ECLI:NL:RBOBR:2024:3469

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
19 juli 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
C/01/406115 / FA RK 24-2684
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opvolgende rechterlijke machtiging voor voortzetting van verblijf van psychogeriatrische cliënt

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 19 juli 2024 een beschikking gegeven in het kader van een opvolgende rechterlijke machtiging voor de voortzetting van het verblijf van een psychogeriatrische cliënt. Het verzoek tot deze machtiging werd ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 4 juli 2024, met als doel de cliënt voor een periode van twee jaar op te nemen in een gespecialiseerde zorginstelling. De cliënt, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], heeft een complexe medische geschiedenis, waaronder uitgebreide neurocognitieve stoornissen als gevolg van langdurig alcoholgebruik, en lijdt aan verschillende andere aandoeningen zoals polyneuropathie en chronisch hartfalen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juli 2024 werd de cliënt gehoord, bijgestaan door zijn advocaat mr. A. Houtman, en ook zorgprofessionals zoals een arts en een verpleegkundige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt zich niet verzet tegen de opname, maar wel tegen bepaalde onderdelen van de zorgverlening. Dit verzet is van belang voor de beoordeling van de noodzaak van de rechterlijke machtiging. De rechtbank concludeert dat de cliënt zonder de benodigde zorg en begeleiding in ernstige problemen kan komen, wat leidt tot lichamelijk letsel en psychische schade.

De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van het verblijf noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De cliënt is opgenomen op een afdeling waar 24-uurs zorg wordt geboden, en er is een zerotolerance beleid ten aanzien van alcoholgebruik. De rechtbank verleent daarom de opvolgende machtiging voor de duur van één jaar, tot en met 19 juli 2025, en stelt dat de situatie over een jaar opnieuw geëvalueerd zal worden. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/406115 / FA RK 24-2684
Uitspraak : 19 juli 2024

Beschikking opvolgende rechterlijke machtiging

naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een opvolgende machtiging voor de duur van twee jaar als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende en verblijvende te [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Hendriks-van Kollenburg.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 4 juli 2024. Bij het verzoekschrift zijn diverse bijlagen gevoegd, waaronder de medische verklaring van 28 juni 2024.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 juli 2024, in de voornoemde verblijfplaats van betrokkene.
De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door mr. A. Houtman (waarnemend voor mr. M. Hendriks- van Kollenburg);
  • [naam arts] , arts;
  • [naam verpleegkundige] , verpleegkundige.

De beoordeling

Op 15 september 2023 is door de rechtbank een machtiging opname en voortzetting van het verblijf verleend tot en met 30 augustus 2024.
Uit de overgelegde stukken en wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken, is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening. Betrokkene is gediagnosticeerd met uitgebreide neurocognitieve stoornissen ten gevolg van langdurig alcoholgebruik en zelfverwaarlozing. Er is daarnaast sprake van polyneuropathie, cachexie, chronisch hartfalen, COPD en de ziekte van Crohn.
De advocaat heeft bepleit dat er geen sprake is van ernstig nadeel, omdat meneer voor zichzelf kan zorgen. Naar aanleiding van de stukken en de mondelinge behandeling is de rechtbank van oordeel dat de psychogeriatrische aandoening van betrokkene leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De verpleegkundige heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat betrokkene hulp en aansturing nodig heeft om een zinvolle dagbesteding te vinden. Als betrokkene niet wordt aangespoord om op te staan, blijft hij in bed liggen, zelfs wanneer dit vervuild is. Hij is regelmatig incontinent wegens de ziekte van Crohn, maar verzet zich op de verzorgingsmomenten tegen de begeleiding. Hij krijgt daarnaast hulp bij het koken, zodat er niks aanbrandt en alles weer schoongemaakt wordt. Ook behoeft betrokkene ondersteuning bij zijn hygiëne, bijvoorbeeld tijdens het douchen. Zonder aansturing en begeleiding loopt betrokkene het risico terug te vallen in zelfverwaarlozing, alcoholgebruik en een leven op straat.
De voortzetting van het verblijf is noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene is opgenomen op een gespecialiseerde Korsakov afdeling met de mogelijkheid tot 24 uur per dag zorg, structuur en begeleiding. De zorgmedewerkers hebben de expertise om betrokkene zorg te leveren in een veilige omgeving. Daarnaast is er een zerotolerance beleid ten aanzien van alcoholgebruik.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Gezien de uitgebreide neurocognitieve stoornissen en het ontbrekende ziektebesef en ziekte-inzicht, is betrokkene niet in staat om voor zichzelf te zorgen, zonder de hulp van de zorg op de huidige afdeling.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat betwist dat betrokkene zich verzet tegen de voortzetting van het verblijf. De verpleging heeft er ook vertrouwen in dat betrokkene zonder machtiging op de afdeling zal blijven. Desondanks verzet betrokkene zich gedurende de opname tegen verschillende zorgmomenten. Hij is meermaals ’s ochtends in een vervuild bed aangetroffen waar hij weigerde uit te komen. Het is op die momenten nodig geweest om betrokkene met onder dwang uit bed te halen of te dreigen met de inzet van het interventieteam. De advocaat heeft aangevoerd dat dit verzet niet is gericht tegen de opname en het verblijf, waardoor er niet voldaan is aan de criteria voor een rechterlijke machtiging. Artikel 24 lid 6 Wzd bepaalt echter dat in situaties waarbij betrokkene vrijwillig in de accommodatie verblijft, maar zich verzet tegen verschillende onderdelen van de zorgverlening dat het leveren van cliëntgerichte zorg feitelijk niet mogelijk is, de voortzetting van het verblijf wordt geacht onvrijwillig te zijn, waardoor een rechterlijke machtiging nodig is voor de voortzetting van het verblijf. Om die reden wordt aan het criterium van verzet voldaan.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een opvolgende rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal, zoals tijdens de mondelinge behandeling is besproken, worden verleend voor de duur van één jaar, zodat de situatie over een jaar opnieuw kan worden geëvalueerd, en geldt dus tot en met 19 juli 2025.

De beslissing

De rechtbank:
verleent een opvolgende machtiging tot voortzetting van het verblijf ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 19 juli 2025.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.S. Verstraelen, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2024 in aanwezigheid van de griffier.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Conc: FvB
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!