ECLI:NL:RBOBR:2024:341

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
31 januari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10787851
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en re-integratieverplichtingen in het kader van arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 31 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster] en Pala Group B.V. over een ontslag op staande voet. [verzoekster], die sinds januari 2023 in dienst was bij Pala Group, had zich in maart 2023 arbeidsongeschikt gemeld. Pala Group heeft vervolgens het loon van [verzoekster] stopgezet, omdat zij zich niet aan het verzuimreglement zou hebben gehouden. Na een periode van onduidelijkheid over haar re-integratieverplichtingen, heeft Pala Group op 8 september 2023 het ontslag op staande voet gegeven, omdat [verzoekster] zou deelnemen aan de finale van de Missverkiezing, terwijl zij zich ziek had gemeld.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. De rechter oordeelde dat Pala Group onvoldoende bewijs had geleverd dat [verzoekster] tijdens haar arbeidsongeschiktheid activiteiten voor de Missverkiezing had verricht. Bovendien had Pala Group nagelaten om [verzoekster] te horen over de beschuldigingen voordat zij tot ontslag overging. De rechter heeft het ontslag vernietigd en Pala Group veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het verzoek van [verzoekster] om doorbetaling van het loon werd afgewezen, omdat er een loonstop van kracht was.

De uitspraak benadrukt de strenge eisen die aan een ontslag op staande voet worden gesteld, vooral in situaties waarin de werknemer zich in een re-integratietraject bevindt. De rechter heeft ook aangegeven dat de werkgever terughoudend moet zijn bij het opleggen van een ontslag op staande voet en dat alle omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang moeten worden bezien.

Uitspraak

RECHTBANKOOST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Eindhoven
Zaaknummer / rekestnummer: 10787851 \ EJ VERZ 23-598
Beschikking van 31 januari 2024
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
verwerende partij in het (voorwaardelijk) tegenverzoek,
hierna te noemen: [verzoekster] ,
gemachtigde: mr. G.P. Oberman,
tegen

1.de besloten vennootschapPALA GROUP B.V.,

2. de besloten vennootschap
PALA GROUP MANAGEMENT SERVICES B.V.,
beiden statutair gevestigd te Eindhoven,
verwerende partijen,
verzoekende partijen in het (voorwaardelijk) tegenverzoek,
hierna samen te noemen: Pala Group (in vrouwelijk enkelvoud),
gemachtigde: mr. M. Saes.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 7;
- het verweerschrift met producties 1 tot en met 25;
- de aanvullende producties 8 tot en met 12 aan de zijde van [verzoekster] ;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 9 januari 2024;
- de pleitnota van de gemachtigde van [verzoekster] .
1.2.
[verzoekster] heeft haar verzoekschrift gericht tegen verwerende partij sub 1. Verwerende partij sub 2 is in de arbeidsovereenkomst aangeduid als werkgever. Op de mondelinge behandeling heeft Pala Group verklaard daar geen formeel punt van te willen maken en heeft zij erkend dat (ook) verwerende partij sub 2 is verschenen.
1.3.
Tot slot is een datum voor uitspraak bepaald.

2.De feiten

in de zaak van het verzoek en het (voorwaardelijk) tegenverzoek
2.1.
[verzoekster] , geboren op [geboortedatum] 1997, is op 23 januari 2023 bij Pala Group in dienst getreden in de functie van financieel administratief medewerkster. De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd van twaalf maanden en eindigt van rechtswege op 22 januari 2024.
2.2.
Op 31 maart 2023 heeft [verzoekster] zich via een app-bericht arbeidsongeschikt gemeld. [verzoekster] is een aantal dagen in het ziekenhuis opgenomen geweest.
2.3.
Bij e-mail van 11 april 2023 heeft Pala Group aan [verzoekster] medegedeeld dat zij met ingang van 31 maart 2023 het loon van [verzoekster] opschort, omdat [verzoekster] zich niet houdt aan het verzuimreglement. Ter onderbouwing heeft Pala Group aangegeven dat [verzoekster] zich foutief heeft ziekgemeld (via Whatsapp in plaats van telefonisch) en telefonisch meerdere malen niet bereikbaar was.
2.4.
