vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.340598.23
Datum uitspraak: 13 juni 2024
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1968] ,
thans ingeschreven en uit anderen hoofde gedetineerd te: P.I. Grave.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 9 april 2024 en 30 mei 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 12 maart 2024.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 30 mei 2024 is gewijzigd, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
T.a.v. feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 18 april 2023 tot en 1 mei 2023 te 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
tot het overmaken van een of meerdere geldbedragen, door
gebruik te maken van de naam en/of zich voor te doen als [alias van verdachte 1] en/of
aan voornoemde [slachtoffer 1] kenbaar te maken dat hij een deal had gemaakt met een curator en derhalve kon beschikken over 25 gsm's en/of
(vervolgens) aan die [slachtoffer 1] gsm's (merk Iphone) te koop aan te bieden en/of
die [slachtoffer 1] op die wijze te bewegen tot het overmaken van een of meerdere geldbedragen en/of
die gsm's niet te leveren;
T.a.v. feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2022 tot en met 5 januari 2023 te Eersel, in elk geval in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
tot het overmaken van een geldbedrag van 2000 euro, door
een relatie aan te gaan met de moeder van die [slachtoffer 2] en/of
gebruik te maken van de naam en/of zich voor te doen als [alias van verdachte 2] en/of
kenbaar te maken dat hij een auto (VW Golf) had zien staan bij de Domeinen en/of die auto te koop aan te bieden aan die [slachtoffer 2] en/of aan de vriend van die [slachtoffer 2] en/of
aan die [slachtoffer 2] een aanbetaling van 2000 euro te vragen op een rekening op naam van [verdachte] en/of daarbij kenbaar te maken dat die [verdachte] , verdachtes accountant zou zijn en/of
op die wijze die [slachtoffer 2] te bewegen tot het overmaken van voornoemd geldbedrag en/of
die auto niet te leveren;
T.a.v. feit 3:
hij in of omstreeks de periode van september 2022 tot en met september 2023 te Susteren, in elk geval in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [bedrijf van slachtoffer 3 en slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
tot het overmaken van een of meerdere geldbedrag van (in totaal) 15.000 euro, althans enig geldbedrag, door
gebruik te maken van de naam en/of zich voor te doen als [alias van verdachte 3] en/of
aan voornoemde [slachtoffer 4] kenbaar te maken dat hij de beschikking had over een appartement aan de [adres] in Maastricht en dit appartement aan [slachtoffer 4] kon leveren, en/of
voornoemde [slachtoffer 4] te kennen te geven dat hij een hypotheek kon verstrekken om dit appartement aan te schaffen, en/of
die [slachtoffer 4] op die wijze te bewegen tot het overmaken van verschillende geldbedragen en/of
geen appartement en/of hypotheek te verstrekken;
T.a.v. feit 4:
hij in of omstreeks de periode van 18 april 2023 tot en 24 juni 2023 te 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
tot het overmaken van een geldbedrag van 750 euro, door
gebruik te maken van de naam en/of zich voor te doen als [alias van verdachte 4] en/of
vloerbedekking te laten leggen in de woning van die [slachtoffer 7] aan het Geerke in ’s-Hertogenbosch waarbij verdachte voordeed alsof deze vloerbedekking een (door hem betaald) geschenk was en/of
(vervolgens) voor te doen alsof hij een geldbedrag zou moeten lenen voor het voldoen van een belastingschuld waarbij verdachte aan [slachtoffer 7] kenbaar maakte dat hij die lening binnen twee weken zou terug betalen en/of
die [slachtoffer 7] op die wijze te bewegen tot het overmaken van een geldbedrag en/of
de gelegde vloerbedekking in de woning van [slachtoffer 7] niet betaald te hebben;
T.a.v. feit 5:
hij in of omstreeks de periode van 28 maart 2023 tot en 22 juni 2023 te Eindhoven en/of ‘s-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 8] en/of [bedrijf van slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
tot het leveren en leggen van een vloer ter waarde van 4390,41 euro, door
