Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
FedEx Express Netherlands B.V.,
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
- U bent sinds 22 januari jl. zonder enige toelichting en deugdelijke grond, en dus ongeoorloofd, afwezig;
- U bent sinds 22 januari jl. ongeoorloofd afwezig gebleven en gewezen op de mogelijke gevolgen daarvan;
- U voldoet niet aan redelijke opdrachten van werkgever door niet uit uzelf contact op te nemen met werkgever, noch te reageren op verzoeken vanuit werkgever daartoe, noch gemiste telefoonoproepen te beantwoorden, noch te reageren op Whatsappberichten, noch te verschijnen op een gesprek bij werkgever om uw afwezigheid toe te lichten;
- Indien zou blijken dat u op vakantie bent gebleven na 22 januari 2024, de datum waarop u zou terugkeren op het werk, voldoet u bovendien niet aan redelijke opdrachten van uw werkgever met betrekking tot uw vakantieverlof en bent u tegen de bij u bekende instructies c.q. afspraken in (langer) weggebleven;
- U belemmert uw herstel en reintegratie door onaangekondigd niet bij de geplande afspraken met de bedrijfsarts te verschijnen, niet mee te werken aan het arbeidsdeskundig onderzoek, noch anderzins aan uw reintegratieverplichtingen te voldoen, dit terwijl een loonstop van toepassing is.
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.Het (voorwaardelijk) tegenverzoek
6.Het verweer tegen het tegenverzoek
7.De beoordeling
de Hoge Raad van 21 januari 2000, JAR 2000/45). Hierbij moeten de aard en ernst van de aangevoerde dringende reden worden afgewogen tegen de door de werknemer aangevoerde persoonlijke omstandigheden. Relevant daarbij zijn aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer zijn werk heeft vervuld en ook de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. Ook indien de gevolgen van een ontslag op staande voet ingrijpend zijn, kan een afweging van de persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de slotsom leiden dat onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst was gerechtvaardigd. De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van het bestaan van een dringende reden liggen in dit geval bij de werkgever.
Kamerstukken II 2013/14, 33818, 7, p. 77). Een van de voorbeelden die is genoemd is de situatie waarin de werknemer voorschriften bij ziekte herhaaldelijk, ook na toepassing van een loonsanctie, niet naleeft, terwijl hiervoor geen gegronde reden bestaat. Hiervan is sprake (zie 7.6.-7.7.) Naar het oordeel van de kantonrechter is daarmee sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door [verzoeker] , waardoor FedEx geen transitievergoeding aan [verzoeker] is verschuldigd. Dit betekent dat ook de daaraan verbonden wettelijke rente niet toewijsbaar is.