Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsvraag.
73aanrijdingen betrokken waren in de periode 2013 - 2018. Aan hen is in totaal een schadebedrag uitgekeerd van € 179.427,09 als gevolg van hun claims. Hierop heeft [slachtoffer 1] begin 2019 aangifte gedaan van oplichting. Vervolgens is eveneens aangifte gedaan door [slachtoffer 4] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 5] .
- Hypothese 1: het verdachte huishouden heeft een normaal risico op toevalsaanrijdingen; een groot deel van aanrijdingen waar het bij betrokken is heeft een
- Hypothese 2: het verdachte huishouden heeft een extreem hoog risico op toevalsaanrijdingen; alle aanrijdingen waar het bij betrokken is berusten op toeval.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] .
- 21 juni 2014 € 1.675
- 30 augustus 2014 € 850,35
- 13 juni 2025 € 1.810,41
- 10 juli 2015 € 4.257,81
- 3 juni 2016 € 6.221,71
- 10 september 2017 € 2.401,14
€ 13.058,61, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de aangifte, te weten op 24 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. Naar het oordeel van de rechtbank is het verzoek tot schadevergoeding voldoende onderbouwd. De benadeelde partij kan het overige deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6] .
- Ruitenwisser achter € 54,33
- Gemist bedrag bij verkoop auto € 750,-
- Reparatiekosten € 494,10
Motivering van de hoofdelijkheid.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
gevangenisstrafvoor de duur van
8 maanden,waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
maatregel van schadevergoeding
maatregel van schadevergoeding
€1.298,43. Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 22 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit materiële schade. De materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
€1.298,43, bestaande uit materiële schade. De materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;