gebruik te maken van de naam en/of zich voor te doen als [alias van verdachte 4] en/of [alias van verdachte 4] en/of
aan voornoemde [slachtoffer 8] kenbaar te maken dat hij een vloer gelegd wilde hebben in een woning aan het Geerke in Den Bosch en daarvoor (achteraf) per factuur zou betalen en/of
voor te wenden dat er een tijdelijke onmogelijkheid was om te betalen vanwege een ING storing en/of
voor te doen alsof de zoon van verdachte een ongeluk gehad zou hebben en verdachte niet in de gelegenheid zou zijn om te betalen en/of
voor te wenden dat [slachtoffer 8] en/of [bedrijf van slachtoffer 8] toekomstige klussen zou mogen uitvoeren voor ‘ [alias van verdachte 4] ’ en dat verdachte daarvoor aanbetalingen zou doen en/of
(vervolgens) niet te betalen voor de gelegde vloer ter waarde van 4390,41 euro;
T.a.v. feit 6:
hij in of omstreeks april 2023 te 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
tot het overmaken van een geldbedrag van 500 euro, door
gebruik te maken van de naam en/of zich voor te doen als [alias van verdachte 1] en/of
aan voornoemde [slachtoffer 9] kenbaar te maken dat hij (grote hoeveelheden) telefoons en/of auto’s kon leveren via een curator en/of
(vervolgens) aan die [slachtoffer 9] honderd, althans meerdere gsm's (merk Iphone) en een of meerdere auto’s te koop aan te bieden en/of
die [slachtoffer 9] op die wijze te bewegen tot het doen van een aanbetaling en/of die gsm’s en/of auto’s niet te leveren;
T.a.v. feit 7:
hij in of omstreeks de periode van 30 januari 2023 tot 5 mei 2023 te Susteren, in elk geval in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 10] en/of haar ouders heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
tot het overmaken van een geldbedrag van 4661 euro, althans enig geldbedrag, door
gebruik te maken van de naam en/of zich voor te doen als [alias van verdachte 3] en/of
aan voornoemde [slachtoffer 10] kenbaar te maken dat hij een hypotheek kon verstrekken en/of regelen voor een huis dat [slachtoffer 10] voornemens was te kopen en/of
aan [slachtoffer 10] en/of haar ouders kenbaar te maken dat een hypotheek verstrekt kon worden na het betalen van afsluitkosten, verbouwingskosten en verzekeringen en/of andere bijkomende kosten en/of
(vervolgens) geen hypotheek te verstrekken aan [slachtoffer 10] en/of
die geldbedragen niet terug te betalen aan [slachtoffer 10] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Voorts heeft de rechtbank het onder 3 ten laste gelegde verbeterd gelezen in die zin dat de verdachte
nietsheeft verstrekt in plaats van
geen appartement en/of hypotheeken het onder 4 ten laste gelegde in die zin dat [slachtoffer 7] is bewogen tot het
afgevenin plaats van het
overmakenvan het geldbedrag. Uit het verhandelde ter terechtzitting maakt de rechtbank op dat dit onmiskenbaar de bedoeling was van de steller van de tenlastelegging. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Bewijs
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd het ten laste gelegde onder feit 1 tot en met feit 7 wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft ten aanzien van feit 4 primair bepleit dat niet is voldaan aan het bewijsminimum. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat het in het dossier aanwezige bewijs niet overtuigt. Verdachte dient van dit feit te worden vrijgesproken.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte ook van feit 5 dient te worden vrijgesproken. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat het enkele noemen van een valse naam volgens de geldende jurisprudentie niet is aan te merken als een samenweefsel van verdichtsels en er derhalve geen sprake is van oplichting.
De raadsman van verdachte heeft zich voor wat betreft een bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 6 en 7 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Verdachte heeft die feiten bekend.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank volstaat ten aanzien van hetgeen onder 1, 2, 3, 6 en 7 is ten laste gelegd met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu verdachte het tenlastegelegde heeft bekend en ten aanzien daarvan geen vrijspraak is bepleit.
