Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen ter griffie op 29 september 2023;
- een brief van de raad van 27 oktober 2023;
- het F9-formulier met bijlagen van mr. Appelman van 9 november 2023;
- een brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van 13 december 2023;
- het raadsrapport van 10 januari 2024.
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De beoordeling
Rechtsmacht
- de adoptie in het kennelijk belang is van het kind, en
- op de dag van de indiening van het verzoek is voldaan aan de vereisten genoemd in artikel 1:228, eerste lid, onder a en d, BW.
“the adoption had the effect of terminating the pre-existing legal parent-child relationship”opgenomen. Uit voormeld IJI-rapport begrijpt de rechtbank dat een dergelijke tekst moet worden uitgelegd als een instemming van de bevoegde autoriteit met de mogelijkheid dat de zwakke adoptie in de staat van opvang wordt omgezet naar een sterke adoptie. In dit geval is die instemming gegeven door het DCY. Uit de hierboven onder 2.7 genoemde verklaring van het DCY blijkt dat de minderjarige een verlaten kind is en dat zij onder hoede van het DCY is geweest. In zo’n geval berust de bevoegdheid tot het verlenen van toestemming voor de adoptie bij het DCY in plaats van bij de ouder(s) (artikel 1598/22 van het Thaise Burgerlijk het Handelswetboek). Naar het oordeel van de rechtbank kan daarmee de toestemming dan wel raadpleging of voorlichting van de biologische ouders van de minderjarige achterwege blijven. Aan de hierboven genoemde voorwaarden van artikel 27 onder b) HAV en artikel 1:228, eerste lid, onder d is dan ook voldaan.
[naam];
[geslachtsnaam];
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.