 oktober 2023 te Pannerden, gemeente Zevenaar. Zij is 12 jaar. In de advertentie had ze gezegd dat ze 13 jaar was.
V: Hoe is het contact gelegd?
A: Via Marktplaats.
V: Je noemt Marktplaats, wat is haar naam op Marktplaats?
A: [accountnaam]
V: Wat voor advertentie had zij geplaatst op Marktplaats en wist jij daarvan?
A: Ik wist dat ze een advertentie zou plaatsen. Ze had foto’s van haarzelf op een
paard, een foto van een Shetlander en een foto van een pony geplaatst. Daarbij had ze
de tekst geplaatst dat ze op zoek was naar een verzorgpaard of pony voor twee à drie
keer in de week. Dat een Shetlander ook goed was.
V: Wanneer komt de reactie binnen waarvoor we nu hier zitten?
A: Dat was op een dinsdag. Ik heb op dezelfde dag ook melding gemaakt bij de politie.
Dat was 24 oktober 2023. Dat was net voordat [slachtoffer 2] naar school moest gaan. [slachtoffer 2] kwam
naar mij toe: “Mam, ik heb een reactie op mijn advertentie”. Hij stuurde op 19 oktober 2023 een soort automatische reactie: ‘ik heb een vraag over’. Ik zei: “vraag maar wat hij te vragen heeft”
V: Wat typte [slachtoffer 2] toen?
A: “Hallo, wat is uw vraag?”.
Hij reageerde met: “jij zocht een verzorgpaard? Ik wil je de mijne aanbieden”. Ik vond dat heel raar klinken. Ik zei tegen [slachtoffer 2] : “vraag maar om meer informatie, zoals waar het is en zo”. Hij zei: “ik heb een foto en ik zoek iemand die mijn paard voor niks van me wil overnemen”. [slachtoffer 2] was heel blij, maar ik dacht: “dit klopt niet”. Hij stuurde een foto van een paard in een stal. Op de staldeur stond de naam ‘ [naam paard] ’. Hij noemde die naam ook. Ik zei tegen [slachtoffer 2] : “stuur maar een bericht: u wilt uw paard verkopen voor niks?”, waarop hij reageerde met: “niet verkopen, cadeau doen”. Hij zei: “de stallingkosten, hoefsmidkosten en dierenartskosten blijven voor mijn rekening”. En hij zei: “ik kan zorgen dat het paard bij jou in de buurt komt te staan”. Daarna vroeg hij aan [slachtoffer 2] of ze een appje kon sturen. Ik zei tegen [slachtoffer 2] : “ga nu eerst maar vragen waar het paard staat”. Hij stuurde toen: “in Haghorst op de manege”. Ik heb gegoogeld en ik zag dat er in Haghorst geen manege was. Hij stuurde: “zou je willen dat hij van jou wordt? [naam paard] heet ze btw en is net twee jaar geworden". Daarna kreeg [slachtoffer 2] ineens een 06-nummer. Het betrof [telefoonnummer 1] . Hij schreef daarbij: “als je wilt, stuur me maar een app”. Ik heb het toen van [slachtoffer 2] overgenomen.
V: Wisten jullie toen al hoe de persoon heet?
A; Nee. Maar ik vond het raar om dat toen nog te vragen. Op Marktplaats stond wel de
naam, [alias van verdachte] .
V: Hoe gaat het dan verder?
A: Ik heb met mijn telefoon naar de persoon geappt. Mijn nummer is [telefoonnummer 2] . Ik
deed dit omdat ik wilde weten wat hieruit voort zou komen. Ik heb mijn profielfoto
veranderd naar een paard. Mijn WhatsApp naam heb ik veranderd naar [slachtoffer 2] . Vanaf dit
moment hebben we alleen nog contact via WhatsApp. Daarvoor was het via Marktplaats.
Ik stuurde hem alleen maar: “hoi [slachtoffer 2] hier”. Ik stuurde dit op dinsdag 24 oktober 2023 om 10.32 uur. Op 10.33 uur reageerde de persoon met: “hoi hoi. Je hebt wel interesse dan om [naam paard] cadeau te krijgen”. Ik reageerde met: “vind het wel gek dat u een paard aan een vreemde cadeau geeft”. Hierop reageerde de persoon met: “ja, want ik heb er geen tijd voor. En om er geld voor te vragen is ook zoiets. Je hoeft er maar een klein ding voor te doen”.