(Bewijsmiddelen niet opgenomen ter publicatie)
Overweging ten aanzien van feit 4
[slachtoffer 7] heeft aangifte gedaan en verdachte erkent een bedrag van 750,00 euro van haar te hebben ontvangen omdat hij geld tekort kwam. De rechtbank is van oordeel dat verdachte het vertrouwen van [slachtoffer 7] heeft gewonnen door een vloer voor haar aan te schaffen en in haar woning te plaatsen, waarna zij bereid is geweest hem een geldbedrag te lenen. De aangifte van [slachtoffer 7] vindt daarnaast steun in het ten laste gelegde onder 5. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank voldoende wettig, maar ook overtuigend bewijs voorhanden dat verdachte het hem onder feit 4 ten laste gelegde heeft begaan.
Overweging ten aanzien van feit 5
[slachtoffer 8] heeft namens [bedrijf van slachtoffer 8] aangifte gedaan en de factuur op de valse naam van verdachte, te weten [alias van verdachte 4] , is niet betaald. De aangifte van [bedrijf van slachtoffer 8] vindt tevens steun in het ten laste gelegde onder 4.
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte gebruik heeft gemaakt van een valse naam en een valse hoedanigheid (hij deed zich immers voor als bonafide, betalende koper). Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte nooit de intentie gehad om de vloer te betalen. Dat het altijd de bedoeling was dat [slachtoffer 7] de vloer zou betalen, acht de rechtbank volstrekt onaannemelijk. Niet valt in te zien waarom [slachtoffer 7] daarover niet naar waarheid zou verklaren. Haar verklaring vindt bovendien steun in de overige bewijsmiddelen, waaruit blijkt dat verdachte zijn (valse) naam op de offerte/opdracht liet zetten, alle contacten met [slachtoffer 8] onderhield en in die contacten ook steeds aangeeft dat
hijzou betalen. Bovendien is niet gebleken dat hij op enig moment, ofwel naar [slachtoffer 8] , ofwel naar [slachtoffer 7] toe, heeft aangegeven dat hij slechts tussenpersoon was en dat de betalingsverplichting niet op hem, maar op [slachtoffer 7] zou rusten.
De rechtbank overweegt dat zij feit 4 en feit 5 in samenhang beschouwt en dat zij van oordeel is dat verdachte het vertrouwen van [slachtoffer 7] heeft willen winnen door haar te doen geloven dat zij van hem een vloer in haar nieuwe woning kreeg. Op die manier heeft hij haar kunnen overhalen hem een bedrag van 750 euro te lenen.
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het voorgaande beschouwd moet worden als een samenweefsel van verdichtsels.
Conclusie ten aanzien van feit 4 en feit 5
Gelet op de uitgewerkte bewijsmiddelen en de hiervoor vermelde bewijsoverwegingen, in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode maart tot en met juni 2023 schuldig heeft gemaakt aan oplichting van [slachtoffer 7] en [bedrijf van slachtoffer 8] .
De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven opgenomen bewijsmiddelen en de bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang bezien komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
1.
hijinof omstreeksde periode van 18 april 2023 tot en 1 mei2023 te 's-Hertogenbosch, in elk gevalin Nederland met het oogmerk om zichen/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten tot het overmaken van een of meerdere geldbedragen, door
gebruik te maken van de naam en/ofzich voor te doen als [alias van verdachte 1] en/of
aan voornoemde [slachtoffer 1] kenbaar te maken dat hij een deal had gemaakt met een curator en derhalve kon beschikken over 25 gsm's en/of
(vervolgens) aan die [slachtoffer 1] gsm's (merk iPhone) te koop aan te bieden en/of
die [slachtoffer 1] op die wijze te bewegen tot het overmaken van een of meerdere geldbedragen en/of
die gsm's niet te leveren;
2.
