Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 12
- de incidentele conclusie tot niet-ontvankelijkheid
- de incidentele conclusie van antwoord.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak vordert de man, na een echtscheiding, de verdeling van nog niet verdeelde vermogensbestanddelen die tot de huwelijksgemeenschap behoorden. De rechtbank had eerder in 2014 bepaald dat partijen tot verdeling moesten overgaan ten overstaan van een notaris. De vrouw heeft in een incidentele vordering gesteld dat de man niet-ontvankelijk verklaard moet worden, omdat partijen deze stap nog niet hebben gezet. De man betwist dit en stelt dat er geen intentie was om de verdeling door een notaris te laten doen en dat er al serieuze pogingen zijn ondernomen om tot een verdeling te komen.
De rechtbank overweegt dat de wet vereist dat partijen eerst een serieuze poging doen om onder leiding van een notaris tot een verdeling te komen. Aangezien dit niet is gebeurd, verklaart de rechtbank de man niet-ontvankelijk in zijn vordering. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad en is op 24 april 2024 openbaar uitgesproken door rechter E.J.C. Adang.