ECLI:NL:RBOBR:2024:1461

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
9 april 2024
Publicatiedatum
8 april 2024
Zaaknummer
01/011229-22
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor oplichting via datingsite met aanzienlijke schadevergoeding aan benadeelde partij

Op 9 april 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich via een datingsite voordeed als vriend van een slachtoffer met een cognitieve beperking. De verdachte heeft in de periode van 10 april 2020 tot en met 23 juni 2021, door middel van manipulatieve communicatie via WhatsApp, het slachtoffer ertoe bewogen om in totaal ongeveer € 137.419,98 aan hem over te maken. De verdachte deed zich voor als hulpbehoevende en dreigde met zelfmoord, waardoor hij het slachtoffer emotioneel onder druk zette om geld te sturen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan oplichting en legde een gevangenisstraf op van 180 dagen, waarvan 134 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan het slachtoffer van € 133.819,18, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen blijk gaf van verantwoordelijkheidsbesef en dat zijn handelen ernstige gevolgen had voor het slachtoffer, die door de oplichting in een kwetsbare positie was gebracht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.011229.22
Datum uitspraak: 09 april 2024
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1996] ,
wonende te [adres 1] ,
hierna te noemen: “verdachte”.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 26 maart 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw mr. C.D.W. Herrings naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 20 februari 2024. Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
T.a.v. feit 1 primair:
hij in of omstreeks de periode 10 april 2020 tot en met 23 juni 2021 te Vught en/of Arnhem, althans in Nederland, opzettelijk (ongeveer) 137.419,98 euro, althans een of meerdere (grote) geldbedragen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als lener van dat/die geldbedrag(en), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
T.a.v. feit 1 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode 10 april 2020 tot en met 23 juni 2021 te Vught en/of Arnhem, althans in Nederland meermalen althans eenmaal met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een geldbedrag van (ongeveer) 137.419,98 euro, althans een of meerdere (grote) geldbedragen, door
- via datingsites, chats en/of online platforms zich voor te doen als [Alias verdachte] en/of (vervolgens) telefonisch/online contact te hebben met die [slachtoffer] ,
- zich (valselijk) uit te geven/voor te doen als vriend van die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] te doen geloven dat hij, verdachte, zijn enige echte vriend is en/of die [slachtoffer] te laten betalen voor die vriendschap en/of voortzetting van die vriendschap,
- zich (valselijk) voor te doen als hulpbehoevende (iemand in geldnood), althans iemand met (spoedeisende) geldproblemen, waaronder het betalen van een huurachterstand, kosten voor gas en licht, een schuld bij de belastingdienst, kosten voor een rechtszaak, kosten van een studieschuld en/of kosten voor een begrafenis,
- die [slachtoffer] om financiële hulp te verzoeken en/of te verzoeken om (per omgaand) een of meer geldbedragen te betalen,
- die [slachtoffer] mede te delen en/of te doen geloven dat hij, verdachte, zijn woning moet verlaten en/of dat hij, verdachte, op straat is gezet en/of dat hij, verdachte, een einde aan zijn leven gaat maken,
- die [slachtoffer] mede te delen en/of te doen geloven dat na het voorschieten/betalen een of meer geldbedragen op korte termijn terugbetaald zullen worden,
- die [slachtoffer] mede te delen en/of te doen geloven dat hij, verdachte, een of meerdere geldbedragen terug gaat betalen,
- die [slachtoffer] mede te delen en/of te doen geloven dat hij, verdachte, een lijst bijhoudt met alle geleende bedragen en dat hij, verdachte, alle genoteerde bedragen op korte termijn zal terugbetalen,
- die [slachtoffer] een betaalverzoek te sturen van 500 euro en vervolgens die [slachtoffer] mede te delen en/of te doen geloven dat het een betaalverzoek van 5 euro betreft, en/of
- een gering en/of klein geldbedrag terug te storten naar die [slachtoffer] onder de voorwendselen dat dit een juiste terugbetaling betreft;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Het standpunt van de officier van justitie.

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit. Het subsidiair aan verdachte ten laste gelegde feit kan wel worden bewezen.

Het standpunt van de verdediging.

De raadsvrouw heeft eveneens betoogd dat het primair aan verdachte ten laste gelegde feit niet kan worden bewezen zodat hij van dat feit dient te worden vrijgesproken. De raadsvrouw heeft ook vrijspraak bepleit ten aanzien van hetgeen subsidiair aan verdachte ten laste is gelegd. Daartoe heeft zij aangevoerd dat aangever [slachtoffer] in de rol van een zogenaamde “sugardaddy” gedurende een lange periode op vrijwillige basis geldbedragen aan verdachte heeft verstrekt in ruil voor vriendschap/contact.

Het oordeel van de rechtbank.

