Uitspraak
1.FIDIA HOLDING B.V.,
2.
BOND TOWERS B.V.,
3.
STATIONSPLEIN BREDA B.V.,
4.
BOND EINDHOVEN AIRPORT B.V.,
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3] B.V.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 november 2022 en de daarin vermelde stukken;
- de akte van Fidia c.s. van 4 januari 2024 met producties 27 tot en met 38;
- de akte van [gedaagden] van 11 januari 2024 met producties 14 tot en met 17;
- de mondelinge behandeling van 17 januari 2024, waarvan door de griffier aantekening zijn gemaakt, met de spreekaantekeningen van de advocaten;
- het verzoek om uitstel van Fidia c.s. van 10 april 2024;
- het B-formulier van [gedaagden] van 10 april 2024 waarin zij aangeeft dat partijen er niet uit zijn gekomen en waarin zij vonnis vraagt.
2.De feiten
20 maart 2024.
- Lago Maggiore Zwitserland ( [F] )
- Century Center Offices (CCO)
3.Het geschil
4.De beoordeling
"Artikel 3 - Winstdeling
‘de uitleg (of lezing) Fidia’.
‘de uitleg (of lezing) [gedaagde sub 3] ’.
‘zijnde openstaande rentelasten’. Aangenomen kan worden dat deze toevoeging is bedoeld als verduidelijking. Deze toevoeging wijst erop dat partijen bedoeld hebben om alleen de openstaande rentelasten en niet de reeds betaalde rentelasten en andere financieringskosten op de verkoopwinst in mindering te brengen.
14 maart 2022 (productie 21 Fidia c.s.) geen enkele discussie is geweest over de wijze van winstbepaling en partijen deze conform haar lezing hebben uitgelegd en dienovereen-komstig hebben gehandeld.
“condities identiek aan de voorgaande leningen van [gedaagde sub 1] BVBA aan Fidia Holding BV”.
[gedaagden] voert verder aan dat zij twijfelt aan de berekeningen van de uitgekeerde winstdelingen omdat zij niet beschikt over de onderliggende bescheiden. Met betrekking tot het project Maastricht stelt zij dat zij in een procedure voor de rechtbank Midden-Nederland inzage heeft gevorderd in de projectadministratie van Bond Maastricht omdat er discussie was over de wijze waarop de berekening en de hoogte van het winstdeel van dit project heeft plaatsgevonden. Volgens [gedaagden] had Fidia c.s. bij de berekening van de netto verkoopwinst van het registergoed, managementkosten, kosten Gebouwenbeheer en kosten met betrekking tot het structureren van het project opgevoerd waar zij het niet mee eens was. Zij stelt dat daarom in 2019 al is besloten om een bedrag in depot te storten. Verder betoogt zij dat er ten aanzien van de projecten Bond Park, Century Center, Bond Maastricht en Waalwijk met Fidia c.s. een totale deal (een dading) is bereikt, juist vanwege de ontstane discussie. Zij wijst erop dat de geldleningsovereenkomsten van Stationsplein Breda en Bond Towers buiten deze dading vallen.
5.De beslissing
,moet worden berekend conform haar standpunten:
31 juli 2024voor uitlating door Fidia c.s. of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;