Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[derde belanghebbende], werkneemster
de Staat der Nederlanden(de minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.
1.Inleiding
2.Beoordeling door de rechtbank
3.Conclusie en gevolgen
4.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het loonsanctiebesluit van 9 december 2021 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.998,–;
- bepaalt dat het UWV aan eiseres het in beroep betaalde griffierecht vergoedt van € 365,–;
- veroordeelt het UWV tot het betalen aan eiseres van een schadevergoeding tot een bedrag van € 375,–;
- veroordeelt de Staat tot het betalen aan eiseres van een schadevergoeding tot een bedrag van € 125,–.