ECLI:NL:RBOBR:2024:2538

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
25 maart 2024
Publicatiedatum
13 juni 2024
Zaaknummer
C/01/397407 / FA RK 23-4073
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging gezamenlijk gezag en ontzegging recht op omgang tussen vader en kinderen

In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, uitgesproken op 25 maart 2024, is de moeder verzocht om het gezag over haar minderjarige kinderen [A] en [B] alleen te verkrijgen en de vader het recht op omgang met hen te ontzeggen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders, die een affectieve relatie hadden, gezamenlijk het gezag over de kinderen uitoefenden. Echter, na de beëindiging van hun relatie in 2019/2020 zijn er ernstige zorgen gerezen over de zorg en opvoeding van de kinderen door de vader. De moeder heeft aangegeven dat de kinderen, vooral [A], psychische problemen ondervinden en dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat zij klem raken tussen de ouders. De vader heeft zich teruggetrokken uit het leven van de kinderen en heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de moeder. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is dat de moeder alleen het gezag krijgt en dat de omgang met de vader op dit moment niet verantwoord is. De rechtbank heeft de vader het recht op omgang ontzegd, met uitzondering van beperkt contact via WhatsApp op bepaalde momenten voor [B]. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/397407 / FA RK 23-4073
Uitspraak : 25 maart 2024
Beschikking betreffende het gezag en de zorg- en contactregeling in de zaak van
[naam],
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. S.H.M. Skrotzki,
tegen
[naam],
wonende te [woonplaats] ,
partijen, ook wel aan te duiden als respectievelijk de moeder en de vader.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift van de moeder, ontvangen ter griffie op 04 oktober 2023;
- de correspondentie, waaronder met name:
- een screenshot van een WhatsApp gesprek, overgelegd door moeder.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 februari 2024. Verschenen zijn de moeder, bijgestaan door haar advocaat. Namens de raad voor de kinderbescherming, hierna te noemen de raad, is verschenen [vertegenwoordiger van de raad] .
Hoewel behoorlijk daartoe opgeroepen is de vader niet verschenen.
1.3.
De griffier heeft de minderjarigen [A] en [B] in de gelegenheid gesteld om hun mening omtrent het verzoek aan de rechter kenbaar te maken. De minderjarigen hebben van deze gelegenheid mondeling gebruik gemaakt. Met hen is afgesproken dat de zij per brief een terugkoppeling van de uitspraak krijgen. Deze naar de kinderen gestuurde brief is integraal in deze beschikking opgenomen.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad en hebben met elkaar samengewoond. De samenwoning van partijen is geëindigd eind 2019/begin 2020.
2.2.
Uit de inmiddels verbroken relatie tussen partijen zijn de navolgende minderjarigen geboren:
  • [naam] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , roepnaam [A]
  • [naam] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , roepnaam [B] .
2.3.
De vader heeft de minderjarigen erkend.
2.4.
De vader en de moeder hebben gezamenlijk het gezag over voornoemde minderjarigen.
2.5.
De vader en de moeder hebben op 18 maart 2020 een ouderschapsplan ondertekend waarin zij onder meer betreffende het gezag, het hoofdverblijf en de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken het navolgende hebben opgenomen:
Artikel 1 Gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag
1.1
De ouders achten het in het belang van hun minderjarige kinderen dat zij na de scheiding gezamenlijk het ouderlijk gezag over hen blijven uitoefenen.
Artikel 2 Hoofdverblijfplaats/verhuizing/paspoort
[A] en [B] hoofdverblijf bij vader en moeder, 50% co-ouderschap.
Moeder schrijft [A] in op haar nieuwe woonadres en vader schrijft [B] in op zijn nieuwe woonadres.
Artikel 3 verzorging en opvoeding
3.1
Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
De ouders zijn de volgende verdeling van de zorg- en opvoedingstaken overeengekomen: 50% co-ouderschap
De ouders zijn een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken overeengekomen zoals beschreven in de bijlage.
Indien specifieke, zwaarwegende omstandigheden dit vragen, kan de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken in de toekomst aangepast worden.