hijinof omstreeksde periode van 1 december 2022 tot en met 5 januari 2023te Eersel, in elk gevalin Nederland met het oogmerk om zichen/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten tot het overmaken van een geldbedrag van 2000 euro, door
een relatie aan te gaan met de moeder van die [slachtoffer 2] en/of
gebruik te maken van de naam en/ofzich voor te doen als [alias van verdachte 2] en/of
kenbaar te maken dat hij een auto (VW Golf) had zien staan bij de Domeinen en/ofdie auto te koop aan te bieden aan die [slachtoffer 2] en/of aan de vriend van die [slachtoffer 2] en/of
aan die [slachtoffer 2] een aanbetaling van 2000 euro te vragen op een rekening op naam van [verdachte] en/ofdaarbij kenbaar te maken dat die [verdachte] , verdachtes accountant zou zijn en/of
op die wijze die [slachtoffer 2] te bewegen tot het overmaken van voornoemd geldbedrag en/of
die auto niet te leveren;
3.
hijinof omstreeksde periode van september 2022 tot en met september 2023te Susteren, in elk gevalin Nederland met het oogmerk om zichen/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [bedrijf van slachtoffer 3 en slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
tot het overmakenvan een ofmeerdere geldbedragen van (in totaal) 15.000 euro,althans enig geldbedrag,door gebruik te maken van de naam en/ofzich voor te doen als [alias van verdachte 3] en/of
aan voornoemde [slachtoffer 4] kenbaar te maken dat hij de beschikking had over een appartement aan de [adres] in Maastricht en dit appartement aan [slachtoffer 4] kon leveren, en/of
voornoemde [slachtoffer 4] te kennen te geven dat hij een hypotheek kon verstrekken om dit appartement aan te schaffen, en/of
die [slachtoffer 4]op die wijzete bewegen tot het overmaken van verschillende geldbedragen en/of
geen appartement en/of hypotheekniets te verstrekken;
4.
hijinof omstreeksde periode van 18 april 2023 tot en 24 juni 2023te 's-Hertogenbosch, in elk gevalin Nederland
met het oogmerk om zichen/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
tot het overmaken vaneen geldbedrag van 750 euro, door
gebruik te maken van de naam en/ofzich voor te doen als [alias van verdachte 4] en/of
vloerbedekking te laten leggen in de woning van die [slachtoffer 7] aan het Geerke in ’s-Hertogenbosch waarbij verdachte voordeed alsof deze vloerbedekking een (door hem betaald) geschenk was en/of
(vervolgens) voor te doen alsof hij een geldbedrag zou moeten lenen voor het voldoen van een belastingschuld waarbij verdachte aan [slachtoffer 7] kenbaar maakte dat hij die lening binnen twee weken zou terug betalen en/of
die [slachtoffer 7] op die wijze te bewegen tot hetovermakenafgeven van een geldbedragen/of
de gelegde vloerbedekking in de woning van [slachtoffer 7] niet betaald te hebben;
5.
hijinof omstreeksde periode van 28 maart 2023 tot en 22 juni 2023te Eindhoven en/of ‘s-Hertogenbosch, in elk gevalin Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 8] en/of[bedrijf van slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst,het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten
tot het leveren en leggen van een vloer ter waarde van 4390,41 euro, door
gebruik te maken van de naam en/ofzich voor te doen als [alias van verdachte 2] en/of [alias van verdachte 4] en/of
aan voornoemde [slachtoffer 8] kenbaar te maken dat hij een vloer gelegd wilde hebben in een woning aan het Geerke in Den Bosch en daarvoor (achteraf) per factuur zou betalen en/of
voor te wenden dat er een tijdelijke onmogelijkheid was om te betalen vanwege een ING storing en/of
voor te doen alsof de zoon van verdachte een ongeluk gehad zou hebben en verdachte niet in de gelegenheid zou zijn om te betalen en/of
voor te wenden dat [slachtoffer 8] en/of [bedrijf van slachtoffer 8] toekomstige klussen zou mogen uitvoeren voor ‘Bart’ en dat verdachte daarvoor aanbetalingen zou doen en/of
(vervolgens) niet te betalen voor de gelegde vloer ter waarde van 4390,41 euro;
6.