Op 12 april 2023 heeft [verzoekster] een bezoek gebracht aan het spreekuur van de bedrijfsarts. De bedrijfsarts geeft in zijn conclusie weer dat met [verzoekster] is afgesproken dat zij per 17 april 2023 weer gaat starten met werken. [verzoekster] is op 17 april 2023, zonder bericht, niet op het werk verschenen en zij was niet bereikbaar voor Pala Group.
2.5.
Bij brief van 18 april 2023 heeft Pala Group aan [verzoekster] geschreven dat zij genoodzaakt is om de loondoorbetaling met ingang van 31 maart 2023 volledig stop te zetten, omdat [verzoekster] zich nog steeds niet houdt aan het verzuimreglement. Pala Group heeft daarnaast gemeld dat zij bij het UWV een deskundigenoordeel gaat aanvragen, waarin zal worden beoordeeld of [verzoekster] voldoende meewerkt aan haar re-integratie.
2.6.
Diezelfde dag neemt [verzoekster] telefonisch contact op. Tijdens dit contact wordt afgesproken dat [A] (HR-medewerker, verder te noemen [A] ) en [B] (financieel directeur, verder te noemen [B] ) bij haar op bezoek zullen komen op 21 april 2023.
2.7.
[A] en [B] zijn op 21 april 2023 bij [verzoekster] op bezoek gegaan. [verzoekster] heeft verteld dat zij in het ziekenhuis heeft gelegen, Pala Group heeft daarop de loonstop teruggedraaid. Afgesproken is dat [verzoekster] opnieuw met een bedrijfsarts contact zou opnemen.
2.8.
Op 3 mei 2023 heeft [verzoekster] een bezoek gebracht aan de bedrijfsarts. Afgesproken is dat de volgende dag, na bezoek aan de huisarts, telefonisch contact wordt opgenomen. De bedrijfsarts heeft aan Pala Group teruggekoppeld dat [verzoekster] gedurende een aantal dagen niet telefonisch bereikbaar was. Op 10 mei 2023 is er vervolgens contact geweest tussen [verzoekster] en de bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft vervolgens aan Pala Group bericht dat [verzoekster] weer zou kunnen werken en zou moeten starten met 3 à 4 halve dagen. De bedrijfsarts geeft aan Pala Group aan dat zij afspraken met [verzoekster] moet maken over de invulling van de tijden en werkzaamheden.
2.9.
Diezelfde dag stuurt Pala Group een e-mail aan [verzoekster] met een voorstel en vraagt ze [verzoekster] contact op te nemen voor overleg. Met [verzoekster] wordt afgesproken dat zij op 12 mei 2023 zal starten met de hervatting van haar werkzaamheden. Vervolgens zijn op die 12e mei afspraken gemaakt wat betreft dagen en tijdstippen voor de daaropvolgende twee weken, te starten op maandag 15 mei 2023.
2.10.
Op 15 mei 2023 is [verzoekster] niet op het werk verschenen. [verzoekster] heeft bij app-bericht om 9.00 uur aan Pala Group laten weten dat ze niet zou komen. Pala Group heeft contact opgenomen met [verzoekster] en een afspraak gemaakt voor 16 mei 2023.
2.11.
Op 15 mei 2023 is [verzoekster] door een collega gezien bij Basic Fit.
2.12.
Op 16 mei 2023 is [verzoekster] wederom niet verschenen. Pala Group heeft opnieuw contact met [verzoekster] gezocht, [verzoekster] heeft toen aangegeven dat zij niet in staat was zelf naar kantoor te komen, om dezelfde reden waarom ze ook niet volledig aan het werk kan. Ze heeft aangegeven dat ze verwacht opgehaald te worden. Uiteindelijk zijn [A] en [B] naar [verzoekster] toegegaan. In dat gesprek zijn de verplichtingen van werkgever en werknemer besproken, en is aan [verzoekster] medegedeeld dat zij zou kunnen worden gesanctioneerd als zij zich niet houdt aan haar re-integratieverplichtingen. Door [verzoekster] is meermaals aangegeven dat ze niet zou kunnen werken en ze heeft tijdens het gesprek aangegeven dat ze vanwege haar gezondheid niet zou kunnen reizen met de auto of de bus. Dat bevreemdde Pala Group en zij heeft [verzoekster] ermee geconfronteerd dat ze de dag daarvoor is gezien bij Basic Fit.