Ten aanzien van de primair aan verdachte ten laste gelegde verduistering:
De rechtbank acht met de officier van justitie en de raadsvrouw niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de subsidiair aan verdachte ten laste gelegde oplichting:
De rechtbank baseert haar oordeel op de volgende bewijsmiddelen. [1]
-een proces-verbaal van aangifte, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] d.d. 18 november 2021, inhoudende de aangifte door [broer slachtoffer] namens [slachtoffer] , voor zover van belang, zakelijk weergegeven: (pv pag. 17-19)
Mijn broer [slachtoffer] is geestelijk gehandicapt
.Vanwege corona was [slachtoffer] wat vereenzaamd en daarom zocht hij contact met andere mensen. Hiervoor bezocht hij voor het eerst in maart 2020 [website] . Via deze site is hij in contact gekomen met [Alias verdachte]
.Het contact via deze site was kort. Het contact is daarna via telefoon, WhatsApp, SMS, KIK chat en Snapchat voortgezet.
In beginsel was er vriendschappelijk contact, na een paar maanden vroeg [Alias verdachte] om geld over te maken. Als [slachtoffer] geen geld zou overmaken, zou [Alias verdachte] de vriendschap beëindigen. Zie onderstaande redenen waarvoor [Alias verdachte] geld vroeg:
-Kosten rechtszaak
-Studiegeld( anders moest hij van school af);
-Huurachterstand ( anders werd hij uit de woning gezet);
-Kosten begrafenis van een vriend;
De betalingsverzoeken zijn via WhatsApp verzonden, echter inhoudelijke gesprekken wilde hij niet via dit kanaal voeren. Dit deed hij telefonisch met één van zijn mobiele nummers. Tijdens deze gesprekken is meerdere keren bevestigd dat hij het geld terug zou krijgen en dat het dus om een lening zou is gaan. Dit geld zou vrijkomen uit een rechtszaak in november 2021. Uit de rechtszaak zou 800.000 euro vrijkomen. Omdat [slachtoffer] zijn vriend was, zou hij helft hiervan krijgen, namelijk 400.000 euro.
-een proces-verbaal van uitwerking studioverhoor, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] d.d. 26 april 2022, inhoudende het verhoor van [slachtoffer] , voor zover van belang, zakelijk weergegeven: (pv pag. 53-90)
V= vraag verbalisant
A= antwoord [slachtoffer]
A: Ik heb via de uh via Whatsapp heb ik een jongen leren kennen en um. Um daar heb ik altijd mee gepraat en hey vriend hoe is het enzo zei die. Enne op een bepaald moment wilde hij geld hebben van mij en daar stond iets tegenover. Hij zegt tegen mij als jij dat doet dan krijg jij van mij, want hij had ook een rechtszaak lopen zegt die zegt die, dan krijg jij van mij uh de helft van de rechtszaak. En dat was vier (4) ton. En daarom heb ik dat toen gedaan.
A: Het was zo, het was via een site. V: Dus een jongen leren kennen en van alles gepraat he. En hij zei ook van hey vriend. En op een gegeven moment wilde die geld hebben he. Want hij zei dat hij nog een rechtszaak had lopen.
A: Ik heb hersenbeschadiging.
V:, he. jij zegt dus dat jij in ieder geval een jongen hebt leren kennen.
V: Over welke jongen heb jij het dan? A: Over de jongen [Alias verdachte] .
A: De voorwaarden was dat, hij zou een rechtszaak hebben in november vorig jaar en daar zou hij acht (8) ton van krijgen. En daar zou ik de helft van krijgen omdat ik zijn vriend was. Ik heb niets gezien. Dus ik ben er gewoon ingetimmerd eigenlijk.
V: Okay, dus honderdvijftigduizend (150.000) euro heb jij in totaal aan [verdachte] overgemaakt he. A: Ja. In meerdere keren he niet ineens.
A: Hij maakte gewoon een tikkie met een bepaald bedrag en ik moest dat dan overmaken.
A: Ik heb wel twee (2), anderhalf (1,5) jaar contact met hem gehad, maar nog nooit gezien. Het was echt een leuke vriend.
V: De aller eerste keer. Heb jij toen iets met hem afgesproken over dat jij dat geld terug moest hebben of. A: Ja. Oh ja ja zeker. Oh dat. Ja ja. Ik heb via de app regelmatig gezegd, en dat is echt waar, heb ik in het groot gezet geleend.
V: Maar jij zegt het begon met kleine bedragen. A: Ja met kleine bedragen. Duizend. Duizend. V: Duizend euro. A: Duizend en later werd het meer he. V: En wat is meer? Om wat voor bedragen ging het dan? A: Wil jij dat weten? Ja? negendertigduizend (39.000) geweest via een tikkie. En een keertje geloof ik zelfs vijftigduizend (50.000).
Dus ik moest vijfduizend (5.000) euro geven om hem hij wou mij echt als vriend hebben.
Ik heb gezegd tegen hem nou jij hebt nou genoeg gehad. Maar ik wil het graag terug hebben want het is geleend. Ik heb allemaal iedere keer in de app gezegd. Maar hij reageerde er nooit op.
Weet jij wat ik doe, hij zei ik ga een auto kopen. Ik zei jongen jij doet maar als ik het geld maar terug krijg.
Want ik was zijn vriend, ik ben nog steeds zijn vriend. Maar die vijfduizend (5.000) euro heb ik hem echt niet gegeven. Nee. Dat was de laatste tikkie die die mij gaf.
V: En wat heb jij tegen [Alias verdachte] gezegd over jouw handicap? A: Um ja dat ik dus erg ja langzaam ben dus niet chronisch dan mee kon. Oh zegt die, wat vervelend. V: Maar die voor jou [Alias verdachte] heet. A: Hij noemde zich [Alias verdachte] ja
V: Hoe wist [Alias verdachte] dat die dat terug moest betalen aan jou? A: Ja maar dat is toch logisch. Ik heb verschillende keren tegen hem gezegd via de app, jij mag het hebben maar het is wel geleend.
V: En op het moment wanneer jij die grote bedragen hebt gestort. A: Toen heb ik gezegd van luister het is geleend dus ik krijg het wel van jou terug. Ja komt helemaal goed zei die. Zo zei die het. Als ik die rechtszaak heb krijg jij van mij vier (4) ton, dat dus.
V: Nee, ik hoor het net van [persoon 1] dat die dus met hem hebben gesproken maar dat die in het echt een andere naam heeft en dat die eigenlijk [verdachte] heet.
A; Hoe kan dat nou dan? Hij zei tegen mij [Alias verdachte] . Hij heeft helemaal niet over [verdachte] gesproken.
-een proces-verbaal van verhoor getuige, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] d.d. 19 april 2022, inhoudende het verhoor van [getuige] , voor zover van belang, zakelijk weergegeven: (pv pag. 92-97)
Ik was voorheen de buurvrouw van [slachtoffer] . Ik zag toen gelijk al dat hij een beperking had.
[slachtoffer] kwam naar mij en zei [getuige] , ik moet jou wat vertellen. Ik zei toen wat heb jij nou weer gedaan. [slachtoffer] zei dan dat hij contact had met appen, en dat die jongen hem geld vroeg. Die jongen zei alleen maar jij bent mijn beste vriend. Die jongen zei ook dat hij een ongeval had gehad en dat er een rechtszaak zou komen waarvan hij acht ton aan schadevergoeding zou krijgen. Die jongen vroeg aan [slachtoffer] hij geld kon lenen en dan zou [slachtoffer] daarna vier ton krijgen van die jongen. Die jongen hoefde maar te zeggen jij bent mijn beste vriend. [slachtoffer] is daar ingetrapt. In een periode van een jaar, ik heb dat gezien, is er toen met tikkies allemaal geld overgemaakt naar die jongen. Die jongen gaf een andere bankrekening op, volgens mij [verdachte] . Toen heb ik gevraagd kan jij mij dat eens laten zien. Toen liet [slachtoffer] mij zijn bankrekeningen zien en toen zag ik dat er is op allemaal geld was afgeschreven. Ik zei dat toen [slachtoffer] dat moet jij niet doen komt want dat een oplichter. [slachtoffer] zei toen nee is een hele goede vriend, hij komt ook nog op de koffie. [slachtoffer] geloofde stellig dat er een rechtszaak kwam en dat hij dat geld terug hoofd zou en krijgen. Ik heb die appjes ook gelezen. Die jongen appte toen als ik zeshonderd euro krijg dan ben jij mijn vriend weer, zo brutaal he. Het is ook niet voor niets een man die 67 jaar bij zijn moeder heeft gewoond. [slachtoffer] werkte toentertijd ook bij de WSD. En dan ineens komt hij zelfstandig in een regulier huis te wonen, zonder bescherming, zonder aandacht.
-een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] d.d. 2 april 2022, inhoudende het onderzoek naar de verstrekte bankafschriften van de rekening van benadeelde, voor zover van belang, zakelijk weergegeven: (pv pag. 98)
Uit de verstrekte bankafschriften van de ING en de Rabobank blijkt dat benadeelde:
- in de periode van 14 april 2020 tot en met 23 juni 2021 138.990,- euro had overgemaakt naar ' [Alias verdachte] ' die gebruik maakte van bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] .
- in de periode van 14 april 2020 tot en met 23 juni 2021 1.570,02 euro door ' [Alias verdachte] ' werd overgemaakt naar de betaalrekening(en) van benadeelde.
Uit de verstrekte bankafschriften van de ING blijkt dat benadeelde:
-bij de bij- dan wel afschrijvingen met [rekeningnummer 1] de namen ' [Alias verdachte] ', ' [verdachte] ', ' [verdachte] ', ' [verdachte] ' vermeld staan.
-een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] d.d. 17 maart 2022, inhoudende de analyse/sfeer van de WhatsAppberichten tussen “ [Alias verdachte] ” en benadeelde, voor zover van belang, zakelijk weergegeven: (pv pag. 99-100)
Samenvatting WhatsApp berichten [Alias verdachte] [telefoonnummer 1] en benadeelde periode 22-05-2021 tot en met 04-08-2021.
In deze periode is er veelvuldig contact geweest via WhatsApp. Er is heel duidelijk op te maken uit de gesprekken dat ' [Alias verdachte] ' zich voordoet als vriend van benadeelde. Er wordt dan ook meerdere malen gezegd dat benadeelde een echte vriend is en ' [Alias verdachte] ' blij is met hem. ' [Alias verdachte] ' vraag over de app meerdere malen of benadeelde hem geld kan geven. Als benadeelde niet meteen reageert, is duidelijk te lezen dat ' [Alias verdachte] ' op het gevoel van benadeelde inspeelt. Het begint met berichtjes of er van een bedrag tussen de 300-500 euro overgemaakt kan worden. Deze verzoeken komen van ' [Alias verdachte] '. Als benadeelde twijfelt om het geld over te maken en vraagt waar het voor nodig is, gaat ‘ [Alias verdachte] ' op het gevoel van benadeelde in. ' [Alias verdachte] ' vertelt aan benadeelde als hij het geld niet krijgt dat hij zijn huis uit moet
.Als benadeelde niet op tijd geld overmaakt en er een aantal dagen geen contact geweest, is er weer contact en lees je dat ' [Alias verdachte] ' het gevoel van benadeelde inspeelt. Hij is zijn enige echte vriend. De gesprekken vinden veelal in de late of nachtelijke uren plaats.
' [Alias verdachte] ' vertelt over de app dat hij op straat is gezet en geen geld meer heeft en dit komt omdat benadeelde geen geld wilde overmaken. Uit de gesprekken is dan weer op te maken dat hoeveel twijfels benadeelde ook heeft over ' [Alias verdachte] ' toch geld overmaakt. In de hele periode zie aan je dat dit de rode draad is van het verhaal. ' [Alias verdachte] ' geeft zelfs dat hij een eind aan zijn leven gaat maken. Dat hij geen geld heeft en op straat leeft. Hierdoor wordt op gevoel van benadeelde gespeelt en wordt er toch weer een bedrag overgemaakt. [Alias verdachte] vraagt om verschillende tikkies. Hij vertelt dan aan benadeelde dat dit dat een het om tikkie is van 5 euro. Benadeelde geeft elke keer aan dat dit niet klopt en een bedrag van 500 gaat
.' [Alias verdachte] ' praat in op benadeelde en vertelt dat dat een storing moet zijn, maar dat er echt maar 5 euro overgemaakt zal worden
.Ook lees je uit de gesprekken dat er twee keer door een bedrag door ' [Alias verdachte] ' terug gestort op de rekening van benadeelde. Dit gaat dan om een paar euro. Je leest dan dat benadeelde aan ' [Alias verdachte] ' vraagt of die naam klopt die er bij de bankafschrijving staat. Dit gaat om de naam [verdachte] . Benadeelde geeft aan dat ' [Alias verdachte] ' hem helemaal uitkleedt en hij dan geen geldboom heeft. Hij eerst maar het geleende geld moet terugbetalen. Maar zie je toch weer dat hij ' [Alias verdachte] ' geld leent.

