Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[eiser 1] ,
[rechthebbende] ,wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak, die op 11 juni 2024 door de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, hebben eiseressen [eiser 1] en [eiser 2] een kort geding aangespannen tegen de Gemeente ‘s-Hertogenbosch, die in haar hoedanigheid als bewindvoerder optreedt over de goederen van [rechthebbende]. De eiseressen vorderen ontruiming van een woning en medewerking aan het ondertekenen van een nieuwe huurovereenkomst, na een overeengekomen woningruil die op 31 mei 2024 had moeten plaatsvinden. De Gemeente is niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij op de hoogte was van de procedure. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de Gemeente niet om uitstel heeft gevraagd en dat haar verzoek tot zuivering van het verstek in strijd is met de goede procesorde. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiseressen toegewezen, waarbij de Gemeente is veroordeeld tot ontruiming van de woning en het ondertekenen van de huurovereenkomst binnen zeven dagen na betekening van het vonnis. Tevens is een dwangsom van € 200,00 per dag opgelegd, met een maximum van € 5.000,00, voor het geval de Gemeente niet aan de veroordelingen voldoet. De proceskosten zijn eveneens ten laste van de Gemeente gelegd.