2.6.
Moeder heeft [B] met toestemming van vader op 31 augustus 2023 ingeschreven op haar adres zodat nu beide kinderen hun hoofdverblijf bij moeder hebben.

3.Het verzoek

3.1.
De moeder verzoekt:
  • de vader met ingang van de datum van het verzoekschrift voor onbepaalde tijd het recht op uitoefening van de zorg- en contactregeling met [A] en [B] te ontzeggen;
  • de moeder voortaan alleen te belasten met het eenhoofdig gezag over [A] en [B] ;
  • deze beslissingen uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
De moeder stelt dat partijen tijdens de relatie altijd in [woonplaats] hebben gewoond en na het verbreken van de samenleving hebben beide ouders weer een nieuwe woning in [woonplaats] gevonden. In oktober 2022 is vader gaan samenwonen met zijn nieuwe relatie in [woonplaats] en vervolgens is hij met deze partner ook getrouwd.
Vader heeft zijn woning in [woonplaats] aangehouden voor de uitvoering van de overeengekomen zorgregeling, echter in het begin van de samenwoning met zijn nieuwe partner heeft vader de kinderen vooral in [woonplaats] laten verblijven en moesten zij iedere dag op en neer naar school in [woonplaats] . Op initiatief van moeder is hier toen over gesproken en vader gaf toen aan met de kinderen in [woonplaats] te verblijven in de week dat de kinderen bij hem waren. Moeder heeft zich gedurende de afgelopen jaren zorgen gemaakt over de verzorging en aandacht van de kinderen als zij bij hun vader waren en gebleken is dat die zorgen terecht waren. De kinderen hebben echter lange tijd niets verteld aan moeder omdat zij haar daar niet mee wilden belasten. De kinderen hebben ontzettend veel last van de huidige situatie. [A] volgt op dit moment een behandeltraject bij een psycholoog onder andere vanwege suïcidale gedachten. Zij ervaart een groot loyaliteitsconflict tussen haar ouders: beide ouders hebben een ander visie op wat goed is voor haar en hierdoor heeft ze het gevoel dat ze het nooit goed doet. [B] zit op dit moment in een transitietraject bij de genderpoli, wat veel impact op hem heeft. Gelet op de dingen die de kinderen hebben verteld, de ernstige psychische staat waarin [A] zich bevindt en de spannende periode voor [B] is moeder van mening dat de kinderen voorlopig niet naar vader moeten gaan. Vanaf 30 augustus 2023 verblijven de kinderen bij moeder en wordt er geen uitvoering gegeven aan de zorgregeling tussen vader en de kinderen. Vader heeft moeder per e-mail van 31 augustus 2023 laten weten dat hij de huurwoning in [woonplaats] per 1 november 2023 heeft opgezegd. Ook schrijft hij in een e-mailbericht aan moeder dat de strijd om de kinderen helaas altijd zal blijven en dat er aan zijn zijde geen verandering zal komen qua leefomstandigheden en/of opvoeding aangezien het toch nooit goed genoeg is. Per e-mailbericht van 13 september 2023 heeft hij moeder bericht dat hij er volledig mee instemt dat moeder de volledige zorg en beslissingen op zich gaat nemen.
Moeder stelt dat de kinderen behoefte hebben aan rust, veiligheid en duidelijkheid. Moeder stelt dat uit de e-mailberichten van vader lijkt dat vader zich volledig wil terugtrekken maar dat het onduidelijk is of en hoe lang dat zal voortduren. Op dit moment is het voor moeder en de kinderen niet duidelijk wat vaders bedoeling is voor de toekomst. Het idee dat vader in een keer voor de deur kan staan om de zorgregeling af te dwingen brengt veel onzekerheid en zorgen met zich voor moeder en de kinderen. Moeder acht het daarom van belang dat de zorgregeling wordt opgeschort dan wel dat vader het recht op contact voor onbepaalde tijd wordt ontzegd. Zij is van mening dat zwaarwegende belangen van de kinderen zich thans verzetten tegen contact met vader. De eerder overeengekomen zorgregeling is momenteel niet uitvoerbaar, want vader heeft geen woning meer in [woonplaats] en ook in [woonplaats] hebben de kinderen geen eigen plek.