Waarop ik reageerde met: “en alle kosten blijven ook voor u?”, waarop hij reageerde
met: “ja, zeker. Zoals de stallingkosten, dierenartskosten en de hoefsmid etc.” Hierna ging het gesprek nog even door over het paard. Om 10.51 uur herhaalt hij zijn zin: “je hoeft er maar een klein ding voor te doen”. Ik vraag dan: “En dat is?” Zijn antwoord was toen: “Je hoeft alleen maar 15 foto’s en 1 filmpje van jezelf te maken hoe ik vraag. En erna spreken we dag af dat ze komt. En waar ze dan heen moet etc. En dat alles.” Om 10.55 uur schreef hij: “zijn wel foto’s dat je niks aan hebt he, maar geen zorgen de foto’s blijven natuurlijk privé”. Ik vraag dan vervolgens: “Hoe weet ik dan zeker dat ik [naam paard] vervolgens krijg. Dat je geen oplichter bent”. Hij antwoordde onder andere met: “Nou, dat is echt heel triest als ik je zou oplichten. Als je die foto’s maakt en dat filmpje hoe ik vraag is echt van jou.
Vertrouw me”. Mijn reactie hierop was om 10.58 uur: “Denk dat je zelf erg ziek in je hoofd bent dat je een 13-jarige om speciale foto’s en filmpje vraagt! Adios!” De persoon blijf nog steeds aandringen en zegt dat hij zelf ook niet oud is. Over een maand zou hij 18 jaar worden. Daarna ging het gesprek weer over zijn baan. Hij zou meer dan 5000 per maand
verdienen bij de [bedrijf] . De persoon heeft ook nog een foto gestuurd van zijn nieuwe
fatbike. Ik kreeg een foto van een blauwe fatbike. Ik heb aan de persoon gevraagd: “Wat voor naaktfoto’s wil je dan?” Hij antwoordde: “Ja, dat zeg ik per foto vooraf hoe je moet maken en wil alles kunnen doen. Zien. Met je benen zo wijd mogelijk etc.” Hierop reageer ik met: “Oké, ik denk er even over”. Iets later vroeg hij om normale foto’s en daarbij vermeldde hij: “die tellen niet mee, maar dan weet ik hoe je eruit ziet. En als je de naaktfotos maakt, wil ik alles goed kunnen zien, je benen zo wijd mogelijk. Bij alle foto’s je hoofd erop ook. Kan je dan alvast wat normale foto’s sturen?” Hij bleef maar aandringen, hij zei ook dat hij nog een ander meisje had voor het paard, maar [slachtoffer 2] kreeg voorrang. Hij schreef vervolgens: “Je moet dan gewoon naakt met je benen zo wijd mogelijk gaan liggen zodat ik alles goed zie en paar foto’s dat je wat verschillende voorwerpen in je kont hebt zitten etc. Maar leg per foto uit hoe die gemaakt moet worden. Denk er maar over na, houd ik haar tot die tijd vast”. Ik heb vervolgens benadrukt dat ik 13 jaar was. Hij bleef maar pushen. Hij gaf diverse keren aan dat ik hem kon vertrouwen. Het gesprek begon ongeveer om 10.00 uur op Markplaats en op 16.53 uur heb ik hem geblokkeerd. Toen ik hem had geblokkeerd, ging hij direct over op SMS. Hij probeerde contact te krijgen, maar ik heb niet meer gereageerd. Hij schreef dat hij al een trailer had geregeld voor zondag.
Nadere bewijsoverweging ten overvloede.
