Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
- een proces-verbaal van aangifte van 12 november 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] (p. 71-73), inhoudende de verklaring van aangeefster [persoon 1] ;
- een proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres 4] ), opgemaakt en afgesloten op 21 november 2023 (p. 74-76, met bijlage p. 77-86), inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2] ;
- een deskundigenrapportage van The Maastricht Forensic Institute, gerapporteerd door dr. P.J. Herbergs op 23 november 2023 (p. 88-91);
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 mei 2024.
- een proces-verbaal van aangifte van 13 november 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] (p. 92-94), inhoudende de verklaring van aangever [persoon 2] ;
- een proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres 5] ), opgemaakt en afgesloten op 16 november 2023 (p. 95-98), inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 4] ;
- een rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een inbraak gepleegd in Nederhemert, van het Nederlands Forensisch Instituut, gerapporteerd door ing. S. Tuinman op 6 december 2023 (p. 99-103);
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 mei 2024.
- een proces-verbaal van aangifte van 23 november 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] (p. 7-9), inhoudende de verklaring van aangeefster [benadeelde 1] ;
- een bijlage goederen van de politie Eenheid Oost-Brabant, proces-verbaalnummer PL2100-2023257915-2, afgesloten op 22 februari 2024, aantal doorgenummerde bladzijden: 3;
- een proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres 2] ), opgemaakt en afgesloten op 30 november 2023 (p. 49-50), inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 6] ;
- een deskundigenrapportage van The Maastricht Forensic Institute, gerapporteerd door dr. P.J. Herbergs op 11 december 2023 (p. 52-56);
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 mei 2024.
- een proces-verbaal van aangifte van 6 december 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] (p. 22-24), inhoudende de verklaring van aangeefster [persoon 3] namens dameskorfbalvereniging [benadeelde 2] ;
- een proces-verbaal van forensisch onderzoek bedrijf ( [adres 3] ), opgemaakt en afgesloten op 12 januari 2024 (p. 62-63), inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 8] ;
- een deskundigenrapportage van The Maastricht Forensich Institute, gerapporteerd door dr. N. Hidding op 12 januari 2024 (p. 64-68);
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 mei 2024.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
gevangenisstrafvoor de duur van 2 jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk
toeen veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€3.321,92, bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf 23 november 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
legtaan verdacht
opde verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [benadeelde 1] , van een bedrag van €3.321,92 en bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 42 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 november 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
wijstde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk
toeen veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€1.772,90, bestaande uit materiële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf 2 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
legtaan de verdachte
opde verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [benadeelde 2] ", van een bedrag van
€1.772,90en bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 21 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.