2.13.
Bij brief van 17 mei 2023 aan [verzoekster] heeft Pala Group de gang van zaken sinds de indiensttreding beschreven. Voorts schrijft zij:
“We proberen tot jou door te dringen. We proberen afspraken met je te maken, contact met je op te nemen. Maar je bent voor ons niet bereikbaar. Daarnaast hebben we meermaals moeten constateren dat jij je niet houdt aan de op grond van de wet voorgeschreven verplichtingen van een werknemer om in aanmerking te komen voor de doorbetaling van het loon bij ziekte. Een van de verplichtingen is volgens artikel 7:629 lid 3 BW dat jij passende arbeid verricht welke geadviseerd wordt door de
bedrijfsarts. Deze verplichting kom jij niet na.
We hebben je afgelopen maandag - maar ook reeds daarvoor - gewaarschuwd welke gevolgen dit heeft. De loonbetalingen aan je zullen dan ook per vandaag 17 mei 2023 worden stopgezet en niet eerder worden hervat dan nadat is komen vast te staan dat je wel aan al jouw re-integratieverplichtingen voldoet.
Voor ons is de maat vol. Indien je blijft weigeren om passende werkzaamheden te verrichten danwel meermaals niet bereikbaar bent voor ons, danwel voor de bedrijfsarts, zullen we overgaan tot een ontslagprocedure.”
2.14.
Op 19 mei 2023 heeft Pala Group aan [verzoekster] een plan van aanpak doen toekomen.
2.15.
Op 24 mei 2023 werd [verzoekster] op het spreekuur bij de bedrijfsarts verwacht. Daar is zij zonder bericht niet verschenen. Later die dag heeft ze alsnog gebeld om haar afwezigheid te verklaren. De bedrijfsarts heeft haar doorverwezen naar Pala Group, maar [verzoekster] heeft geen contact met Pala Group opgenomen.
2.16.
Pala Group heeft bij e-mailbericht van 25 mei 2023 contact opgenomen met [verzoekster] en geschreven dat de loonsanctie gehandhaafd blijft totdat zij passende arbeid zal gaan verrichten. Pala Group schrijft dat indien [verzoekster] geen actie onderneemt, zij zich tot het UWV zal wenden voor een deskundigenoordeel waarna ze de rechter verzoeken tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van verwijtbaar handelen. In reactie daarop heeft [verzoekster] aangegeven dat zij zou worden teruggebeld over een nieuwe afspraak bij de bedrijfsarts, maar dat ze daarover niks vernomen heeft, en dat ze ook niets meer vernomen heeft over het plan van aanpak.
2.17.
Er zijn wat wijzigingen doorgevoerd in het plan van aanpak en [verzoekster] heeft het getekende plan van aanpak uiteindelijk op 21 juni aan Pala Group doen toekomen. In die
e-mail schrijft zij verder:
“Een deskundigenoordeel van het UWV lijkt mij een perfect plan. Mede omdat ik het niet eens ben met de uitspraak en het trekken van conclusies dat het geen zin heeft om naar de
bedrijfsarts te gaan.
Ik wacht daarom voor nu het deskundigenoordeel van het UWV af.”
2.18.
Op 21 juli 2023 heeft het UWV [verzoekster] een sms-bericht gestuurd, met het verzoek om telefonisch contact op te nemen.
2.19.
Bij brief van 31 juli 2023 heeft het UWV aan Pala Group geschreven dat zij geen deskundigenoordeel kan geven omdat zij geen contact kunnen krijgen met [verzoekster] .
2.20.
Op 2 augustus 2023 heeft [verzoekster] geantwoord op het bericht van het UWV van 21 juli 2023. Zij vraagt wanneer ze het beste kan bellen omdat steeds wanneer ze probeert te bellen, ze een automatisch bandje krijgt dat het telefoonnummer niet bereikbaar is.
2.21.