Voor zover de verdediging heeft willen aanvoeren dat het oogmerk van verdachte op het maken van kinderpornografisch afbeeldingen van [slachtoffer 1] ontbrak, vindt dit verweer haar weerlegging in de bewijsmiddelen. Uit de gevoerde chatgesprekken via Marktplaats en Whatsapp blijkt immers dat verdachte een ontmoeting voorstelt en meermalen aandringt op het maken van naaktfoto’s waarbij hij zal bepalen hoe er moet worden geposeerd. Verdachte is ook daadwerkelijk aangehouden in de omgeving van station Oisterwijk toen hij in veronderstelling was dat [slachtoffer 1] in de trein naar Oisterwijk zat en hij haar zou ophalen op spoor 1.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
T.a.v. feit 1:
(primair)
in de periode van 24 oktober 2023 tot en met 28 oktober 2023 in Nederland, om door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [2009] ) van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt en aan een persoon die zich voordeed als een persoon die de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, te weten de vader van [slachtoffer 1] , zich voordoende als de veertienjarige [slachtoffer 1] , een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt is betrokken te vervaardigen, terwijl hij, verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, bestaande eruit dat hij, verdachte, zich op 28 oktober naar de in het berichtenverkeer afgesproken ontmoetingsplaats heeft begeven;
T.a.v. feit 2:
in de periode van 19 oktober 2023 tot en met 24 oktober 2023 in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door giften en/of beloften van een goed en/of misleiding, [slachtoffer 2] , geboren op [2010] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt en/of aan een persoon die zich voordeed als een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten de moeder van [slachtoffer 2] , zich voordoende als de twaalfjarige [slachtoffer 2] , opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen, via de internetsite marktplaats.nl heeft gereageerd op een advertentie “Verzorg shets/pony’s gezocht” van [slachtoffer 2] en via internetsite marktplaats.nl en WhatsApp berichten naar [slachtoffer 2] en/of haar moeder heeft gestuurd en in die berichten heeft vermeld
- dat hij iemand zoekt die het paard voor niks van hem wil overnemen en
- dat de stallingskosten, dierenartskosten en hoefsmidkosten voor zijn rekening blijven en
- dat hij kan zorgen het paard bij haar in de buurt komt en
- dat zij alleen maar 15 foto’s en 1 filmpje van zichzelf hoeft te maken hoe hij het vraagt en
- dat hij naaktfoto’s wil waarop hij alles goed kan zien met de benen zo wijd mogelijk en
- dat hij naaktfoto’s wil waarop verschillende voorwerpen in haar kont zitten,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van tien (10) maanden met aftrek van voorarrest en aan hem de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege en de gedragsbeïnvloedende- en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) op te leggen.
Mocht de rechtbank overwegen een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, heeft hij verzocht de te stellen voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Daarnaast is gevorderd de tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk aan verdachte opgelegde 16 weken gevangenisstraf.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte heeft verzocht de eventuele behandeling van verdachte zo snel mogelijk te laten starten en aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen die niet veel langer is dan de tien maanden zoals gevorderd door de officier van justitie. Mocht de rechtbank oplegging van de maatregel tot terbeschikkingstelling overwegen, ziet verdachte, vanwege de bereidheid zich aan voorwaarden te houden, de variant met voorwaarden als de beste. Hij vreest voor een terbeschikkingstelling met dwang vanwege het (ongemaximeerde en) uitzichtloze karakter daarvan. Daarbij kan oplegging van de maatregel, gelet op de beperkte zwaarte van de (zeden)feiten, als disproportioneel worden gezien.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan grooming en verleiding van een minderjarige om naaktfoto’s en een -video van zichzelf te maken in ruil voor een paard. Verdachte heeft gereageerd op twee Marktplaatsadvertenties waaruit bleek dat een 14-jarig en een 13-jarig meisje een verzorgpaard zochten. Met het 14-jarige meisje, [slachtoffer 1] , heeft hij ook daadwerkelijk afgesproken en voorgesteld om op een afgelegen plek de foto’s en de video van haar te maken. In beide gevallen hebben de ouders ingegrepen, het gesprek overgenomen en een melding gemaakt bij de politie waardoor verdachte is opgepakt. Verdachte wijt zijn handelen aan (excessief) alcoholgebruik en stelt geen interesse te hebben in minderjarigen.
Verdachte liep nota bene in een proeftijd en was dus een gewaarschuwd man: hij werd een jaar eerder veroordeeld voor soortgelijke zedenfeiten waarbij er eveneens sprake was van de verleiding van een minderjarige om ontuchtige handelingen te plegen in ruil voor geld of een goed, maar ook van het daadwerkelijk vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen. Verdachte is destijds veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van 18 weken, waarvan 16 weken voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar. Om die reden ligt er ter beoordeling van de rechtbank ook een vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling voor.
