Uitspraak
[eiser] B.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de mondelinge behandeling van 9 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
“Momenteel is PJ Europe Real Estate B.V. de huurder van de locatie die door jou wordt geëxploiteerd. Bij het aangaan van een franchiseovereenkomst is er tevens een onderhuur-overeenkomst gesloten tussen ons als franchisegever en jou als franchisenemer.
– ten titel van schadevergoeding – de in het verleden met PJ Europe Group BV afgesproken huurpenningen betaalt totdat zij de bedrijfsruimte heeft ontruimd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
huurderindeplaatsstelling vorderen. Dat betekent dat alleen PJ Europe Real Estate BV een indeplaatsstelling had kunnen vorderen. Uit productie 11 (pleit aantekeningen KG Den Bosch d.d. 20 december 2023) en de daarbij behorende productie 7 volgt dat dit ook bekend was bij de toenmalige gemachtigde van [eiser] . [eiser] heeft op zitting gesteld dat in geval van franchise ook de onderhuurder aanspraak kan maken op indeplaatsstelling, maar dat is door [gedaagde ] betwist en door [eiser] verder ook niet onderbouwd. Verder volgt uit lid 2 van artikel 7:307 BW dat de rechter de indeplaatsstelling steeds afwijst, indien de voorgestelde huurder niet voldoende waarborgen biedt voor een volledige nakoming van de overeenkomst en voor een behoorlijke bedrijfsvoering. Dit zal in een bodemprocedure beoordeeld moeten worden. In deze procedure zijn op voorhand geen stukken overgelegd waaruit dat kan worden afgeleid.