Voor wat betreft het verzoek met betrekking tot het gezag stelt moeder dat het in het belang van [A] en [B] noodzakelijk is dat moeder wordt belast met het eenhoofdig gezag over de kinderen. Vader heeft geen zicht meer op hun leven en behoeftes. De komende perioden zullen er veel beslissingen moeten worden genomen over schoolaangelegenheden zoals rapport- en adviesgesprekken, bezoeken aan middelbare scholen en inschrijvingen aldaar alsmede handtekeningen die nodig zijn voor de medische behandeling van de kinderen.
3.3.
De vader heeft geen verweer gevoerd en is ook niet op de mondelinge behandeling verschenen.

4.De beoordeling

Gezag

4.1.
De rechtbank kan het gezamenlijk gezag van ouders die niet met elkaar gehuwd zijn beëindigen als de omstandigheden zijn veranderd of als bij het nemen van een eerdere beslissing over het gezag van verkeerde of onvolledige gegevens is uitgegaan (artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van gewijzigde omstandigheden, omdat er al lange tijd geen contact is tussen de vader en de kinderen en omdat vader heeft aangegeven zich terug te trekken als het gaat om de zorg voor de kinderen.
Vervolgens moet de rechtbank beoordelen of de moeder alleen het gezag over (naam kind) moet krijgen. De rechtbank kan dit verzoek op grond van artikel 1:251a lid 1 BW toewijzen als:
- er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zal raken tussen de ouders, en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd genoeg verbetering komt,
of
- wijziging van het gezag om een andere reden in het belang van het kind noodzakelijk is.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat een wijziging van het gezag om een andere reden in het belang van de kinderen noodzakelijk is en overweegt daartoe het volgende.
4.3.
De rechtbank stelt vast dat vader vanaf de zomervakantie van 2023 niet meer betrokken is bij het leven van de kinderen en uit de door de moeder overgelegde e-mailwisseling tussen partijen leidt de rechtbank af dat vader geen betrokkenheid meer wenst in het leven van de kinderen. Uit de stellingen van moeder, die door vader niet zijn weersproken, valt niet te verwachten dat vader binnen afzienbare termijn wel weer in afdoende mate betrokken wil zijn bij [A] en [B] om het gezag te kunnen uitoefenen, terwijl er binnen afzienbare termijn wel diverse gezagsbeslissingen genomen moeten worden onder andere in verband met de overgang naar de middelbare school, hulpverlening en medische behandelingen van [B] .
Gelet daarop acht de rechtbank het noodzakelijk dat de moeder wordt belast met het gezag over [A] en [B] . Het daartoe strekkende verzoek zal dan ook worden toegewezen.
Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
4.4.
Een kind en zijn ouders hebben recht op omgang met elkaar. Een vader of moeder zonder gezag heeft ook de verplichting tot omgang met het kind (artikel 1:377a van het Burgerlijk Wetboek). De rechter kan op verzoek van een ouder een door de ouders onderling afgesproken omgangsregeling wijzigen als daarna de omstandigheden zijn gewijzigd. De rechter kan bepalen dat een ouder voor bepaalde of onbepaalde tijd geen omgang mag hebben. Dat doet de rechter alleen als:
a. omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind, of
b. de ouder of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of
c. het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder of met degene met wie hij in een nauwe persoonlijke betrekking staat heeft doen blijken, of
d. omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.
De rechtbank merkt in dit verband op dat elke beslissing waarbij de omgang is ontzegd en elke afwijzing van een verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling, tijdelijk is. De ouder aan wie de omgang is ontzegd en van wie het verzoek is afgewezen, kan als er een wijziging van omstandigheden is en in ieder geval na een jaar opnieuw aan de rechter vragen om een regeling te laten vaststellen (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 27 februari 2009).
4.5.
