ECLI:NL:RBOBR:2024:214
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning in Elshout met betrekking tot de vergelijkingsmethode
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiser tegen de hoogte van de WOZ-waarde van zijn woning in Elshout. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde vastgesteld op € 265.000, gebaseerd op een vergelijkingsmethode waarbij drie vergelijkingsobjecten zijn gebruikt. Eiser betwistte deze waarde en stelde dat de waarde van zijn woning lager zou moeten zijn, namelijk € 247.000. De rechtbank heeft op 22 januari 2024 de zaak behandeld en direct uitspraak gedaan.
De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. De rechtbank wijst erop dat de heffingsambtenaar de waarde heeft onderbouwd met drie vergelijkingsobjecten, waarvan de eigenschappen zijn gecorrigeerd voor relevante verschillen. Eiser's argument dat de hoekwoningen in de vergelijkingen een waardeverhogend effect zouden hebben, werd door de rechtbank verworpen, omdat de specifieke omstandigheden van de vergelijkingsobjecten niet in het voordeel van eiser spreken.
De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de waarde op een juiste manier heeft vastgesteld en dat eiser zijn standpunt niet voldoende heeft onderbouwd. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan.