Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 31 mei 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De beoordeling
“Gedaagde in de hoedanigheid van bewindvoerder over de toekomstige goederen van [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten”.Desgevraagd heeft Mooiland verklaard dat er geen sprake is van een bewind c.q. bewindvoerder en dat de vordering dient te luiden: “
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten”.Deze eisvermeerdering/wijziging blijft buiten beschouwing. In artikel 130 lid 3 Rv is namelijk bepaald dat indien een partij niet in het geding is verschenen, een vermeerdering/wijziging van eis tegen die partij is uitgesloten, tenzij de eiser de vermeerdering/ wijziging tijdig bij exploot aan haar kenbaar heeft gemaakt. Mooiland heeft dat niet gedaan.