Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 5 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de raad van de gemeente Son en Breugel, de raad
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank eerst uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Grondslag voor de vestiging van het voorkeursrecht is de omgevingsvisie “Oog op een zonnige toekomst”. De raad heeft het voorkeursrecht gevestigd met het oog op behoud van de regiefunctie van de gemeente bij ontwikkeling van de wijk “Breeakker”. In de toekomst is in die wijk een geïntensiveerd gebruik voorzien. De raad wil met de vestiging van het voorkeursrecht grip houden op de eigendomsposities binnen de wijk.
Oud recht van toepassing
Dat betekent dat op de beoordeling van dit beroep oud recht van toepassing is.
26 september 2012. [1]
Het voorkeursrecht verstoort daarmee de concurrentie en de marktwerking, wat nadelig is voor de consumenten en de economische ontwikkeling.
(het Unierecht) zo op, dat hij door de vestiging van het voorkeurecht zelf wordt belemmerd in de uitoefening van zijn recht op vrij verkeer van goederen of vrij verkeer van diensten als hij zijn perceel wil verkopen.
Het is daarom niet aannemelijk dat de gemeente het perceel daadwerkelijk nodig heeft of zal gebruiken voor het algemeen belang. Het voorkeursrecht lijkt eerder een middel om goedkoop grond te verwerven en om speculatie of concurrentie te voorkomen. Met eerder aangekochte percelen wordt niets gedaan, en ook wordt het voorkeursrecht niet in alle wijken gevestigd, waarbij eiser verwijst naar artikelen van de lokale journalistiek. Eiser betoogt ook dat het voorkeursrecht in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel. De gemeente handelt namelijk willekeurig en ondoorzichtig bij het vestigen van het voorkeursrecht op bepaalde percelen. De prijzen die zij voor bepaalde percelen betaalt zijn niet gelijk en het ene perceel koopt zij wel aan en het andere niet, aldus eiser. Ook wordt niet op alle woongebieden het voorkeursrecht gevestigd, terwijl in de vrije markt veel hogere prijzen worden betaald dan de gemeente bereid is te betalen. Daardoor loopt eiser bij eventuele verkoop veel overwaarde van zijn huis mis.
De basis van de democratische rechtsstaat wordt daarmee uit het oog verloren. Eiser heeft alles bij elkaar het vertrouwen in het functioneren van de democratische rechtsstaat verloren.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. J.J.H. van Kempen, leden, in aanwezigheid van mr.N. Duin, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 5 juli 2024.