Over verdachte is een NIFP-dubbelrapportage uitgebracht. Door psychiater drs. A. Banei Kashani en psycholoog S. Labrijn is op 22 april 2024 gerapporteerd.
Door de rapporteurs wordt beschreven dat verdachte ertoe neigt zich sociaal wenselijk op te stellen en probleemgebieden te ontkennen waardoor er weinig zicht is gekregen op de seksualiteitsbeleving van verdachte. Uit het onderzoek is gebleken dat verdachte cognitief functioneert op het niveau van een licht verstandelijke beperking en dat er sprake is van een ernstige, langdurige stoornis in het gebruik van alcohol. Mede vanwege de langdurige en forse alcoholproblemen, is er onvoldoende zicht gekregen op de persoonlijkheidsontwikkeling van verdachte. Verdachte schrijft zijn seksueel delictgedrag uitsluitend toe aan zijn problematisch alcoholgebruik. De alcohol leidt tot ontremming waardoor hij niet meer weet wat hij doet. Hij kan niet verklaren wat maakt dat hij dan komt tot zedendelicten. Dat er aan het delictgedrag geen seksuele motivatie ten grondslag ligt, achten de rapporteurs onwaarschijnlijk. Duidelijk is geworden dat er sprake is van een patroon.
Geadviseerd wordt de feiten in verminderde mate toe te rekenen omdat de stoornissen niet van dien aard zijn dat aannemelijk is dat verdachte hierdoor in een psychische conditie komt waarbij het sturings- en/of waarnemingsvermogen volledig, dan wel in zeer hoge mate zou(den) zijn aangetast. Verdachte geeft aan bereid te zijn mee te werken aan behandeling gericht op de alcoholverslaving, al geeft hij ook aan geen klinische behandeling te willen. Verdachte heeft geen zicht op wat heeft geleid tot zijn delictgedrag en heeft geen idee wat hij kan doen om delictgedrag in de toekomst te voorkomen. Het recidivegevaar wordt daarom ingeschat als hoog. Om het recidivegevaar te beperken, is het krijgen van een langdurige klinische behandeling geïndiceerd. Tijdens deze behandeling zal verdachte abstinent moeten blijven van alcohol zodat er goed zicht gekregen wordt op zijn functioneren zonder alcohol, maar ook zodat er intensieve behandeldruk uitgeoefend kan worden. De behandeling zal zich moeten richten op de preventie van seksuele delicten en op de verslavingsproblematiek.
De rapporteurs adviseren de benodigde klinische behandeling te doen plaatsvinden binnen het kader van een terbeschikkingstelling met dwangverpleging, indien althans de feiten een dergelijke ingrijpende maatregel rechtvaardigen.
Naar aanleiding van bovengenoemd gedragskundig rapport, heeft de reclassering op 24 april 2024 een advies uitgebracht.. Door de reclassering wordt beschreven dat verdachte beperkt verantwoordelijkheid neemt voor hetgeen hem ten laste wordt gelegd doordat hij claimt niets meer te weten van de ten laste gelegde feiten, voortkomend uit alcoholgebruik. Gezien de eerdere veroordeling van verdachte voor soortgelijke feiten, is er sprake van een delict- en gedragspatroon. Tijdens het lopende toezicht, was er sprake van onvoldoende openheid van zaken, kwam verdachte zijn afspraken niet na en is zijn alcoholgebruik een groter probleem gebleken dan eerder was ingeschat. Vanwege signalen van hernieuwd seksueel grensoverschrijdend gedrag, is ingezet op nieuw onderzoek naar de persoonlijkheid van verdachte door Stevig, gespecialiseerd in zeden- en lvb-problematiek. Voordat dit onderzoek kon worden afgerond, werd verdachte opnieuw opgepakt. Ten tijde van het opstellen van het huidige advies, heeft de reclassering gesproken met een man met een externaliserende en bagatelliserende houding die geen volledige openheid van zaken biedt. Essentiële informatie wordt door hem, al dan niet bewust, weggelaten. Er is sprake van gering probleembesef. Alle problemen zijn naar mening van verdachte te verklaren vanuit zijn alcoholproblematiek. De reclassering komt, net zoals de gedragsdeskundigen, tot de conclusie dat er sprake is van een hoog recidiverisico. De noodzaak voor een (klinische) behandeling wordt gezien. Gezien de geringe responsiviteit en interne motivatie van verdachte wordt negatief geadviseerd over de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden. Er worden geen mogelijkheden gezien om met voorwaarden de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen.