Bij brief van 14 augustus 2023 heeft Pala Group aan [verzoekster] geschreven dat zij [verzoekster] meerdere keren de gelegenheid heeft geboden en heeft gesommeerd de re-integratie op te pakken, maar dat [verzoekster] – ook na de loonstop van 17 mei 2023 – zich niet houdt aan haar re-integratieverplichtingen. Pala Group schrijft aan [verzoekster] dat ze haar nog een allerlaatste kans bieden om voor donderdag 17 augustus 15.00 uur contact op te nemen om een afspraak met haar te maken, waarna er afspraken gemaakt kunnen worden over de werkhervatting van [verzoekster] in aangepast werk. Pala Group heeft [verzoekster] aangezegd dat indien zij dit niet (of niet tijdig) doet, zij de kantonrechter zal vragen om de arbeidsovereenkomst te ontbinden vanwege (ernstig) verwijtbaar handelen zonder toekenning van de transitievergoeding.
2.22.
Op 8 september 2023 is het Pala Group bekend geworden dat [verzoekster] het had geschopt tot de finale van de Missverkiezing.
2.23.
Bij brief van 8 september 2023 heeft Pala Group [verzoekster] op staande voet ontslagen. Pala Group schrijft in deze brief, onder andere:
“Vandaag hebben wij geconstateerd dat jij – ondanks jouw ziekmelding, het verbod op
nevenwerkzaamheden, het feit dat jij geen contact met ons opneemt en nergens op reageert – kennelijk wel in staat bent om werkzaamheden te verrichten (en je actief inzet) voor de finale van Miss World Nederland. Naast dat wij deze deelname en jouw activiteiten hierbij niet kunnen rijmen met het feit dat jij niet meewerkt aan jouw re-integratie, blijkt hieruit ook dat jij meermaals de waarheid niet hebt verteld en/of hebt verzwegen en dat jij geen openheid van zaken hebt gegeven. Dit is de spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen.
Het vertrouwen in jou is – mede gelet op de voorgeschiedenis – gedaald tot een dieptepunt. Jouw houding en gedrag is ernstig verwijtbaar. Wij accepteren dit niet langer. De maat is vol. Voortzetting van jouw dienstverband kan niet langer van ons worden gevergd. Met deze brief bevestig ik dan ook dat jij per vandaag (8 september 2023) op staande voet bent ontslagen. Ik licht dat hieronder toe.
Achtergrond
(…)
In het begin van jouw ziekteperiode kregen wij diverse signalen over jouw bezigheden/activiteiten terwijl je bij ons was ziekgemeld en aangaf niet in staat te zijn om te re- integreren. Meermaals kregen wij nieuwsberichten, Social Media -posts, foto's en dergelijke van jou onder ogen waaruit bleek dat jij je met hele andere zaken bezighield. Het ging om diverse foto's waarop jij te zien was als deelnemer aan Missverkiezingen. Wij hebben jou met deze berichten/foto's geconfronteerd en hiernaar gevraagd. Jij gaf toen aan dat het ging om oude foto's en dat jij destijds een contract hebt moeten tekenen dat deze foto's geplaatst mochten blijven worden. Jij gaf aan dat jij je hier niet meer mee bezighield. Wij geloofden jou en besloten ons verder op het re-integratietraject met jou te richten.
(…)
Op 8 augustus 2023 stuurden we jou nog een brief. In deze brief hebben wij jou erop
geattendeerd dat de loonstop al vanaf 17 mei 2023 van kracht is en hebben we jou met klem
gevraagd contact op te nemen zodat gestart kon worden met werkhervatting in aangepast
werk. Wij hoopten dat deze brief - met daarin duidelijke taal -jou ertoe zou bewegen om alsnog
mee te werken aan jouw re-integratie. Helaas bleek dat niet het geval. Sterker nog, wij hebben
met geen woord meer van jou mogen vernemen. We zijn inmiddels bijna vier maanden verder
sinds de ingegane loonstop. Ondanks alle verzoeken om contact op te nemen en mee te werken,
is er geen contact meer met jou mogelijk geweest.
Constatering 8 september 2023
Vandaag (8 september 2023) hebben wij echter moeten constateren dat jij (naast het feit dat jij
nergens op reageert en de loonstop nog steeds van kracht is) je met hele andere zaken bezighoudt. En zeker niet met jouw re-integratie en/of herstel. Wij hebben hier nader onderzoek naar verricht. En daaruit blijkt het volgende.
