ECLI:NL:RBOBR:2024:226

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
C/01/398100/FA RK23/4402
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet forensische zorg en Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 24 januari 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant, locatie 's-Hertogenbosch, een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, geboren in 1992 en momenteel verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Grave. Deze zorgmachtiging is verleend op basis van artikel 2.3, eerste lid, van de Wet forensische zorg (Wfz) in samenhang met artikel 6:5 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor zowel betrokkene als de maatschappij. De officier van justitie had eerder besloten geen verzoekschrift voor een zorgmachtiging in te dienen, maar de rechtbank heeft ambtshalve besloten om een zorgmachtiging te verlenen, gezien de ernst van de situatie en het ontbreken van minder ingrijpende alternatieven.

De mondelinge behandeling vond plaats op 10 januari 2024, waarbij betrokkene, zijn raadsman mr. P.J.A. van de Laar, en de officier van justitie aanwezig waren. De rechtbank heeft de medische verklaring en het zorgplan beoordeeld, en geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig lichamelijk letsel voor anderen en maatschappelijke teloorgang voor betrokkene te voorkomen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en toezicht op betrokkene. De zorgmachtiging is geldig vanaf 24 januari 2024 en moet binnen twee weken worden uitgevoerd. Tegen deze beschikking staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK OOST-BRABANT
Locatie 's-Hertogenbosch
Team strafrecht
Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Zaaksnummer: C/01/398100/FA RK23/4402
Beslissing van de rechtbank ten aanzien van het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 2:3 Wfz ten aanzien van:
[verdachte]
geboren op [1992] te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] ,
op dit moment verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Grave te Grave,
hierna te noemen: betrokkene.
Betrokkene wordt bijgestaan door zijn raadsman mr. P.J.A. van de Laar, advocaat te Eindhoven.

1.Procesverloop

De officier van justitie heeft de geneesheer-directeur van de GGzE op 15 november 2023 aangewezen teneinde de mogelijkheden voor het verlenen van een zorgmachtiging aan betrokkene te onderzoeken. Op 28 december 2023 heeft de verplichte zorg officier van justitie de bevindingen van de geneesheer-directeur, de medische verklaring en het zorgplan ontvangen.
Gelet op het advies van het Pieter Baan Centrum van 18 augustus 2023 in de strafzaak met parketnummer 01-179370-22 tegen betrokkene heeft de verplichte zorg officier van justitie in overleg met de zaaksofficier van justitie besloten om geen verzoekschrift voor het verlenen van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene in te dienen. Gelet op de bevoegdheid die de rechtbank conform artikel 2.3 Wfz heeft om ambtshalve een zorgmachtiging af te geven, heeft de verplichte zorg officier van justitie de door de deskundigen van de GGzE opgestelde stukken op 28 december 2023 aan de rechtbank doen toekomen.
De verplichte zorg officier van justitie heeft voormelde stukken verzonden aan de zittingsofficier van justitie en aan de raadsman die betrokkene bijstaat in het proces aangaande de zorgmachtiging.
In het kader van de hiervoor vermelde ambtshalve bevoegdheid van de rechtbankzijn betrokkene, de raadsman en de zorgverantwoordelijke opgeroepen voor de zitting op 10 januari 2024 om 09.00 uur.
De verplichte zorg officier van justitie heeft de volgende stukken aan de rechtbank doen toekomen:
  • de medische verklaring met bijlagen, gedateerd 18 december 2023;
  • de zorgkaart, opgemaakt d.d. 28 december 2023, mede ondertekend door de zorgverantwoordelijke V. Arbaciauskas ;
  • het zorgplan, opgesteld d.d. 28 december 2023;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur C.J.A. Koopal, psychiater, gedateerd 28 december 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 10 januari 2024 ter terechtzitting van de meervoudige kamer in het gebouw van de rechtbank te ‘s-Hertogenbosch.
Ter zitting op 10 januari 2024 waren aanwezig en zijn gehoord:
  • betrokkene;
  • de raadsman van betrokkene mr. P.J.A. van de Laar;
  • de officier van justitie;
De zorgdeskundige Vytenis Arbaciauskas, verbonden aan de GGzE (De Woenselse Poort) te Eindhoven was op de zitting niet fysiek aanwezig. Hij is gehoord via een videoverbinding.