hijinof omstreeksapril 2023 te 's-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland
met het oogmerk om zichen/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten
tot het overmaken van een geldbedrag van 500 euro, door
gebruik te maken van de naam en/ofzich voor te doen als [alias van verdachte 1] en/of
aan voornoemde [slachtoffer 9] kenbaar te maken dat hij (grote hoeveelheden) telefoons en/ofauto’s kon leveren via een curator en/of
(vervolgens) aan die [slachtoffer 9] honderd, althans meerdere gsm's (merk iPhone) en een of meerdere auto’s te koop aan te bieden en/of
die [slachtoffer 9] op die wijze te bewegen tot het doen van een aanbetaling en/ofdie gsm’s en/ofauto’s niet te leveren;
7.
hijinof omstreeksde periode van 30 januari 2023 tot 5 mei 2023 te Susteren, in elk geval in Nederland met het oogmerk om zichen/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 10] en/of haar ouders heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
tot het overmaken van een geldbedrag van 4661 euro,althans enig geldbedrag, door
gebruik te maken van de naam en/ofzich voor te doen als [alias van verdachte 3] en/of
aan voornoemde [slachtoffer 10] kenbaar te maken dat hij een hypotheek kon verstrekken en/ofregelen voor een huis dat [slachtoffer 10] voornemens was te kopen en/of
aan [slachtoffer 10] en/of haar ouders kenbaar te maken dat een hypotheek verstrekt kon worden na het betalen van afsluitkosten, verbouwingskosten en verzekeringen en/ofandere bijkomende kosten en/of
(vervolgens) geen hypotheek te verstrekken aan [slachtoffer 10] en/of
die geldbedragen niet terug te betalen aan [slachtoffer 10] .
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
De strafbaarheid van het feit en van verdachte.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie eist een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorarrest.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging verzoekt de rechtbank te volstaan met een gevangenisstraf van gelijke duur aan het voorarrest.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting van in totaal zeven personen en twee ondernemingen. Verdachte heeft bij het plegen van de feiten gehandeld uit puur winstbejag en heeft zich niets aangetrokken van de belangen van de slachtoffers. De methoden die verdachte hanteerde, kenmerkten zich er steeds door dat hij binnendrong in het leven van de slachtoffers, soms op zeer persoonlijke wijze, en op geraffineerde wijze hun vertrouwen won. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij misbruik heeft gemaakt van dat vertrouwen en bijvoorbeeld de vriendelijke bereidheid van een slachtoffer ( [slachtoffer 7] ) om iemand in nood te helpen. Daar komt nog bij dat verdachte misbruik heeft gemaakt van een persoon in een evident kwetsbare positie ( [slachtoffer 10] ). Uit de toelichting bij haar schadevordering blijkt dat [slachtoffer 10] door de oplichting van verdachte zelfs in financiële nood kwam en geld van derden moest lenen om te voorkomen dat zij dakloos zou worden. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte eerder meermaals voor soortgelijke feiten werd veroordeeld tot (langdurige) gevangenisstraffen. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard zich al 25 jaar bezig te houden met oplichtingspraktijken.
Eveneens neemt de rechtbank in aanmerking het reclasseringsadvies van 16 januari 2024. Blijkens dat advies wordt het recidiverisico ingeschat als hoog en neemt verdachte onvoldoende verantwoordelijkheid voor het hem ten laste gelegde.
Het totale benadelingsbedrag bedraagt ruimschoots € 30.000,-. De rechtbank heeft acht geslagen op het binnen de Rechtspraak gehanteerde oriëntatiepunt voor fraude. Dat formuleert bij een benadelingsbedrag tussen de € 10.000,- en € 70.000,- een uitgangspunt van twee tot vijf maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf (naast een taakstraf, maar die strafmodaliteit doet naar het oordeel van de rechtbank in het geheel geen recht aan de ernst van de feiten). In de eerdere veroordelingen van verdachte voor soortgelijke feiten en het hiervoor gekenschetste nare karakter van de onderhavige oplichtingen, ziet de rechtbank aanleiding om een fors hogere gevangenisstraf op te leggen dan in dit oriëntatiepunt is geformuleerd en door de verdediging is bepleit. De hoogte van de benadeling is evenwel niet van die omvang dat de rechtbank aanleiding ziet om verdachte conform de eis van de officier van justitie, te weten het voor oplichting geldende strafmaximum, te bestraffen,
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren, met aftrek van voorarrest.