Op diverse kanalen (waaronder jouw eigen Social Media-pagina) is te zien dat jij (ook vandaag
de dag) hard bezig bent met jouw campagne om Miss World Netherlands 2023 te worden. Jij
staat blijkbaar in de finale in oktober 2023.
De berichtgeving over dat jij op 24 oktober meedoet aan de finale van de Missverkiezing –welke
dateert van vandaag– deel jij zelf op jouw eigen Social Media. Op jouw instagrampagina staat
eveneens in jouw biogram: "Finalist Miss World Netherlands 2023". De afgelopen maanden post
jij ook meermaals foto's van jouzelf waaruit jouw campagne/strijd voor de Missverkiezing blijkt.
Gelet op de eerdere aanwijzingen, het feit dat het nieuwsbericht vanochtend (8-9-2023 om 9.30
uur) is geplaatst en jouw eigen Social Media er vol mee staat, bestaat er geen twijfel meer dat
de foto's en berichtgeving geen oude berichtgeving betreft. Hiermee staat dus vast dat jij eerder
de waarheid niet hebt verteld en dat jij, terwijl jij niet meewerkt aan jouw re-integratie,
kennelijk wel ander werk/activiteiten kan verrichten voor een Missverkiezing. Hetgeen de re-
integratie frustreert en mogelijk jouw herstel belemmert. Om nog maar te zwijgen over het in
strijd handelen met het verbod op nevenwerkzaamheden uit jouw arbeidsovereenkomst (artikel
14). Wij hebben jou hier immers geen toestemming voor gegeven.
Ontslag op staande voet
Wij kunnen jouw houding en gedrag niet plaatsen. Helemaal niet gezien jouw weigerachtige
houding de afgelopen maanden om met ons in contact te treden en mee te werken aan jouw re-
integratie. Deze constatering is voor ons de druppel. Voortzetting van jouw dienstverband kan
dan ook niet langer van ons worden gevergd.
Uit het onderzoek blijkt dat je het vertrouwen dat wij je hebben gegeven ernstig hebt misbruikt.
Je hebt je schuldig gemaakt aan onjuist en ontoelaatbaar gedrag en hebt in dat verband
gelogen, ons misleid en bedrogen. Stuitend is ook datje er niet eens de ernst van in lijkt te zien.
Je hebt – ondanks de meerdere waarschuwingen – geen contact opgenomen en hebt ons (en de
bedrijfsarts evenmin) ook niet geïnformeerd over jouw werkzaamheden voor de Missverkiezing.
Sterker nog, je hebt dit eerder ontkend. Je vindt het kennelijk allemaal maar normaal. Het
bevestigt nogmaals het gebrek aan integriteit en (moreel) besef dat jouw handelswijze ernstig
verwijtbaar is. Dit alles is zeer laakbaar gedrag en uiterst verwijtbaar. Je hebt door al het
vorenstaande ons vertrouwen ernstig en moedwillig beschaamd en je bent ons vertrouwen
onwaardig geworden. Jouw positie is door dit alles onhoudbaar geworden.
Dringende reden
Deze gedragingen en gebeurtenissen vormen elk op zich bezien als gezamenlijk een dringende
reden en rechtvaardigen een ontslag op staande voet. Wij beschouwen de hiervoor omschreven
dringende reden als ernstig verwijtbaar handelen. De gedragingen en gebeurtenissen/ omstandigheden zoals hiervoor omschreven vormen dan ook, zowel elk op zich bezien, als gezamenlijk, alsook in onderlinge samenhang met de daaraan voorafgaande gedragingen (waarvoor waarschuwingen zijn gegeven) en gebeurtenissen/omstandigheden zoals hiervoor geschetst, een dringende reden in de zin van artikel 7:678 jo. 677 lid 1 BW, op grond waarvan wij de arbeidsovereenkomst met je heden per direct hebben beëindigd, zoals heden ook aan je is medegedeeld.”
2.24.
Een reactie van [verzoekster] op het ontslag is uitgebleven, tot het indienen van het onderhavige verzoekschrift, waarvan Pala Group op 8 november 2023 een kopie heeft ontvangen.
2.25.
[verzoekster] heeft per 1 december 2023 een nieuwe baan.
2.26.
