Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
van MDMA en/of amfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
De vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling.
De formele voorvragen.
Bewijs.
- een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 1] d.d. 18 oktober 2023, dossierpagina 13, 15 en 17;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting.
- een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 2] en [verbalisant 3] d.d. 19 oktober 2023, dossierpagina 29-30;
- een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 4] d.d. 23 oktober 2023, dossierpagina 41-50;
- een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 5] en [verbalisant 6] d.d. 4 januari 2024, pagina 1-5 met als bijlagen een 13-tal rapporten van NFiDENT opgemaakt door [verbalisant 7] d.d. 3 en 4 januari 2024 (los opgenomen).
- een proces-verbaal van bevindingen van LFO opgemaakt door [verbalisant 8] d.d. 18 oktober 2023, dossierpagina 35-36;
- een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 8] d.d. 27 maart 2024, pagina 1-2 met als bijlage een NFI-rapport ‘Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 17 oktober 2023 op de locatie [adres 2] te Eindhoven’ opgemaakt door [naam] d.d. 14 maart 2024, pagina 3-5 (los opgenomen).
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
gevangenisstrafvoor de duur van
48 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan
16 maanden voorwaardelijken een proeftijd van
3 jaren.
Onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen goederen, te weten:
toe. Gelast dat de vrijheidsstraf die als gevolg van de toepassing van de regeling voorwaardelijke invrijheidstelling niet ten uitvoer is gelegd, alsnog moet worden ondergaan, te weten voor de duur van
852 dagen.