Er is na het uiteengaan van partijen in 2020 veel gebeurd tussen vader en de kinderen. In het gesprek dat [A] en [B] met de rechter hadden beschrijven zij een vader die tijdens de samenwoning met moeder een leuke en betrokken vader was maar waarin na het uiteengaan van hun ouders vrij snel verandering in is gekomen.
Aanvankelijk was er sprake van een co-ouderschapsregeling. De moeder heeft deze in overleg met vader gestopt nadat de kinderen zeer zorgelijke signalen aan haar hadden afgegeven. De kinderen hebben haar verteld dat zij gedurende de zorgregeling vaak alleen waren, ook ’s nachts, zelf voor eten moesten zorgen, er een hond aanwezig was die [B] een paar keer heeft gebeten en dat vader niet bereikbaar was als zij hem nodig hadden. De kinderen moesten ook extreem vroeg in de auto om vanuit [woonplaats] op tijd op school in [woonplaats] te komen. Kortom, de kinderen zijn in die periode veel aan hun lot overgelaten en hebben verantwoordelijkheden van vader gekregen waar ze nog niet aan toe waren. Dat heeft ertoe geleid dat moeder op advies van de hulpverlening de kinderen bij zich heeft gehouden.
Uit het dossier komt naar voren dat vader de schuld van deze ontstane situatie bij de kinderen legt en dat de kinderen op dit moment dusdanig boos en gekwetst zijn dat er bij hen geen enkele ruimte is voor fysiek contact. Vader beschuldigt de kinderen en laat de kinderen via een WhatsApp bericht weten dat ze niet meer welkom bij hem zijn en dat ze dat aan zichzelf te danken hebben.
De rechtbank is van oordeel dat het niet in het belang van de kinderen is als er op dit moment fysiek contact is tussen vader en de kinderen. De kinderen hebben tijd nodig om al deze gebeurtenissen te verwerken en zij hebben weerstand tegen contact met vader. Ook stelt de rechtbank vast dat vader, wat zijn kant van het verhaal ook is, geen enkel zelfinzicht blijkt te tonen wat het effect van zijn handelen de afgelopen jaren op de kinderen is geweest. Indien de zorgregeling op dit moment zou worden hervat maakt de rechtbank zich zorgen over de aansluiting van vader met de kinderen en het feit dat vader wellicht niet in staat zal zijn om een veilige opvoedsituatie te creëren die aansluit bij de behoefte van de kinderen. Dat alles maakt dat de rechtbank van oordeel is dat het niet verantwoord is dat er fysiek contact plaatsvindt tussen vader en de kinderen.
[A] heeft dusdanige klachten en tijd en ruimte nodig om de gebeurtenissen met behulp van de ingezette hulpverlening te verwerken. De rechtbank sluit aan bij het door de raad tijdens de mondelinge behandeling gedane advies dat het voor [A] belangrijk is dat het voor haar duidelijk is dat er geen contact zal zijn tussen haar en vader. Ook een gering contact met vader zou een trigger kunnen zijn en dat zal haar herstel en haar verwerkingsproces in de weg staan. Mocht er op enig moment bij [A] zelf behoefte zijn om contact met vader op te nemen via WhatsApp of telefonisch, pas dan staat het vader vrij om daarop per gezocht contact van [A] op te reageren.
Voor [B] ligt dat in zoverre anders dat er bij hem enerzijds enorme boosheid is maar dat hij de papa die hij tijdens het huwelijk was, ook heel erg mist. [B] was tijdens het kindgesprek ook heel erg verdrietig omdat hij de oude papa op dit moment kwijt is.
Bij [B] proeft de rechtbank dat er in zoverre ruimte zou zijn voor af en toe WhatsApp contact en daarom zou een volledige ontzegging iets te ver gaan. Voor fysiek contact is er ook bij [B] op dit moment geen ruimte. Die zal pas ontstaan als vader in staat is om zich in te leven in de belevingswereld van [B] . De rechtbank zal voor [B] de omgang ontzeggen waarbij het vader is toegestaan om [B] op zijn verjaardag een WhatsApp bericht te sturen alsmede drie keer per jaar een WhatsApp bericht op een vrij door vader te bepalen tijdstip. Daarnaast is vader gerechtigd te reageren op het moment dat [B] contact met vader opneemt. Met deze nuance zal het verzoek van de moeder worden toegewezen.