[verzoekster] heeft een second opinion aangevraagd bij een andere bedrijfsarts. De arbodienst heeft deze aanvraag op 17 december 2023 doorgestuurd aan de bedrijfsarts, met het verzoek [verzoekster] op korte termijn op het spreekuur in te plannen. Nadat de bedrijfsarts de medische gegevens van [verzoekster] heeft ontvangen, heeft hij bij e-mail van 24 december 2023 geschreven dat hij de behandeling second opinion niet in behandeling kan nemen, omdat het (te) gedateerde c.q. niet (meer) van toepassing zijnde medische gegevens betreffen.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoekster] verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. a) het gegeven ontslag op staande voet te vernietigen;
b) Pala Group te veroordelen tot doorbetaling van het loon totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd;
c) Pala Group te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Aan dit verzoek legt [verzoekster] ten grondslag – kort weergegeven – dat geen sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Zij stelt daartoe dat zij geen werkzaamheden heeft verricht voor de Missverkiezing. [verzoekster] heeft toegelicht dat de activiteiten die zij in het kader van de Missverkiezing heeft uitgeoefend, niet als werkzaamheden zijn aan te merken. Maar nog belangrijker: de hele Missverkiezingen hebben van april t/m 27 september stilgelegen. [verzoekster] heeft dus voor de Missverkiezingen in die periode ook geen activiteiten verricht. Dat er van tijd tot tijd foto’s en ander beeldmateriaal wordt geplaatst op het internet, gemaakt in de maand maart 2023, rechtvaardigt niet de conclusie dat er in die periode wél werkzaamheden zijn verricht.
3.3.
Overigens is Pala Group van een onjuist juridisch kader uitgegaan. Sinds de richtlijn van de Europese Unie d.d. 31 juli 2019 (in Nederland geïmplementeerd op 1 augustus 2022) mogen nevenwerkzaamheden niet meer in de arbeidsovereenkomst verboden worden.
3.4.
Verder heeft te gelden dat, volgens vaste jurisprudentie, de sanctie op het niet naleven van de voorschriften bij arbeidsongeschiktheid het opschorten van de loondoorbetaling is. Er kan sprake zijn van feiten en omstandigheden die, in onderlinge samenhang, wel het oordeel wettigen dat een dringende reden aanwezig is, maar in het onderhavige geval is geen sprake van dergelijke omstandigheden. Immers, het was bij Pala Group bekend dat zij meedeed aan de Missverkiezingen. Pala Group had bij haar kunnen navragen of zij zich vanaf april 2023 ook daadwerkelijk actief had moeten inspannen, maar dat heeft Pala Group nagelaten. Dat betekent dat er geen sprake is van andere feiten en omstandigheden die het oordeel wettigen dat er sprake is van een dringende reden.

4.Het verweer en het (voorwaardelijk) tegenverzoek

4.1.
Pala Group verweert zich tegen het verzoek. Zij voert aan – kort gezegd – dat sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Er is sprake van een dringende reden en een onverwijlde opzegging en mededeling van de redenen daarvan.
4.2.
In de zaak van het tegenverzoek wordt door Pala Group verzocht een gefixeerde schadevergoeding aan haar toe te kennen. Daarnaast verzoekt Pala Group om de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] voorwaardelijk te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, BW, in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel e BW. Het verzoek is voorwaardelijk, namelijk voor het geval het verzoek van [verzoekster] tot vernietiging van de opzegging wordt toegewezen. Tevens verzoekt Pala Group de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de korts mogelijke termijn, zonder toekenning van de transitievergoeding. Een en ander met veroordeling van [verzoekster] in de proceskosten.
4.3.
[verzoekster] heeft daartegen verweer gevoerd en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen.

5.De beoordeling

in de zaak van het verzoek
5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of er een rechtsgeldig ontslag op staande voet is gegeven door Pala Group aan [verzoekster] .
5.2.
Bij de beoordeling wordt het volgende vooropgesteld. Omdat het ontslag op staande voet een uiterste middel is, stelt de wet daaraan strenge eisen. Deze zijn terug te vinden in artikel 7:677 lid 1 BW: de opzegging moet onverwijld zijn en vergezeld gaan van mededeling van de reden voor ontslag die bovendien als dringende reden moet gelden.
