ECLI:NL:RBOBR:2024:318

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
ZM/IND/123917
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot zorgmachtiging op basis van de Wet forensische zorg en Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 januari 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1998 en momenteel verblijvende in de P.I. Vught. De officier van justitie had op 8 januari 2024 een verzoekschrift ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging, waarbij verschillende bijlagen waren gevoegd, waaronder medische verklaringen en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 januari 2024 zijn de raadsvrouw van de betrokkene, de officier van justitie en een deskundige gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een manische psychose in het kader van een bipolaire stoornis, en dat zijn gedrag als gevolg van deze psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de zorgmachtiging toegewezen, met uitzondering van de toediening van vocht en voeding, en de machtiging is geldig voor de duur van zes maanden, tot 24 juni 2024. De rechtbank heeft de verschillende vormen van zorg die kunnen worden toegepast, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, beschreven en goedgekeurd.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK Oost-Brabant
Team strafrecht
Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch
Zorgmachtiging (artikel 2.3, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 5:17 en art. 5:19 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)
Zaaksnummer: ZM/IND/123917
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 24 januari 2024 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 2.3 Wfz, ten aanzien van:
[verdachte]
geboren op [1998] in [geboorteland] ,
momenteel verblijvende in de P.I. Vught,
bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.M.T.A. Verhagen, advocaat in Boxtel,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft middels een verzoekschrift d.d. 8 januari 2024 verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur C.J.A. Koopal (psychiater) van de GGzE in Eindhoven d.d. 30 december 2023;
  • de medische verklaring ten behoeve van de voorbereiding van een Zorgmachtiging d.d. 22 december 2023 ondertekend door R.J. van Montfoort, psychiater;
  • het zorgplan/behandelplan opgesteld d.d. 27 december 2023;
  • de zorgkaart opgemaakt d.d. 13 december 2023;
  • de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 januari 2024 in het gebouw van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch, tegelijk met de pro-forma behandeling van de strafzaak met parketnummer 01.022594.23.
1.3.
Ter zitting van 24 januari 2024 zijn aanwezig en worden gehoord:
  • de raadsvrouw van betrokkene mr. A.M.T.A. Verhagen, advocaat in Boxtel;
  • de officier van justitie, en;
  • de deskundige mw. C.A. van Rens, zorgverantwoordelijke.

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen. Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg en de op te leggen duur heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift.

3.Standpunt van betrokkene

Betrokkene heeft – kort gezegd - ingestemd met inwilliging van het verzoekschrift van de officier van justitie strekkende tot het verlenen van een zorgmachtiging.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek van de officier van justitie dient te worden toegewezen, zij het dat de in het verzoekschrift beschreven diagnose, voor wat betreft de middel-gerelateerde en verslavingsstoornissen, gelet op het dossier en het verhandelde ter terechtzitting terzijde dienen te worden gesteld. Voorts is verzocht het toedienen van (1) vocht en (2) voeding als vormen van verplichte zorg
nietin de zorgmachtiging op te nemen