4.6.
Hieronder volgt de tekst van de brief die de kinderrechter aan [A] en [B] heeft gestuurd en waarin de beslissing op een kindvriendelijke manier wordt teruggekoppeld.
Beste [A] en [B] ,
Op 21 februari 2024 heb ik met jullie gesproken over de vraag van je moeder om voortaan alleen het gezag over jullie te hebben. Dat zou betekenen dat zij alleen beslissingen over jullie kan nemen. Ook hebben we gesproken over de vraag van je moeder om de omgang tussen jullie en je vader stop te zetten.
Ik had jullie beloofd jullie een brief te schrijven waarin ik vertel wat mijn beslissing is. Ik heb beslist dat jullie moeder voortaan alleen het gezag over jullie heeft en dus alleen de beslissing over jullie mag nemen. Ook heb ik beslist dat jullie vader geen fysiek contact met jullie mag hebben.
Voor jou, [A] , vind ik het ook niet goed als je vader op een andere manier contact met je zoekt, zoals via WhatsApp of telefonisch. Alleen als jij zelf behoefte hebt aan contact met je vader en contact met hem opneemt via WhatsApp of telefonisch, dan mag je vader een berichtje terugsturen of de telefoon opnemen. Dat heb ik ook zo beslist.
Voor jou, [B] , heb ik beslist dat je vader voorlopig geen fysiek contact met je mag opnemen of op een andere manier contact met je mag zoeken, zoals via WhatsApp of telefoon. Wel mag je vader jou op je verjaardag een WhatsApp-bericht sturen. Daarnaast mag je vader drie keer per jaar een WhatsApp bericht op een zelf door je vader te bepalen moment sturen. Jij mag wel zelf contact met je vader zoeken. Als jij contact met je vader opneemt via WhatsApp of telefonisch, dan mag je vader een berichtje terugsturen of de telefoon opnemen.
Ik zal hierna uitleggen waarom.
Jullie hebben veel meegemaakt. Eerst was er de scheiding met veel ruzies. Daarna hebben jullie nare dingen meegemaakt bij je vader. Jullie vertelden dat jullie bij je vader vaak alleen waren, ook ’s nachts, dat jullie vaak zelf voor eten moesten zorgen en dat er een hond aanwezig was die [B] een paar keer heeft gebeten. Jullie halfbroertje was er ook en jullie voelden je ook voor hem heel verantwoordelijk. Als jullie je vader belden, was hij niet bereikbaar. Hij was dan in het café met zijn nieuwe partner. Jullie moesten ook altijd heel vroeg in de auto om vanuit [woonplaats] op tijd op school in [woonplaats] te komen.
Jullie hebben je in die periode heel naar en onveilig gevoeld en zelfs klachten daardoor gekregen. Daarvoor worden jullie nu behandeld. Jullie zijn allebei heel boos op je vader en teleurgesteld. Jullie hebben mij een WhatsApp bericht van je vader laten zien waarin hij schrijft dat jullie niet meer welkom zijn bij hem zijn en dat jullie dat aan jezelf te danken hebben. Ook heeft hij een e-mail geschreven naar je moeder waarin hij schrijft dat hij zich niet meer met jullie wil bemoeien. Dat heeft jullie boos gemaakt en gekwetst. Jullie vertellen allebei dat je geen fysiek contact met hem wil. Jij [A] , bent hierin heel stellig. Bij jou [B] , proef ik dat je toch hoopt dat de oude vader, die wel heel lief was, weer terugkomt, maar zolang dat niet zo is, wil je je vader ook niet zien.