Bijlage 7 Whatsapp gesprek [Alias verdachte] [telefoonnummer 2] .Berichten van 28-10-20 09:14 uur tot en met 18-8-2021 18:37 uurIn deze periode zie je ook dat er veelvuldig contact is te geweest tussen benadeelde en ' [Alias verdachte] '. Ook hier in de gesprekken is heel duidelijk lezen dat benadeelde geld geeft aan ' [Alias verdachte] '. Er wordt duidelijk op gevoel van benadeelde ingespeeld. Hier is ook duidelijk te lezen dat benadeelde geld geeft aan ' [Alias verdachte] '. Op een gegeven moment spreekt benadeelde dat hij na het contact van 1,5 a 2 jaar zijn geleende geld terug wilt. ' [Alias verdachte] ' heeft het over een [verdachte] . Dit zou een vriend zijn en de betalingen regelen. Benadeelde gelooft hier niet meer in en wil de 60.000,= teruggestort hebben die hij aan ' [Alias verdachte] ' heeft geleend.

-een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] d.d. 13 mei 2022, inhoudende het onderzoek in telefoongegevens van benadeelde [slachtoffer] , voor zover van belang, zakelijk weergegeven: (pv pag. 101-103)
In het Ufed rapport staat een WhatsApp gesprek opgenomen tussen de gebruiker van de telefoon en een contact genaamd ' [Alias verdachte] [telefoonnummer 1] '. In bovengenoemd gesprek staan verzonden en ontvangen berichten opgenomen over de periode van 22 mei 2020 tot en met 4 augustus 2021. Ook staat er een WhatsApp gesprek opgenomen tussen de gebruiker van de telefoon en een contact genaamd ' [Alias verdachte] ' die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . In bovengenoemd gesprek staan verzonden en ontvangen berichten opgenomen over de periode van 9 maart 2021 tot en met 4 augustus 2021. Ik zocht gericht in de gesprekken op berichten waaruit kan blijken dat er een lening is tussen benadeelde [slachtoffer] en ' [Alias verdachte] '.

Berichten verzonden door benadeelde [slachtoffer] :- Op 22-5-2020: 'Ja klopt maar jij moet op den duur dan zoveel terugbetalen dat wil ik je niet aandoen dus... .maar wat heb je zelf in gedachten??? Vertel' 'In de maand??? Hoezo ik dacht eenmalig dit en gewoon in delen terugbetalen?' 'Moet je iedere maand lenen v me dan nee toch haha gekkie!!'