4.Beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is het volgende gebleken:
o uit de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur blijkt dat betrokkene lijdt aan een manische psychose in het kader van een bipolaire stoornis, in remissie door medicatie. Deze wordt geclassificeerd als een bipolaire stemmingsstoornis. De rechtbank is – getuige de bevindingen van de geneesheer-directeur, de medische verklaring en de ter terechtzitting gegeven toelichting van de zorgverantwoordelijke mw. C.A. van Rens – van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat betrokkene kampt met actuele verslavingsproblematiek. Daar komt bij dat in de medische verklaring staat beschreven dat het drugsgebruik in een gecontroleerde omgeving in remissie is.
o het gedrag van betrokkene als gevolg van de psychische stoornis, niet zijnde een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap, leidt tot ernstig nadeel, dat bestaat uit of het aanzienlijk risico op:
 ernstig lichamelijk letsel;
 ernstige psychische schade;
 ernstige verwaarlozing;
 maatschappelijke teloorgang
 de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Met het oog op:
 het afwenden van een ernstig nadeel;
 het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint;
 het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene;
heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
4.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Hoewel betrokkene ter zitting aangaf akkoord te zijn met een opname en medicatie-inname, blijkt uit de ter terechtzitting gegeven toelichting van de zorgverantwoordelijke mw. C.A. van Rens dat deze vrijwilligheid zich gedurende de opname mogelijk kan afwisselen met momenten waarop sprake is van een instabiele (psychische) gesteldheid, waardoor betrokkene niet in staat is adequate beslissingen te nemen. Om die reden(en) is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan/behandelplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur.
4.3.
De volgende vormen van zorg worden in het plan voor na te noemen duur verzocht:
Toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening.
6 maanden
Medicatie: psychiatrische medicatie is doelmatig gezien de multidisciplinaire richtlijn horende bij de vastgestelde psychische aandoening, het toedienen van psychiatrische medicaties staat in verhouding tot het wegnemen van het (dreigend) ernstig nadeel dat voortvloeit uit de vastgestelde psychiatrische aandoening, er zijn minder ingrijpende interventies met hetzelfde effect, het toedienen van psychiatrische medicatie kan veilig worden uitgevoerd en is ook veilig op de langere termijn.
Beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
Wanneer opnemen in een accommodatie noodzakelijk is om het (dreigend) ernstig nadeel weg te nemen dat voortvloeit uit de vastgestelde psychische aandoening, dan wordt daarmee ook de bewegingsvrijheid rondom de accommodatie beperkt.
Onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
Wanneer er een gegrond vermoeden van aanwezigheid binnen de accommodatie van voorwerpen die betrokkene niet in zijn bezit mag hebben of die een aanzienlijk risico zijn op (dreigend) ernstig nadeel dat voortvloeit uit de vastgestelde diagnose, dan mag kleding of lichaam van betrokkene onderzocht worden.
Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
Wanneer er een gegrond vermoeden van aanwezigheid binnen de accommodatie van gedragsbeïnvloedende middelen of gevaarlijke voorwerpen die betrokkene niet in zijn bezit mag hebben of die een aanzienlijk risico zijn op (dreigend) ernstig nadeel dat voortvloeit uit de vastgesteld diagnose, dan mag de woon- en verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen onderzocht worden.
Controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
Wanneer er een gegrond vermoeden van gedragsbeïnvloedende middelen bestaat die een aanzienlijk risico zijn op (dreigend) ernstig nadeel dat voortvloeit uit de vastgestelde diagnose, dan mag de urine en de adem onderzocht worden op gedragsbeïnvloedende middelen.
Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
Wanneer vrij gebruik van communicatiemiddelen een aanzienlijk risico is op (dreigend) ernstig nadeel dat voortvloeit uit de vastgestelde diagnose, dan mag het gebruik van communicatiemiddelen worden beperkt. Toestaan van een FACT team, indien sprake is van ambulante zorg.
Opnemen in een accommodatie
6 maanden
Opnemen in een accommodatie kan noodzakelijk zijn om het (dreigend) ernstig nadeel weg te nemen dat voortvloeit uit de vastgestelde diagnose en mag toegepast worden wanneer opnemen in een accommodatie in verhouding staat tot het weg te nemen (dreigend) ernstig nadeel, er geen minder ingrijpende interventies zijn met hetzelfde effect en opnemen in een accommodatie veilig kan worden uitgevoerd.
4.4
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief, met uitzondering van de volgende verplichte zorg: toediening van vocht en voeding. De zorgmachtiging met inbegrip van de vormen van verplichte zorg, zal dan ook worden verleend, zoals hiervoor onder 4.3 omschreven met uitzondering van de verplichte zorg wat betreft toediening van vocht en voeding. De rechtbank gaat ervan uit dat er altijd voor het minst ingrijpende, maar adequate middel wordt gekozen.
4.5.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.

5.Beslissing

De rechtbank:
Wijst toehet verzoek van de officier van justitie en
verleent een zorgmachtigingten aanzien van
[verdachte]
geboren op [1998] in [geboorteland] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg
Duur
Toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening.
6 maanden
Beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
Onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
Controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
Opnemen in een accommodatie
6 maanden
Deze zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf dagtekening en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze zorgmachtiging is geldig voor de duur van 6 maanden, te weten uiterlijk tot 24 juni 2024.
Deze machtiging is op 24 januari 2024 ter terechtzitting van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken gegeven door:
mr. M.E. Bartels, voorzitter,
mr. M.M.L.A.T. Doll en mr. M.I. Fedorova, leden,
in tegenwoordigheid van mr. R.F.G. St. Jago griffier.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor betrokkene en officier van justitie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.