Vanwege alles wat jullie hebben meegemaakt en hoe je vader zich nu gedraagt naar jullie toe, vind ik het niet goed als je vader nog beslissingen over jullie kan nemen. Je vader is ook niet goed bereikbaar terwijl er dingen geregeld moeten worden voor jullie. Ook vind ik het niet goed als er fysiek contact is tussen jullie en je vader. Jullie hebben tijd nodig om alles te verwerken en dat kan niet als je vader toch nog elk moment langs zou kunnen komen. Ook vind ik het belangrijk dat je vader gaat inzien dat het voor jullie allemaal heel naar is geweest. Ik heb je vader niet gesproken en ken dus zijn kant van het verhaal niet, maar wat dat verhaal ook is, op dit moment is jullie vader niet in staat om zich in jullie te verplaatsen en jullie te geven wat jullie nodig hebben, namelijk een lieve vader, die voor jullie zorgt en zorgt dat jullie je prettig en veilig voelen..
Jij, [A] , hebt ernstige klachten aan alles overgehouden en je hebt tijd en ruimte nodig om alles met behulp van therapie te verwerken. Ook moet je rust en tijd hebben om weer aan de band met mama te werken. Die is door de hele situatie ook slechter geworden en dat vind je heel naar. Daarom denk ik dat het voor jou belangrijk is dat heel duidelijk is dat er de komende tijd geen contact zal zijn tussen jou en je vader. Ik denk namelijk dat als je vader toch ineens contact met je opneemt, je hier enorm door van slag zou zijn en dat dit je herstel zelfs in de weg zal kunnen zitten. De raad voor de kinderbescherming ziet dat ook zo. Wel heb ik je de mogelijkheid willen geven om zelf contact met vader op te nemen via WhatsApp of telefonisch. Als je daar zelf voor kiest, alleen dan mag je vader daarop reageren.
Jij, [B] , hebt denk ik net iets anders nodig. Ik zie dat je heel boos bent op papa, maar ik zie ook dat je de papa die hij vroeger was, heel erg mist. Ik denk dat jij het wel fijn zou vinden en ook aankan, als papa wel af en toe iets laat horen, zolang dit maar niet te vaak is. Fysiek contact gaat echt veel te ver en daar ben je zelf ook niet aan toe, Daarom heb ik beslist dat je vader op je verjaardag en drie andere momenten per jaar een WhatsApp bericht naar jou mag sturen. Als je zelf contact wil zoeken met je vader, dan mag dat wel en als je dat doet door bijvoorbeeld WhatsApp of telefonisch, dan mag je vader een berichtje terugsturen of de telefoon opnemen.
Dit heb ik ook in de uitspraak opgeschreven, zodat jullie ouders weten wat ik aan jullie heb geschreven.
Ik wens jullie het allerbeste voor de toekomst.
Met vriendelijke groet,
S.M.J. Korthuis-Becks, kinderrechter

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
beëindigt het gezamenlijk gezag van partijen over de minderjarigen:
  • [naam] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , roepnaam [A]
  • [naam] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , roepnaam [B] ,
en bepaalt dat het gezag over deze minderjarigen voortaan aan de moeder alleen toekomt;
5.2.
wijzigt het ouderschapsplan van 18 maart 2020 voor wat betreft de daarbij overeengekomen verdeling en zorgregeling als hierna te melden;
ontzegt de vader het recht op omgang met de minderjarige [A] , met dien verstande dat het vader vrij staat om per gezocht telefonisch of WhatsApp contact van [A] de telefoon op te nemen of een bericht terug te sturen;
ontzegt de vader het recht op omgang met de minderjarige [B] , met dien verstande dat het vader is toegestaan om [B] op zijn verjaardag een WhatsApp-bericht te sturen alsmede drie keer per jaar een WhatsApp-bericht op een vrij door vader te bepalen tijdstip. Daarnaast is vader gerechtigd om op het moment dat [B] contact met vader opneemt, de telefoon op te nemen of een bericht terug te sturen;
5.3.
verklaart deze beslissingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders verzochte af;
5.5.
compenseert de proceskosten tussen partijen aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.M.J. Korthuis-Becks, rechter, tevens kinderrechter,
en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 25 maart 2024.
Conc: TMv(O
Tegen deze beschikking kan, voor zover het een eindbeslissing betreft, -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.