5.3.
Op grond van artikel 7:678 lid 1 BW worden als dringende redenen in de zin van artikel 7:677 lid 1 BW beschouwd, zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Een dringende reden zal onder andere aanwezig geacht kunnen worden wanneer de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, verduistering, bedrog of andere misdrijven, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt (artikel 7:678 lid 2 onder d BW). Bij de beoordeling van de rechtsgeldigheid van een ontslag op staande voet dienen alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang bezien, in aanmerking te worden genomen (zie o.a. HR 21 januari 2000, JAR 2000/45). Hierbij moeten de aard en ernst van de aangevoerde dringende reden worden afgewogen tegen de door de werknemer aangevoerde persoonlijke omstandigheden. Relevant daarbij zijn aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer zijn werk heeft vervuld en ook de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. Ook als de gevolgen van een ontslag op staande voet ingrijpend zijn, kan een afweging van de persoonlijke omstandigheden tegen aard en ernst van de dringende reden tot de slotsom leiden dat onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst was gerechtvaardigd. De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van het bestaan van een dringende reden liggen in dit geval bij de werkgever.
5.4.
De reden voor het ontslag op staande voet die Pala Group in de brief van
8 september 2023 geeft, is – kort gezegd – het onvoldoende meewerken aan de
re-integratieverplichtingen, terwijl [verzoekster] wel werk/activiteiten kan verrichten voor een Missverkiezing, hetgeen de re-integratie frustreert. Pala Group verwijt [verzoekster] dat ze niet de waarheid heeft verteld over deelname aan de Missverkiezing en dat ze daarmee het vertrouwen dat Pala Group haar heeft gegeven, ernstig heeft misbruikt.
5.5.
Bij het niet-nakomen van de re-integratieverplichtingen door de werknemer ligt het voor de hand dat de werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzoekt. Dat was ook de bedoeling van Pala Group, zo leidt de kantonrechter af uit de brief van 14 augustus 2023. Desondanks is zij op 8 september 2023 overgegaan tot het verlenen van een ontslag op staande voet. Een ontslag op staande voet is een ultimum remedium. Deze maatregel wordt niet lichtvaardig genomen. Een werkgever moet terughoudend omgaan met het opleggen van deze maatregel. De vraag is, wat er tussen 14 augustus en 8 september 2023 is gebeurd, dat voor Pala Group aanleiding is geweest over te gaan tot een ontslag op staande voet. Pala Group heeft toegelicht dat op 8 september 2023 bij haar bekend is geworden dat [verzoekster] op 24 oktober 2023 zal meedoen aan de finale van de Missverkiezing, en dat was voor Pala Group de druppel. Ze verwijt [verzoekster] dat ze niet meewerkt aan haar re-integratie, maar kennelijk wel in staat is om werkzaamheden te verrichten voor de finale van Miss World Nederland.
5.6.
[verzoekster] heeft meerdere malen aangegeven dat er in de periode van haar arbeidsongeschiktheid geen activiteiten voor de Missverkiezing hebben plaatsgevonden. Uit de ontslagbrief van 8 september 2023 blijkt dat dit al in het begin van de ziekteperiode ter sprake is gekomen tussen [verzoekster] en Pala Group. Destijds heeft [verzoekster] al aangegeven dat het ging om oude foto’s. Op 8 september 2023 heeft Pala Group vervolgens via verschillende kanalen kennisgenomen van de deelname van [verzoekster] aan de finale van de Missverkiezing op 24 oktober 2023. Pala Group heeft er toen voor gekozen om, zonder het horen van [verzoekster] , over te gaan tot een ontslag op staande voet. Volgens Pala Group volgt uit de als productie 24 en 25 overgelegde foto’s en filmpjes dat [verzoekster] tijdens haar arbeidsongeschiktheid zich heeft beziggehouden met de Missverkiezing. [verzoekster] heeft dat (wederom) betwist; in het verzoekschrift geeft zij aan dat de missverkiezingen van april tot en met 27 september hebben stilgelegen. Op zitting heeft zij nog toegelicht dat zij in februari 2023 wist dat ze door was naar de volgende ronde, die in oktober 2023 zou zijn. In de tussentijd lag het stil, aldus [verzoekster] .
