Woonbedrijf legt daaraan, zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag.
[gedaagden] zijn tekort geschoten in de nakoming van hun verplichtingen als huurders.
Zij hebben op 5 maart 2024 werklieden die werkzaam waren in opdracht van Woonbedrijf bedreigd en fysiek mishandeld. Dat heeft plaatsgevonden in de directe nabijheid van het gehuurde. Het gehuurde heeft daarbij ook een functionele rol vervuld voor [gedaagden] omdat zij het gehuurde zijn ingelopen om het mes te halen waarmee de werklieden zijn bedreigd.
[gedaagden] hebben zich daarmee niet als goed huurder gedragen in de zin van artikel 7:213 BW. Daarnaast hebben zij in strijd gehandeld met de verplichtingen uit de huurovereenkomst en de Algemene Huurvoorwaarden.
Het handelen van [gedaagden] levert ook een onrechtmatige daad op jegens Woonbedrijf in de zin van artikel 6:162 BW.
De gedragingen van [gedaagden] hebben geleid tot een onveilig gevoel bij omwonenden en tot een onveilige werkomgeving voor medewerkers in dienst of in opdracht van Woonbedrijf.
Gelet op de ernst van de gedragingen is een ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd om aan die onveilige situatie een einde te maken.
Daarnaast hebben [gedaagden] in strijd met de Algemene Huurvoorwaarden zonder toestemming van Woonbedrijf aan de buitenzijde van het gehuurde een camera bevestigd. Woonbedrijf heeft een gegronde reden om die toestemming niet te verlenen. De camera heeft een negatieve uitstraling op de woonomgeving en schendt de privacy van omwonenden.
Woonbedrijf heeft een spoedeisend belang bij ontruiming van het gehuurde. Dat volgt reeds uit het feit dat sprake is van onrechtmatig handelen. Er is bovendien sprake van een onhoudbare situatie omdat [gedaagden] een risico vormen voor de woon- en werkomgeving.
Als gevolg van de onveilige werksituatie kan Woonbedrijf op dit moment ook niet de noodzakelijke werkzaamheden in de omgeving van het gehuurde laten uitvoeren.
Woonbedrijf heeft er als sociale verhuurder ook belang bij dat zij het gehuurde ter beschikking kan stellen aan een huurder die geen overlast veroorzaakt.
Voor het geval de primaire vordering tot ontruiming niet zou worden toegewezen, wil Woonbedrijf als stok achter de deur een voorwaardelijke ontruiming.