De gediagnosticeerde problematiek is chronisch van aard en de licht verstandelijke beperking zal altijd blijven bestaan. Gezien het hoog ingeschatte risico op recidive, de aard van de problematiek en de aard en duur van het delictgedrag, wordt bij een veroordeling tot terbeschikkingstelling of een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf geadviseerd een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
De rechtbank is van oordeel dat het duidelijk is dat verdachte een klinische behandeling nodig heeft. De vraag is in welk kader die behandeling dient plaats te vinden.
In dat verband geldt dat de maatregel van terbeschikkingstelling slechts opgelegd kan worden voor misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld. Dit is slechts het geval ten aanzien van het tweede feit, de poging om de minderjarige [slachtoffer 2] te bewegen tot het plegen van ontuchtige handelingen.
Daarbij is van belang dat het geen hands on-delict betreft, verdachte hiervoor ook niet eerder is veroordeeld en het tweede feit waarvoor verdachte thans wordt veroordeeld evenmin een hands-on-delict betreft.
De rechtbank acht het opleggen van een dergelijke ingrijpende maatregel, een ongemaximeerde terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor feit 2 niet in verhouding met de aard en de ernst van dit feit. Dit geldt ook voor het opleggen van een terbeschikkingstelling met voorwaarden, nu gelet op de bevindingen van de deskundigen, de kans dat verdachte vervolgens binnen afzienbare tijd alsnog in een (ongemaximeerde) terbeschikkingstelling met dwangverpleging belandt, groot is. De rechtbank zal om die reden niet overgaan tot de oplegging van een terbeschikkingstelling met dwangverpleging en/of met voorwaarden.
Dit betekent dat de noodzakelijke klinische behandeling plaats zal dienen te vinden in het kader van aan een voorwaardelijk strafdeel te verbinden bijzondere voorwaarden.
Verdachte heeft zich tijdens de zitting bereid verklaard om die klinische behandeling te ondergaan. Ook heeft hij zich bereid verklaard om zich te houden aan alle voorwaarden die aan een eventuele (deels) voorwaardelijke veroordeling worden verbonden.
De rechtbank zal de noodzakelijke behandeling dan ook opleggen als bijzondere voorwaarde bij een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met een lange proeftijd.
Verdachte zal nog nader moeten worden onderzocht en gediagnosticeerd om te bepalen welke behandeling het meest passend is. Indien verdachte zich niet aan de op te leggen voorwaarden houdt zal, met het uitzitten van de voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf de behandeling vervallen. Daarom zal zij aan verdachte, om er zeker van te zijn dat verdachte gedurende langere tijd kan worden behandeld, de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoel in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht opleggen. Aan de formele voorwaarden voor oplegging daarvan wordt voldaan.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen en gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer (minderjarige) personen. Gelet op de recidive tijdens een proeftijd en een lopend toezicht, het beperkte probleembesef, de geringe openheid van zaken en het beperkte zelfsturende vermogen, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de hierna op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
De rechtbank zal aan verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van achttien (18) maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar. Als bijzondere voorwaarden geldt dat verdachte meewerkt aan een (klinische) behandeling voor zijn verslavingsproblematiek/alcoholverslaving en ter preventie van seksuele delicten/seksueel overschrijdend gedrag, waaronder ook wordt verstaan het meewerken aan nadere diagnostiek en aanvullende/opvolgende (ambulante) behandeling indien geïndiceerd, het meewerken aan middelencontrole, meewerken aan controle van social media, opname in een begeleid/beschermd woonvorm, een meldplicht bij de reclassering en het opvolgen van de aanwijzingen van de reclassering in dat kader.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .

Namens de benadeelde partij [slachtoffer 2] , wettelijk vertegenwoordigd door [moeder] , is door mr. N.D. Geraads een vordering tot vergoeding van immaterieel geleden schade, bestaande uit psychische schade, ter hoogte van € 750,- ingediend.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht de vordering die namens de benadeelde partij is ingediend redelijk en onderbouwd en voor toewijzing gereed.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank wat betreft de toewijzing van de vordering en de hoogte daarvan.
Beoordeling.
De rechtbank is van oordeel dat voldoende concrete gegevens waaruit volgt dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan, ontbreken. Evenmin brengt aard en ernst van de normschending in dit geval met zich dat nadelige gevolgen daarvan zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank zal de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.

Beslag.

De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen, onder verdachte, in beslag genomen telefoon vatbaar is voor verbeurdverklaring, omdat – zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit een voorwerp is met betrekking tot welke de feiten zijn begaan en dit voorwerp ten tijde van het begaan van de feiten aan verdachte toebehoorde.

Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 02.165459.21.

De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging in de weg staan zijn niet aanwezig. De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen: 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 38z, 45, 57, 248a (oud) en 248e (oud) van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
Ten aanzien van feit 1 primair:
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een
communicatiedienst een persoon van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen met het oogmerk een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij die persoon is betrokken, te vervaardigen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting.
Ten aanzien van feit 2:
poging tot het door giften of beloften van geld of goed en misleiding, een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen.
-verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
- legt op de volgende (bijkomende) straf en maatregel.
Ten aanzien van feit 1 primair, feit 2:
 een gevangenisstraf voor de duur van
18 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan
8 maanden voorwaardelijken een
proeftijd van 5 jaren.
- stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
- stelt als bijzondere voorwaarden:
 dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal melden bij Reclassering Nederland, Eekbrouwersweg 6 5233 VG ‘s-Hertogenbosch, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht. Veroordeelde werkt mee aan het toezicht en de begeleiding door de reclassering en zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in door de reclassering worden gegeven. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
 dat veroordeelde meewerkt aan een klinische behandeling voor zijn alcoholproblematiek en seksueel grensoverschrijdend gedrag, ook als dat inhoudt meewerken aan nader diagnostisch onderzoek bij een forensische instelling. Veroordeelde volgt het eventuele (opvolgend/aanvullend) geïndiceerde (ambulante) traject op (en laat zich behandelen), gericht op het voorkomen van seksuele delicten, te bepalen door de reclassering. Tijdens het behandeltraject houdt veroordeelde zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de (complexe) problematiek van veroordeelde kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstantie/-verlener dat nodig vindt.
 dat veroordeelde gedurende de proeftijd zal meewerken aan middelencontrole (alcohol en/of drugs). De reclassering bepaalt de frequentie van en de wijze waarop (bloedonderzoek en/of urineonderzoek) deze controle wordt uitgevoerd.
 dat veroordeelde meewerkt aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarmee het internet kan worden benaderd. Veroordeelde verstrekt op eerste verzoek de wachtwoorden en toegangscodes die nodig zijn voor deze controle. De controle is gericht op de vraag of veroordeelde zich niet schuldig maakt aan zedenfeiten.
 dat veroordeelde gedurende de proeftijd zal verblijven in een instelling voor begeleid/beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, beveelt de rechter, gelet op artikel 14e Wetboek van Strafrecht dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Ten aanzien van feit 1 primair, feit 2:
 de
gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelals bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van feit 2:
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] :
-verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
-bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling:
- beveelt de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Zeeland - West-Brabant van 7 oktober 2022, gewezen onder parketnummer 02-165459-21, te weten:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
16 weken.

verklaart verbeurdhet in beslag genomen goed, te weten:
- 1 GSM (merk: Redmi, kleur: blauw, beslagcode: G2130316)
- heft op het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan de duur van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H.M. Hettinga, voorzitter,
mr. J.H.L.M. Snijders en mr. L.J. Verborg, leden,
in tegenwoordigheid van mr. N.J.S. Doornbosch, griffier,
en is uitgesproken op 5 augustus 2024.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie Eenheid Oost-Brabant, Dienst Regionale Recherche, proces-verbaalnummer PL2100-2023237957 en PL0600-2023493476 (onderzoek OBRBC23189, “Draak”).