In deze zaak heeft de kantonrechter op 3 mei 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een zieke werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Hotel de Naaldhof B.V. De werknemer vorderde betaling van zijn achterstallig salaris over de maanden maart en april 2024, na een loonstop door de werkgever. De werknemer was in het buitenland voor revalidatie en had niet kunnen verschijnen op afspraken met de verzuimdienst. De werkgever had het loon opgeschort en later stopgezet, omdat de werknemer niet aan zijn re-integratieverplichtingen zou hebben voldaan. De kantonrechter oordeelde dat de loonopschorting en stopzetting onterecht waren, omdat de werknemer volledig arbeidsongeschikt was verklaard door de bedrijfsarts en er geen re-integratiemogelijkheden waren. De werkgever had niet voldaan aan de voorwaarden voor loonopschorting en -stopzetting zoals vastgelegd in de wet. De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van het achterstallige salaris, inclusief wettelijke verhogingen en rente, en heeft de proceskosten toegewezen aan de werknemer.