ECLI:NL:RBOBR:2024:3457

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
19 juli 2024
Zaaknummer
C/01/404029 / HA ZA 24-291
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidenten in civiele procedure met betrekking tot onrechtmatige betalingen en voorlopig getuigenverhoor

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, is een tussenuitspraak gedaan op 24 juli 2024 in een zaak waarin PRO BEWIND B.V. optreedt als curator van een curandus. De curator heeft vorderingen ingesteld tegen zowel de voormalige echtgenote van de curandus, [gedaagde], als tegen de heer [A]. De curator stelt dat beide partijen onrechtmatig hebben gehandeld ten opzichte van het vermogen van de curandus, en vordert onder andere betaling van aanzienlijke bedragen.

In het incident heeft de curator verzocht om voeging van de hoofdzaak met een andere aanhangige zaak tegen [A]. De rechtbank heeft deze vordering toegewezen, omdat de gronden voor voeging niet zijn weersproken. De proceskosten in dit incident worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Daarnaast heeft [gedaagde] een verzoek ingediend voor een voorlopig getuigenverhoor, waarbij zij getuigen wil horen om aan te tonen dat de curandus akkoord was met de betalingen aan haar. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen, omdat het bewijsaanbod prematuur is. [gedaagde] is veroordeeld in de proceskosten van dit incident. De zaak zal verder worden behandeld op 4 september 2024, waar de conclusie van antwoord in reconventie zal worden besproken.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/404029 / HA ZA 24-291
Vonnis in incidenten van 24 juli 2024
in de zaak van
PRO BEWIND B.V., in haar hoedanigheid van curator van
[curandus],
gevestigd in Valkenswaard en kantoorhoudend in Leende,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
eiseres in een incident,
verweerster in een ander incident,
hierna te noemen: de curator (vrouwelijk, enkelvoud),
advocaat: mr. M.L.J.A. de Vocht,
tegen
[gedaagde],
wonend in [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
verweerster in een incident,
eiseres in een ander incident,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. J.J.T. van Stiphout.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de akte overlegging producties van de curator,
- de conclusie van antwoord, tevens houdende verzoek om een voorlopig getuigenverhoor tevens houdende reconventionele vordering van [gedaagde] ,
- de akte uitlaten voorlopig getuigenverhoor van de curator.
1.2.
Vervolgens heeft de rechtbank bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2.De beoordeling

in het incident
De zaak in het kort
2.1.
[gedaagde] is de voormalige echtgenote van de heer [A] . Volgens de curator hebben [A] en [gedaagde] invloed gehad op het beheer van het vermogen van [curandus] en op zijn uitgaven(patroon). Inmiddels is [gedaagde] van [A] gescheiden, is de curator tot curator van [curandus] benoemd en woont [curandus] in een verzorgingshuis.
2.2.
De curator is bij deze rechtbank een procedure tegen [A] gestart waarin zij onder meer betaling van € 161.503,92 en € 364.000,- vordert, omdat volgens haar [A] onrechtmatig jegens [curandus] heeft gehandeld althans er bedragen (vanuit het vermogen van [curandus] ) onverschuldigd zijn betaald aan [A] .
2.3.
De curator is ook een procedure tegen [gedaagde] gestart - de onderhavige procedure. In deze procedure vordert de curator onder meer betaling van € 47.043,08, omdat volgens haar ook [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [curandus] althans er bedragen vanuit het vermogen van [curandus] onverschuldigd zijn betaald aan [gedaagde] .
2.4.
De curator en [gedaagde] hebben ieder een vordering in incident ingesteld. Deze worden hierna behandeld.
De vordering in incident van de curator tot voeging ex artikel 222 Rv
2.5.
De curator vordert dat de hoofdzaak wordt gevoegd met de zaak van de curator tegen [A] , een bij deze rechtbank aanhangige zaak met het zaaknummer / rolnummer 401019 HA ZA 24-92. [gedaagde] heeft aangegeven dat wat haar betreft de vordering moet worden toegewezen.
2.6.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, nu de aangevoerde en niet weersproken gronden die vordering kunnen dragen.
2.7.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
De vordering in incident van [gedaagde] tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor
2.8.
[gedaagde] vordert een voorlopig getuigenverhoor te bevelen, waarbij als getuigen worden gehoord: [curandus] en [A] . Doel hiervan is, aldus de vordering, om met name te bewijzen dat [curandus] akkoord was met de betalingen die ten behoeve van [gedaagde] zijn verricht.
2.9.
De rechtbank overweegt als volgt. In de hoofdzaak zal eerst een mondelinge behandeling plaatsvinden. Vervolgens is het ter beoordeling van de rechter in de hoofdzaak of en zo ja door wie er bewijs geleverd moet worden. Gelet op het vorenstaande is het bewijsaanbod met de daaraan gekoppelde incidentele vordering prematuur en wordt die afgewezen.
De proceskosten
2.10.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in het incident aangaande het voorlopige getuigenverhoor in de proceskosten van dat incident worden veroordeeld (inclusief nakosten). De proceskosten van de curator worden begroot op € 747,-, bestaande uit € 614,- aan salaris advocaat (1,0 punt x tarief II) en € 133,- aan nakosten, plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing. Aan nakosten is € 133,- toegewezen, omdat niet meer is gevorderd.
2.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten in het incident wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
in de hoofdzaak
2.12.
De zaak zal worden verwezen voor conclusie van antwoord in reconventie waarna, gelijk de zaak met zaaknummer / rolnummer 401019 HA ZA 24-92, de zaak zal komen te staan voor (beraad) mondelinge behandeling. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident tot voeging
3.1.
voegt de hoofdzaak met de bij deze rechtbank aanhangige zaak met zaaknummer / rolnummer 401019 HA ZA 24-92,
3.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in het incident tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor
3.3.
wijst de vordering van [gedaagde] af,
3.4.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het incident, aan de zijde van de curator begroot op € 792,-, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 66,- plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten in het incident als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
3.6.
verklaart de onderdelen 3.4. en 3.5. van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
3.7.
bepaalt dat de zaak op de rol zal komen van voor
woensdag 4 september 2024voor conclusie van antwoord in reconventie,
3.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.C. Adang en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2024.