5.7.
Pala Group stelt dat Miss World Netherlands gedurende het re-integratietraject van [verzoekster] onder meer een lunch, een opnamedag, een Moederdag-shoot en een Vaderdag-shoot. Op basis van de social media blijkt dat [verzoekster] in elk geval aanwezig was bij de lunch, en bij een shoot. Pala Group verwijst naar productie 24.
Volgens [verzoekster] zijn de foto’s en ander beeldmateriaal eerder (in maart 2023) gemaakt, en wordt er van tijd tot tijd was geplaatst op het internet. Die lezing van [verzoekster] is niet uit te sluiten. Op het merendeel van de overgelegde screenshots is geen datum van de activiteit te zien. Overigens is [verzoekster] ook niet op alle foto’s te zien. De foto van de lunch waar Pala Group naar verwijst, is op 6 mei op social media geplaatst, maar dat wil niet automatisch zeggen dat de foto ook op 6 mei 2023 gemaakt is, omdat mogelijk is dat de geplaatste foto eerder is gemaakt. Dat geldt ook voor de overige foto’s. Gelet op de eerdere verklaring van [verzoekster] , dat de foto’s eerder zijn gemaakt, had het op de weg gelegen van Pala Group gelegen om hierover navraag te doen bij [verzoekster] . Dat heeft zij echter nagelaten.
5.8.
Enkel het (bekend worden van het) deelnemen aan activiteiten voor de Missverkiezing was voor Pala Group de reden was om in plaats van te streven naar een ontbinding van de arbeidsovereenkomst over te gaan tot een ontslag op staande voet. Dat sprake is geweest van deelnemen aan activiteiten voor de Missverkiezing tijdens het re-integratietraject, is echter niet vast komen staan. Alles afwegende leidt dit tot het oordeel dat er, onder de gegeven omstandigheden, onvoldoende is om het gegeven ontslag op staande voet op dat moment te rechtvaardigen.
5.9.
Het ontslag op staande voet wordt daarom vernietigd. Dat betekent dat de arbeidsovereenkomst voortduurt. De door [verzoekster] verzochte loonbetaling komt niet voor toewijzing in aanmerking, omdat er een loonstop geldt. Tegen die loonstop heeft [verzoekster] geen vorderingen gericht. Er zijn ook geen aanwijzingen dat of wanneer deze zou eindigen voor het einde van de arbeidsovereenkomst. Het verzoek van [verzoekster] tot loonbetaling zal daarom worden afgewezen.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van Pala Group, omdat zij in overwegende mate in het ongelijk wordt gesteld.
in de zaak van het (voorwaardelijke) tegenverzoek
5.11.
De voorwaarde voor het instellen van het ontbindingsverzoek is in vervulling gegaan, zodat dat verzoek zal worden beoordeeld.
5.12.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen (voorwaardelijk) moet worden ontbonden op grond van artikel 7:671b lid 1 BW.
5.13.
De arbeidsovereenkomst was aangegaan voor bepaalde tijd en is inmiddels van rechtswege geëindigd. Er bestaat derhalve geen arbeidsovereenkomst meer. De verzochte (voorwaardelijke) ontbinding wordt daarom afgewezen.
5.14.
Nu is geoordeeld dat het ontslag op staande voet wordt vernietigd, kan Pala Group ook geen aanspraak maken op de gefixeerde schadevergoeding. Deze wordt ook afgewezen.
5.15.
Pala Group wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

6.De beslissing

De kantonrechter
in de zaak van het verzoek
vernietigt het ontslag op staande voet;
veroordeelt Pala Group tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoekster] tot en met vandaag vaststelt op € 879,00, te weten:
- griffierecht € 86,00
- salaris gemachtigde € 793,00 ;
veroordeelt Pala Group in de na deze beschikking ontstane kosten, begroot op:
- € 132,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met de explootkosten als Pala Group niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de beschikking heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
in de zaak van het tegenverzoek
wijst de verzoeken af;
veroordeelt Pala Group tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoekster] tot en met vandaag vaststelt op € 396,50, te weten:
- salaris gemachtigde € 396,50 (0,5 x € 793,00) .
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.J. Godrie en in het openbaar uitgesproken op
31 januari 2024.