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De verplichte zorg officier van justitie heeft de rechtbank d.d. 28 december 2023 schriftelijk laten weten dat zij in overleg met de zaaksofficier heeft besloten om geen verzoekschrift in te dienen.
Ter terechtzitting van 10 januari 2024 heeft de officier van justitie gevorderd om geen zorgmachtiging af te gevenr. Zij heeft zich op het standpunt gesteld dat aan betrokkene in de strafzaak de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met verpleging van overheidswege dient te worden opgelegd.

3.Standpunt van betrokkene

De raadsman van betrokkene heeft zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging moet worden verleend en dat deze gecombineerd kan worden met de oplegging van een tbs met voorwaarden in de strafzaak.

4.Beoordeling

4.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is het volgende gebleken:
  • uit de medische verklaring en het zorgplan blijkt dat betrokkene lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen;
  • het gedrag van betrokkene als gevolg van de psychische stoornis leidt tot (dreigend) ernstig nadeel dat bestaat uit of een aanzienlijk risico vormt voor:
 ernstig lichamelijk letsel voor anderen,
 maatschappelijke teloorgang voor zichzelf, en
 de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
  • zorg op basis van vrijwilligheid lijkt niet mogelijk;
  • er is geen (goedgekeurd) eigen plan van aanpak;
  • er zijn voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect;
  • het verlenen van verplichte zorg, gelet op het beoogde doel van verplichte zorg, te weten
 het afwenden van ernstig nadeel;
 het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene,
is evenredig en redelijkerwijs is te verwachten dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
4.3.
Nu er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, er geen (goedgekeurd) eigen plan van aanpak is, en er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, is verplichte zorg nodig. De vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan/behandelplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur.
De rechtbank overweegt daarbij dat de in de strafzaak onder andere op te leggen maatregel van tbs met voorwaarden dient te worden gecombineerd met het verlenen van de zorgmachtiging. Anders dan de officier van justitie en met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat deze combinatie van maatregel en zorgmachtiging passend is. De rechtbank verwijst naar haar beslissing hieromtrent in het vonnis in de strafzaak.
De volgende vormen van zorg voor na te noemen duur volgen uit de bevindingen van de geneesheer-directeur:
Toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening.
6 maanden
Medicatie heeft gedeeltelijk effect waardoor de mate van psychoseklachten en ontremming minder kan zijn. Antipsychoticum is noodzakelijk gebleken om duurzame stabiliteit te behalen en te behouden. Hierdoor is ook de kans op ernstig nadeel kleiner. Er zijn geen aanwijzingen voor beperkende bijwerkingen waardoor deze interventie als proportioneel, subsidiair, doelmatig en veilig wordt geacht.
Insluiten
6 maanden
Alleen in uiterste noodzaak bij gevaar voor zich zelf en omgeving. Insluiten in eigen kamer, een afzonderingsruimte of een separeer kan noodzakelijk zijn om het (dreigend) ernstig nadeel weg te nemen dat voortvloeit uit de vastgestelde diagnose en mag toegepast worden wanneer het insluiten in verhouding staat tot het weg te nemen (dreigend) ernstig nadeel, er geen minder ingrijpende interventies zijn met hetzelfde effect en het insluiten veilig kan worden uitgevoerd.
Uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
Elektronisch toezicht dat wordt gebruikt bij insluiten in de separeer. Deze twee vormen zijn onsmakelijk met elkaar verbonden, en bovendien een door de inspectie opgelegde kwaliteitsvereiste.
4.4.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. De zorgmachtiging met inbegrip van vormen van verplichte zorg, zal dan ook worden verleend. De rechtbank gaat ervan uit dat er altijd voor het minst ingrijpende, maar adequate middel wordt gekozen.
4.5.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.

5.Beslissing

De rechtbank:
Verleent een zorgmachtigingten aanzien van:
[verdachte]
geboren op [1992] te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] ,
op dit moment verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Grave te Grave,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg
Duur
Toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
Insluiten
6 maanden
Uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
Deze zorgmachtiging is
bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf 24 januari 2024 en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze zorgmachtiging is geldig voor de duur van 6 maanden, te weten uiterlijk tot en met 24 juli 2024.
Deze machtiging is op 24 januari 2024 gegeven door:
mr. T. Kraniotis, voorzitter,
mr. L. Soeteman en mr. M. Lochs, leden,
in tegenwoordigheid van dhr. G.G. Dirks griffier.
Mr. M. Lochs is buiten staat deze machtiging mede te ondertekenen.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor betrokkene en officier van justitie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.