ECLI:NL:RBOBR:2024:2099
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Legesheffing voor omgevingsvergunning bij legalisatie woonwagen
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedaan op 17 mei 2024, wordt het beroep van eiser tegen de legesaanslag voor een omgevingsvergunning beoordeeld. Eiser had een aanvraag ingediend voor de legalisatie van een woonwagen op een perceel in Eindhoven, nadat hij eerder een handhavingsbesluit had ontvangen van het college van burgemeester en wethouders. De heffingsambtenaar legde een aanslag leges op van € 5.983,00, welke eiser betwistte. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de legesaanslag terecht heeft opgelegd, omdat eiser een aanvraag voor een omgevingsvergunning had ingediend en de leges op grond van de Legesverordening 2022 verschuldigd waren. Eiser voerde aan dat hij geen leges verschuldigd was, omdat er in het verleden al vergunningen waren verleend, maar de rechtbank oordeelt dat de eerder verleende vergunningen niet betrekking hadden op de woonwagen. Eiser had ook aangevoerd dat het onredelijk was om leges te vorderen, maar de rechtbank volgt deze redenering niet. Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de aanslag ten onrechte is opgelegd of dat het bedrag onjuist is vastgesteld. Het beroep wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.