- Op 8-8-2020: 'En wat denk je van mijn geld wat ik nog terug krijg vj?? Eerst oplossen doe er je tijd over'.
- Op 14-8-2020 'Laten we EERST zorgen dat je schulden aan mij volledig zijn betaald!! Mag in ben delen je heb ik gezegd en DAN gaan we verder praten vriend duidelijk zo toch?? Eens volledig vj schuld af'. 'Huh hoezo helemaal nooit IK HEB HET GELEEND HE DUIDELIJK TOCH OF NIET en wat je geleend heb v iemand dat moet x teruggegeven worde nm zo zit dat Je wilt toch geen rechtszaak vriend? En nogmaals goed lezen IK HEB HET NIET OKE??'. 'Kan in delen heb ik gezegd je wilt me kaal plukken he ik heb het nu zeker niet duidelijk???'. 'Kan ik je bellen straks of niet om te praten? JA OF NEE denk r maar over
Ik heb je zooo vaak wat geleend eens houdt dit op'.
- Op 13-3-2021 'Hee goede ochtend vriend van me nog steeds hoor hihi Hoe gaat het eigenlijk echt met je? Is het mogelijk om van mijn geleende geld aan je wat op mijn rekening weer te storten vriend? Ik merk het wel weer he Dank je wel vast'
.
- Op 1-4-2021 'Fijne dag gewenst en ik dacht ECHT LEUK paascadeau te krijgen door wat GELEEND GELD terug te krijgen [Alias verdachte] Maar waarom ben je en doe je zooo vriend dat snap ik gewoon even niet het geld is niet v jou!! Als je het moet hebben kun je naar bank (van lening) toch?? dag nog he en hoor ik je snel n oplossing? Volgens mij kun je gewoon mij betalen hoor vriend het geld is NIET VAN JOU he
!!
- Op 6-4-2021 'Is geleend aan jou he remember!'.
-Op 7-4-2021 'Hee hoe issie? EN wanneer heb je tijd om geld te storten naar mijn rekening vriend? Dat zou je vannacht toch doen? Waar ben je nu eigenlijk mee bezig en wat wil je. Je had veel contant geld zei je met wat je op de bank wilde cash af en dan zou je dat op mijn rekening laten storten ik wel dat je groootev problemen met me gaat krijgen nu he HET IS JOUW GELD NIET EN IK HEB JE VEEL GELEEND MAN!! Dus je hoort zeker nog van me!! Waarom doe je zo en stort je groot deel niet terug
?Bovendien is dat strafbaar weet je? Waarom ging ik eigenlijk met je om? Ik dacht je bent mijn vriend Maar heb ik me sterk in vergist!!! Enn....zoals je hoop ik begrijp gaat het bezoek van je aan mij vd zomer NIET DOOR ook heey hoe graag je ook zou willen!! Ik weet ook niet wat je met MIJN GELEEND GELD gedaan hebt maar daar ga ik achter komen nog zekers te weten
!!!Het is gewoon NIET VAN JOU je valt me echt tegen als goede vriend wat ik wel dacht hoor'

Berichten verzonden door ' [Alias verdachte] ':- Op 22-5-2020: 'Ja omdat ik laatst niet kon betalen tog'.- Op 8-8-2020: 'Heb gwn geld nodig dan nog zijn me problemen over'. 'Ik sta op straat en steeds wil je geld wat niet eens heb'. 'Ik moet eerst geld hebben zo dat ik weer in huis kan en daarna kan ik je terug betalen'. 'Ja het is jammer dat je me nu niks kan lenen dan kan ik gwn me huis weer in en je terug betalen'.- Op 14-8-2020: 'Ik krijg geen geld zo lang ik op straat sta dus kan je niet betalen nooit niet meer'. 'Dus als je me wat leent zo dat ik weer in huis kan daarna betaal ik anders helemaal nooit'. 'Leen me eerst maar zo dat ik weer in huis kan'. 'Daarna kunne we t over terug betalen hebben'.

WhatsApp gesprek [telefoonnummer 2] ' tussen de gebruiker van de telefoon en een contact genaamd ' [Alias verdachte]
In het Ufed rapport staat een WhatsApp gesprek opgenomen tussen de gebruiker van de telefoon en een contact genaamd ' [Alias verdachte] [telefoonnummer 4] ' In bovengenoemd gesprek staan verzonden en ontvangen berichten opgenomen over de periode van 8 april 2020 tot en met 10 januari 2022.
In het gesprek van 22 januari 2021 heeft [slachtoffer] het onderstaande bericht
verzonden 'Zeg vriend Ik geloof niet ECHT dat je copie hebt gemaakt van de bedragen die ik heb geleend aan je zo sorry he heb niks binnen nl IK HEB RECHT OP DAT GELD HET IS GEWOON VAN MIJ!!!!
-een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] d.d. 28 mei 2022, inhoudende de letterlijke weergave delen WhatsApp-gesprekken tussen [slachtoffer] en contact [Alias verdachte] , voor zover van belang, zakelijk weergegeven: (pv pag. 104-125)
Waar J: voor staat betreft het een bericht verzonden door [Alias verdachte]
Waar A: voor staat betreft het een bericht verzonden door [slachtoffer]

22 mei 2020 04:40 uur J: 'Wat zou je trouwens de 27 ste kunnen missen eigenlijk als ik vragen mag'.

04:41 uur J: 'Je hebt dan toch geld voor de hele maand?'.
8 augustus 2020:
01:43 uur J: 'Heey ja gaat oké zit nu op straat'.
01:47 uur A: 'Heeee vriend huh?? Wat is dit nu zeg je bent serieus [Alias verdachte] ???'
1.47
uur J: 'Ja omdat ik laatst niet kon betalen tog'
21:20 uur J: 'Heb gwn geld nodig dan zijn me problemen over'
.
21:25 uur 'Als ik dat heb dan kan ik weer in huis en is alles goed weer'.
21:32 uur A: 'Je weet dat het niet kan nu he'.
21:35 uur A: 'En wat denk je van mijn geld wat ik nog terug krijg vj?? Eerst oplossen doe er je tijd over'.
21:41 uur J: 'Ik sta op straat en nog steeds wil je geld wat ik niet eens heb. Heb ik tog al gezegd'.
21:42 uur A: 'Jaja ik weet dat wel'. 21:42 uur J: 'Okej'.
21:43 uur J: 'Ik moet eerst geld hebben zo dat ik weer in huis kan en daarna kan ik je terug betalen'

14 augustus 2020 21.39 uur J : Kan je me wat sturen voor eten vriend heb niks meer gegeten sinds gister22.13 uur J: 'Heb je geen 35 ofzo voor me'. 22.17 uur J: 'Grote vriend'. 22.29 uur A:'Laten we EERST zorgen dat je schulden aan mij volledig zijn betaald!! heb ik gezegd en DAN gaan we verder praten vriend duidelijk zo toch?? volledig vj schuld af'.

22:31 uur J: 'Dus als je me wat leent zo dat ik weer in huis kan daarna betaal ik anders helemaal nooit'.
22:43 uur A: 'Huh hoezo helemaal nooit IK HEB HET GELEEND HE DUIDELIJK TOCH OF NIET en wat je geleend heb v iemand dat moet x teruggegeven worde nm zo zit dat
.

27 augustus 202002:36 uur J: 'Heey vriend nog wakker'.02:38 uur A: 'Dag grooote vriend hoe gaat het?? Jaa voor jou ben ik wakker ALLEEN VOOR JOU VRIEND'. 02:42 uur J: Dacht dat je me wou helpen. Moet ik wel op straat blijven leven?'.02.47 uur J: 'Ik ga met het leven stopen'. 02.48 uur A: Nie t doen dan ben echt dom bezig!!!!'. 02:49 uur J: 'Dus vaarwel vriend'. 02:51 uur J: 'Het was leuk je gekend te hebben vriend'. 02:53 uur A: 'Ik wil vriendschap met je houden dat wil ik'. 02:53 uur J: 'Ja ik wil niet meer op straat leven. Ik wil ook vriendschap met jou'.

02:54 uur J: 'Maar ik word gek. Ik hou dit niet langer vol zo. Jij kan me ook niks lenen. Ga niet nog langer op straat leven'
.
02:58 uur J: 'Kan je me alsjeblieft wat lenen mijn lieve grote vriend'
.

28 augustus 202020:47 uur J: 'Ow vervelend vriend. Als ik jou nu wat geld over maak kan je mij dan helpen dat ik weer in huis kan en dan maak ik de 1ste de rest over'?'

20:53 uur J: 'Als ik vandaag geld heb van jou wat je me leent betaal ik huur en inschrijving en dan krijg ik dubbele loon van deze maand en aankomende maand.
20.54 uur A: Je weet dat je groot bedrag een mij schuldig bent he, ja toch?
20.55 uur J: dat weet ik grote vriend.

29 augustus 202023.04 uur J: 'Kan ik je trouwens nog die tikie sturen dan vriend'. 23.06 uur A: 'Welke tikkie? Betaal eerst maar deel weet je nog?'

2 september 2020
02:22 uur kan je mij ook nog een beetje helpen ik heb net me laatste 10 naar jou gedaan'.
02.59 uur J : voor de huur vriend

3 september 202022:05 uur A: 'Vriend waar zijn aansluitkosten voor als ik mag vragen? voor gas/licht????'. 22:06 uur J: 'Ja zulke dingen'. 22:07 uur A: 'Ahzo voor de allerlaatste keer dit lenen he vriend van me? 22.07uur J: 'Ja lief vriend'. 22:08 uur A: 'Betaald vriend'.

4 september 2020
22:29 uur J: 'Ja kut heb alles geregeld krijg ik ineens dit'. Er wordt een afbeelding verzonden waarvan ik de opdruk niet kan lezen.
22:33 uur A: Huh???Wat is dit nu ineens vriend? Wist je dit niet? (Of wel)'.
22.35 uur 'Dat is volgens mij iets van je belastingbelastingoplichter weet je?
23:20 uur J: 'Bel je straks weer vriend kunne we alsjeblieft nog 1 x wat regelen'.
23:24 uur A: Nou dacht het niet vriend dit keer NOPE dit moet je echt zelf regelen sorry. Bel je ECHTE BELASTINGMAN maandag eerst maar s dan zien we verder sorry'.
23:24 uur J: 'Sory maar echt de allerlaatste x schrijf ik het weer op vriend ik heb echt niet zo veel nodig'.
23:26 uur A: 'Je kleedt me nu echt uit komt vriend is nu niet echt leuk meer!!! Wat is het volgend x weer he en terugbetalen noooit wedde???'.
3:27 uur J: 'Nee echt niet belooft'. 23:28 uur J: 'Ik schrijf het weer op he vriend dat weet je tog'.
9 september 2020
22:43 uur J: 'Kan ik je nog een tikie sturen je hoeft hem niet te betalen aleen even kijken hoeveel het is'
.22.52 uur J: Je mag hem wel betalen als je wilt hoor vriend zou wel heel lief zijn'.
22.52 uur A: Asjeblieft is graag Neee gedaan'. 'Voor wat dan? sorry'.
22.54 uur J: 'Voor mij tog vriend omdat ik zo lief ben en jou vriend ben'.
22.56 uur J: En deze vriend. Moet ook even kijken of die het doet. Alleen die 5 dan als het kan vriend
.
22:57 22:57 uur A: uur J: 'Ik heb nog steeds geen geldboom in mijn tuin haha was dat maar zo'.
22.57 uur J: 'Haha nee alleen die 5 als het kan vriend'.
22:58 uur A: 'Nee [Alias verdachte] vriend lx houd het voor mij op snap je dit wel??'.
22:59 uur J: 'Ja snap ik vriend maar die 5 kan tog wel komt op het lijstje er bij hè vriend. Als die 5 lukt maak ik die meteen weer terug over naar jou vriend'.
23:00 uur A: 'Waar heb je het voor nodig nu weer?? Huh?? Terug overboeken??'.
23.01 uur J: 'Ja moet alleen even kijken of die tikie het wel doet dus als je die betaalt en ik heb het binnen stuur ik die 5 meteen naar je terug vriend'.
23:02 uur A: 'Je hebt zoooveel schuld bij me weet je dat wel!! Dus NEE vriend sorry EERST DEEL AFLOSSEN ZOU IK ZO ZEGGN'.
23:03 uur J: 'Ik betaal tog meteen die 5 terug vriend'.
23:03 uur A: uur J: 'Why 'Hij zou tikkie het niet doen vriend'.
23.03 uur J: Hij deed vanmiddag beetje raar'.
23:04 uur J: 'Maar als ik nu 5 euro naar je over maak kan je die tikie van 5 euro dan betalen vriend'.
23.06 uur A: 'Laten we het NIET DOEN OK'.
23.10 uur A: 'Er staat 500 op deze tikkie geen 5?'.
23:11 uur A: Er is een uitgaande oproep zichtbaar.
23.12 uur. uur J: Er een inkomende oproep zichtbaar
23:18 uur A: 'Jup ik zie het bij mij staat 5 en eronder 500 echt waar'.
23:19 uur J: 'Maar als je het betaalt gaat er maar 5 af'
.
23:37 A: uur J: 'Heet 'Nee jij [Alias verdachte] van achternaam??'.
23.50 uur Nee is niet op die rekening van mij is rekening van een vriend. Ik heb hem 10 contant geven. Kan je voor mij even die ,5 tikie betalen vriend'
.
23:55 uur J: 'Wil je mij alsjeblieft 5 betalen voor 5 via [website betaalverzoek 1] Deze link is geldig t/m 22 september. Hier alsjeblieft'.
23:57 uur A: 'Weeeeer 500 vriend staat er echt dus....klopt niks van is indd storing bij tikkie'.
23:57 uur J: 'Ja klopt vriend kan je hem wel betalen vriend is 5'.

2 oktober 202001:29 uur J: Er is een inkomende oproep zichtbaar. 01:54 A: 'Red je het met 1000 vriend??'. 01.55 uur J: 'Ja ik hoop het'. 01:55 uur A: 'Ok ik ga het nu betalen'.

1.november 202003:44 uur J: 'Hoi, ik heb een betaalverzoek gemaakt van 4.000,00 voor 2020. Je kunt met elke bank in Nederland betalen.Dankjewel! [website betaalverzoek 2] '.

03:49 uur A: 'Is gelukt schrijf je het op lijst erbij vriend'.

13.november 202021:45 over 21:45 uur A: 'Als dit alles maar goed gaat!!! sorry vriend'. Ik heb hele sterke twijfel nu ook over de terug betalingen vj hoor sorry vriend21.45 uur J: 'Ja komt goed vriend'.

2 februari 2021
01:58 uur A: 'Nee nee ik blijf echt niet aan de gang zei ik al he sorry vriend'.
01.58 uur J: 'Nee vriend maar dit aleen nog en dan stuur ik het woensdag vriend'.
02:00 uur J: 'Laaste x vriend echt waar ik zet het echt op het lijstje vriend'.
02:01 uur J: 'Maar kwam te kort kan ik dit nog 1 x erbij op het lijstje zetten vriend van me'.
02:03 uur A: J: 'Tja sorry er zijn grenzen he Ik heb veel aan je geleend hoor verdorie'. .
02:05 uur J: 'Ja vriend daarom vandaag de laaste x woensdag stuur ik alles op ik kom echt te kort vriend'.
02:09 uur J: 'Ik kwam te kort he anders zou ik het niet vragen en zorg dat ik woensdag alles opstuur voor jou vriend'
.

5.februari 202101:11uur J: '5200 maar ik Mag hem voor 5000'.01:11 uur A: 'Groot indd en voor 5000 is Tuuurlijk 2e hands he'.01:11 uur J: 'Ja is 2 de hands maar alles is bijna nieuw nog'.01.12 uur J:'Vind hem echt super leuk wil hem zo graag ophalen'.01:13 uur J: 'Is echt jammer dat ik niet bij de bank kan lenen'.01:14 uur J: 'Ik kan het binnen 2 weken voor je terug hebben vriend'.01:17 uur J: 'Ja is heel vervelend anders had ik dat gedaan want binnen 2 weken heb ik het terug dat weet ik zeker'.

01:19 uur J: 'Of jij moet nog 1 x super lief voor me zijn dat ik het op het lijstje erbij zet vriend'.
01:21 uur A: 'Ik ben al lief toch? Ik blijf niet aan de gang dat weet je bovendien zou ik dit jaar niks meer lenen remember'.
01:22 uur J: 'Ja je bent ook lief vriend het is aleen zo dat ik snel de auto kan halen en je op kan hallen ik zet het op het lijstje er bij vriend'.
01:23 uur A:'Zijn mooie woorden vriend Ik wil wel eerst geld zien!!! Snap je hoop ik bent me heel wat schuldig weet je dat wel'.
01:24 uur J: 'Ja weet ik vriend ik doe t weekend het lijstje het is aleen voor de auto vriend gwn omdat ik je grote vriend ben kan het wel tog
01:25 uur A: J: 'Hoe wil jij me dat in hemelsnaam allemaal terugstorten???'.
01.25 uur J:'Met van belasting en [persoon 2] vriend'.
01:26 uur A: 'Heel goed vj zeker bij elkaar nu 25000--30.000 heey'.
01:26 uur J: 'Kan ik het nog 1 x doen dan omdat jij mijn grote vriend bent en dan zet ik het op het lijstje vriend'.

5.maart 202110:09 uur A: 'Gm vriend hoe gaat het met jou nu? Zou je misschien iets van geleende geld kunnen overmaken naar me?'.11.23 uur J: 'Goedemorgen het gaat kut ik ben aan het kotsen en voel me super slecht heb een heftig ongeluk gehad dus als ik een beetje bij mag komen zou ik dat fijn vinden'.

9 maart 2021
11:35 uur A: 'Je kunt toch vast vd begrafenis van je vriend [persoon 2] terug storten straks? Dan heb ik weer IETS HE hihi vriend van me!!'.
13:04 uur A: 'Ik wil jou gewoon niet kwijt vriend v me snik komt snik snik snik!!'. '
Weergegeven WhatsApp berichten in relatie tot af- en bijschrijvingen [rekeningnummer 1] op naam van verdachte [verdachte]
Op 4 april 2022 tijdens zijn verhoor verklaarde dat hij nergens anders heeft gewoond voordat raadpleegde hij ik op het adres [adres 1] is komen te wonen, van [verdachte] op in de transactiegegevens van de betaalrekening 'huur'. Er kwamen twee resultaten naar voren, te weten:
* Een bijschrijving op 1 juli 2020 van 750,- euro middels Tikkie afkomstig van een betaalrekening op naam van benadeelde [slachtoffer] .
* Een bijschrijving op 2 september 2020 van 350,- euro middels Tikkie afkomstig van een betaalrekening op naam van benadeelde [slachtoffer] .
-Op 1 februari 2021 om 00:14 uur werd een bedrag van 1000,- euro bijgeschreven door een betaalrekening op naam van benadeelde [slachtoffer] .
Op 17 februari 2021 werd er een bedrag van 5.000 euro bijgeschreven door een tegenrekening op naam van [slachtoffer] . Het banksaldo van de [rekeningnummer 1] betrof voor bovengenoemde transactie 6.672,44 euro en na bovengenoemde transactie 11.672,44 euro. De eerst volgende transactie betrof een afschrijving op 17 februari 2021 waarbij er een bedrag van 7.300,- euro werd overgemaakt naar een tegenrekening op naam van [persoon 5] met als omschrijving: ' [kenteken] '. Bij het raadplegen van de naam [persoon 5] in de zoekmachine Google kwam als zoekresultaat naar voren [bedrijf] , zijnde een [bedrijf] in Uitgeest.
-een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] d.d. 12 maart 2022, inhoudende de bankgegevens ING-bank [verdachte] , voor zover van belang, zakelijk weergegeven: (pv pag. 163-165)
Door mij werden de bij mij bekend geworden bankgegevens van tot [verdachte] en met van 13 [verdachte] januari 2022 geanalyseerd over de onderzoeksperiode 12 september 2019. Het totaal aan ontvangen gegevens werd (door mij) verwerkt in Excel en deze gegevens werden intern bij de Politie opgeslagen. Hieruit werden de bevindingen gedaan welke in dit proces-verbaal zijn verwerkt. Hierbij werd het volgende vastgesteld:
[verdachte] heeft twee bankrekeningen op naam, zijnde:
- [rekeningnummer 1] , een betaalrekening.
- [rekeningnummer 2] , een spaarrekening
ING Bank - [rekeningnummer 1]Door de ING Bank werden gegevens verstrekt van de bankrekening [rekeningnummer 1] op naam van [verdachte] .
Van de totale geldopnamen, zogenoemde afschrijvingen, werd er 1.570,02 euro afgeschreven naar tegenrekeningen op naam van [slachtoffer] . Dit betroffen twaalf (12) afschrijvingen. Van de totale geldstortingen, zogenoemde bijschrijvingen, werd er 138.990,00 euro bijgeschreven door tegenrekeningen in relatie met [slachtoffer] . Dit betroffen tweeënvijftig (52) bijschrijvingen waaronder zogenoemde tikkie verzoeken en rechtstreekse overboekingen
.De geldopnamen en geldstortingen in relatie met [slachtoffer] vonden plaats in de periode van 10 april 2020 tot en met 23 juni 2021.
Onderstaand een opsomming van enkele transacties die door mij, verbalisant [verbalisant 2] , buiten het feit dat ze afkomstig zijn van de betaalrekening op naam [verdachte] ook aan de hand van andere aspecten aan [verdachte] te relateren (kunnen) zijn.
- Drieëntwintig (23) bijschrijvingen in de periode van 24 maart 2020 tot en met 24 juli 2021 variërend tussen de 15,- en 275,- euro van een tegenrekening op naam van [persoon 3] en/of [persoon 4] .
- Een (1) bijschrijving op 17 februari 2021 van 5.000,- euro door een tegenrekening op naam van [slachtoffer] . - Een (1) afschrijving op 17 februari 2021 van 7.300,- euro waarbij in de omschrijving ' [kenteken] ' staat opgenomen. De tegenrekeninghouder betreft [persoon 5] .
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 26 maart 2024, voor zover van belang, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik in de periode van 10 april 2024 tot en met 23 juni 2021 op verschillende tijdstippen geldbedragen heb ontvangen van [slachtoffer] .
Ik kan mij herinneren dat [slachtoffer] een keer een bedrag van € 29.000,- en een bedrag van
€ 35.000,- naar mijn bankrekening heeft overgemaakt.
Het kan inderdaad zo zijn dat het totaalbedrag dat ik ontvangen heb € 137.419,98 bedraagt.
Ik heb hiervan onder meer twee auto’s gekocht.
Ik ben via datingsite [website] met [slachtoffer] in contact gekomen. Ik heb daarna telefonisch en via WhatsApp contact met hem onderhouden. Ik heb in het contact met [slachtoffer] niet mijn eigen naam gebruikt, maar heb mijzelf voorgesteld als “ [Alias verdachte] ”.
Ik heb [slachtoffer] vaak tikkies gestuurd en hem ook wel eens gevraagd om geld naar mij over te maken.
De teksten in de WhatsAppberichten die in het dossier zitten- waarin onder meer gesproken wordt over huurachterstanden, kosten voor een rechtszaak, kosten voor een begrafenis en een studieschuld- zijn door mij gestuurd. Ook de teksten waarin ik zeg dat ik op straat stond en een einde aan mijn leven zou maken zijn door mij verzonden.
Bewijsoverweging.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de inhoud van de door hem verzonden WhatsApp-berichten op het verzoek van [slachtoffer] heeft geformuleerd op de wijze zoals in de tenlastelegging is omschreven. [slachtoffer] zou op die wijze makkelijk aan zijn familie kunnen verantwoorden waarom hij grote geldbedragen naar de bankrekening van verdachte overmaakte. Verdachte stelt dat de bedragen die hij van [slachtoffer] heeft ontvangen een gift zijn geweest die deze als “sugardaddy” geheel vrijwillig naar zijn bankrekening heeft overgemaakt in ruil voor contact met [slachtoffer] .
De rechtbank acht deze verklaring van verdachte volstrekt onaannemelijk en in strijd met de overige bewijsmiddelen in het dossier. Een groot deel van de door verdachte verstuurde WhatsApp-berichten zijn immers dwingend/manipulatief van toon, waarmee hij betrokkene overhaalde om geld naar hem over te maken. Daarbij speelde verdachte dwingend in op het gevoel bij [slachtoffer] . Verdachte deed voorkomen dat hij ernstige geldproblemen had vanwege een rechtszaak, huurschuld, belastingschuld of begrafeniskosten van een vriend. Hij wendde voor dat hij uit huis zou worden gezet en op straat kwam te staan, dat [slachtoffer] zijn enige echte vriend was en dreigde met zelfmoord.Ook heeft verdachte de betaalverzoeken (de zogenaamde “tikkies”) die hij [slachtoffer] stuurde, omschreven met alledaagse bewoordingen zoals bijvoorbeeld: “pizza”, “bioscoop”, “drankjes” en “ etentje”, terwijl de hoogte van die betaalverzoeken varieerden van € 1.000,- tot € 5.000,-. Naar het oordeel van de rechtbank zouden dergelijke omschrijvingen - in combinatie met de hoogte van de geldbedragen - bij de familie van [slachtoffer] juist argwaan moeten wekken. Bovendien strookt de hoogte van deze bedragen ook niet met het door verdachte overgemaakte bedrag van € 25,- dat [slachtoffer] - naar zijn zeggen - als verjaardagscadeau heeft gekregen. Deze gift voor de verjaardag betreft immers een relatief laag bedrag in vergelijking tot de overige door [slachtoffer] overgemaakte bedragen. Indien voormelde hoge bedragen giften waren van [slachtoffer] dan lag het veeleer voor de hand dat [slachtoffer] voor de verjaardag van verdachte een groter bedrag had overgemaakt.
Daarnaast is in meerdere WhatsApp berichten te lezen dat verdachte op een dwingende of zeurende toon om geld vraagt, dat [slachtoffer] meermalen niet direct overstag gaat maar uiteindelijk toch zwicht nadat verdachte bleef volharden.
Verder acht de rechtbank de WhatsApp-berichten van 9 september 2020 tekenend. Blijkens deze berichten probeerde verdachte [slachtoffer] te bewegen een tikkie te betalen die volgens hem € 5,- zou betreffen onder de mededeling dat hij dat bedrag gelijk aan hem zou terugbetalen. Het valt naar het oordeel van de rechtbank niet in te zien waarom [slachtoffer] dat zou moeten betalen, aangezien verdachte stelt het meteen terug te betalen. Bovendien, zo volgt uit de latere berichten, zou het in werkelijkheid geen tikkie van € 5,- betreffen maar een van € 500,-. Het voorgaande duidt er naar het oordeel veel meer op dat [slachtoffer] voor de gek wordt gehouden door verdachte dan dat [slachtoffer] geheel vrijwillig gelden overmaakte.
De verklaring die [slachtoffer] - een man met een cognitieve beperking - in een studio voor het horen van kwetsbare personen heeft afgelegd over de door hem aan verdachte verstrekte geldbedragen (als lening) is naar het oordeel van de rechtbank authentiek, consistent en in overeenstemming met de inhoud van de WhatsApp-berichten. Daaruit volgt immers onder meer dat [slachtoffer] spreekt over een bedrag van € 400.000 dat hij op termijn zou ontvangen van verdachte als gevolg van een rechtszaak en dat hij verdachte meermaals zou hebben gezegd dat het overgemaakte geld geen gift was maar geleend geld betrof. Deze aspecten komen ook (veelvuldig) terug in de WhatsApp-berichten. Ook uit de verklaring van de buurvrouw van [slachtoffer] volgt dat [slachtoffer] daadwerkelijk in de veronderstelling verkeerde dat hij het geld aan verdachte zou hebben geleend en dat terug zou krijgen na afloop van de rechtszaak van verdachte waarbij een bedrag van “8 ton” zou worden uitgekeerd. De rechtbank zal de verklaring van [slachtoffer] dan ook als uitgangspunt nemen.
De rechtbank acht de subsidiair aan verdachte ten laste gelegde oplichting van betrokkene wettig en overtuigend bewezen.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
(subsidiair)
in de periode van 10 april 2020 tot en met 23 juni 2021 in Nederland meermalen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag van ongeveer 137.419,98 euro, door
- via datingsites, chats en online platforms zich voor te doen als [Alias verdachte] en (vervolgens) telefonisch/online contact te hebben met die [slachtoffer] ,
- zich (valselijk) uit te geven/voor te doen als vriend van die [slachtoffer] en die [slachtoffer] te doen geloven dat hij, verdachte, zijn echte vriend is en die [slachtoffer] te laten betalen voor die vriendschap en/of voortzetting van die vriendschap,
- zich (valselijk) voor te doen als hulpbehoevende (iemand in geldnood), althans iemand met (spoedeisende) geldproblemen, waaronder het betalen van een huurachterstand, kosten voor gas en licht, een schuld bij de belastingdienst, kosten voor een rechtszaak, kosten van een studieschuld en kosten voor een begrafenis,
- die [slachtoffer] om financiële hulp te verzoeken en te verzoeken om (per omgaand) een of meer geldbedragen te betalen,
- die [slachtoffer] mede te delen en te doen geloven dat hij, verdachte, zijn woning moet verlaten en dat hij, verdachte, op straat is gezet en dat hij, verdachte, een einde aan zijn leven gaat maken,
- die [slachtoffer] mede te delen en te doen geloven dat na het voorschieten/betalen de geldbedragen op korte termijn terugbetaald zullen worden,
- die [slachtoffer] mede te delen en te doen geloven dat hij, verdachte, een lijst bijhoudt met alle geleende bedragen en dat hij, verdachte, alle genoteerde bedragen op korte termijn zal terugbetalen,
- die [slachtoffer] een betaalverzoek te sturen van 500 euro en vervolgens die [slachtoffer] mede te delen en te doen geloven dat het een betaalverzoek van 5 euro betreft.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
Ten aanzien van subsidiair:
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte zal worden opgelegd:
- een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen waarvan 134 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- een taakstraf voor de duur van 240 uur subsidiair 120 dagen hechtenis.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouw heeft bij bewezenverklaring onder verwijzing naar jurisprudentie verzocht om aan verdachte een taakstraf - eventueel in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf - op te leggen.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Ernst van het feit.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting van een bejaarde, eenzame man met een cognitieve beperking. Verdachte heeft dit op doordachte en doortrapte wijze gedaan door in de contactmomenten met het slachtoffer in te spelen op zijn gemoed, waarbij verdachte zich voordeed als een hulpbehoevende vriend. Verdachte deed voorkomen dat hij acute geldproblemen had vanwege bijvoorbeeld een rechtszaak, huurschuld, belastingschuld of begrafeniskosten van een vriend. Hij wendde voor dat hij uit huis was gezet en op straat stond en dreigde met zelfmoord. Het slachtoffer heeft als gevolg van deze handelswijze aan verdachte een geldbedrag van ongeveer € 137.000,- afgegeven. Verdachte zou deze bedragen terugbetalen aan het slachtoffer, maar in plaats daarvan heeft verdachte van het verkregen geldbedrag grote uitgaven voor zichzelf gedaan. Er zijn door verdachte onder meer luxe goederen aangeschaft, waaronder de aankoop van twee auto’s. Verdachte heeft aldus kennelijk slechts uit financieel gewin gehandeld. Hij heeft met zijn optreden het vertrouwen van het toch al kwetsbare slachtoffer in de medemens grovelijk geschaad. Feiten als deze leiden bovendien tot onrust in de maatschappij.
Ter terechtzitting heeft verdachte volhard in zijn verklaring dat het slachtoffer de bedragen vrijwillig (als gift) aan hem zou hebben afgegeven, terwijl met name de WhatsApp-berichten een geheel ander beeld laten zien. Verdachte heeft hiermee naar het oordeel van de rechtbank geen blijk gegeven van enig verantwoordelijkheidsbesef. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Strafblad.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 20 februari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Persoon van de verdachte.
De rechtbank heeft acht geslagen op het reclasseringsadvies betreffende verdachte van 14 maart 2024. In dat advies wordt gesteld dat zij - gezien de stabiliteit op de leefgebieden en als laag ingeschatte recidiverisico's - een plan van aanpak niet geïndiceerd achten.
Het inmiddels twee jaar (goed) lopende schorsingstoezicht met betrekking tot verdachte heeft de reclassering evenmin aanknopingspunten gegeven om een plan van aanpak te op te stellen. Bij een veroordeling adviseert de reclassering daarom een straf zonder bijzondere voorwaarden, omdat interventies of toezicht niet nodig zijn. De rechtbank neemt het advies van de reclassering over en zal aan verdachte geen bijzondere voorwaarden opleggen.
Verder weegt de rechtbank in het voordeel van verdachte mee dat ter zitting is gebleken dat hij inmiddels een fulltime baan heeft. Ook heeft verdachte zich ter terechtzitting bereid verklaard om de door het slachtoffer gevorderde schade te voldoen. Tenslotte houdt de rechtbank rekening met het tijdsverloop in deze zaak.
In de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting is een gevangenisstraf van negen tot twaalf maanden als uitgangspunt vermeld in het geval van een benadelingsbedrag van € 125.000,-- tot € 250.000,-. Uit voormeld reclasseringsadvies volgt echter dat een gevangenisstraf minder passend wordt geacht, aangezien verdachte vermoedelijk dan zijn baan zal kwijtraken wat direct gevolgen zal hebben voor zijn financiële situatie. Aangezien onderhavige zaak een vermogensdelict betreft zou dit mogelijk recidiveverhogend kunnen werken. Er worden geen contra-indicaties voor het uitvoeren van een werkstraf of een financiële sanctie gezien.
Gelet op alles wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf. De omvang van de voorwaardelijke gevangenisstraf is zodanig dat verdachte nu niet terug hoeft naar de gevangenis.
Conclusie rechtbank
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 180 dagen passend en geboden, waarvan 134 dagen voorwaardelijk zal worden opgelegd met aftrek van het voorarrest. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk opgelegde deel een proeftijd van twee jaren verbinden. Deze deels voorwaardelijke gevangenisstraf heeft het doel om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken.
Daarnaast acht de rechtbank een taakstraf voor de duur van 240 uur passend en geboden.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft verzocht om de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen en deze te vermeerderen met de wettelijke rente. Ook heeft de officier van justitie verzocht om daarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouw heeft primair verzocht om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering. Subsidiair heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij een schadebedrag vordert dat bestaat uit
€ 133.319,18 materiële schade en € 1.000,- immateriële schade.
Materiële schade
Door het bewezen verklaarde strafbare feit is vast komen te staan dat de verdachte het slachtoffer heeft bewogen tot afgifte van een bedrag van ongeveer € 137.419,98. De rechtbank stelt vast dat het door de benadeelde partij gevorderde bedrag lager is dan het afgiftebedrag dat door de rechtbank bewezen wordt verklaard. Toewijzing van de gevorderde materiële schade zal daarom beperkt zijn tot het door de benadeelde partij gevorderde lagere bedrag.
Nu de rechtbank vaststelt dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de hoogte van het gevorderde schadebedrag niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de gevorderde materiële schade geheel worden toegewezen tot een bedrag van € 133.319,18.
Immateriële schade.
De rechtbank ziet in het bewezen feit onvoldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat de verdachte het oogmerk had de benadeelde partij immateriële schade toe te brengen. De rechtbank acht wel aannemelijk dat de benadeelde partij door de bewezen feiten is aangetast “in de persoon op andere wijze”, als bedoeld in artikel 6:106, onder b, van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Van “aantasting in de persoon op andere wijze” als grondslag voor toekenning van immateriële schadevergoeding is in ieder geval sprake indien vastgesteld is dat de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen als gevolg van het strafbare feit. Degene die zich hierop beroept zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit blijkt dat - in verband met de omstandigheden van het geval - psychische schade is ontstaan. Ook indien er geen sprake is van geestelijk letsel, dan is het niet uitgesloten dat de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij meebrengen dat de benadeelde in zijn persoon is aangetast “op andere wijze”. In beginsel dient degene die zich hierop beroept de aantasting te onderbouwen met concrete gegevens, tenzij de aard en ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank meent dat door verdachte een ernstige inbreuk op de persoonlijke integriteit van de benadeelde partij is gemaakt. Gelet op de aard, frequentie en intensiteit van het bewezen verklaarde feit is het naar het oordeel van de rechtbank evident dat de verstandelijk beperkte benadeelde partij hierdoor immateriële schade heeft opgelopen. Dit levert een aantasting in de persoon op andere wijze op, ook als geen aantoonbaar geestelijk letsel is vastgesteld.
Gelet op het voorgaande heeft de benadeelde partij recht op een vergoeding van immateriële schade. De rechtbank begroot de immateriële schadevergoeding - gelet op alle omstandigheden van het geval - naar maatstaven van billijkheid op een bedrag van € 500,-
.De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de hoogte van schadevergoedingen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De benadeelde partij heeft meer immateriële schadevergoeding gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De rechtbank zal de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
De rechtbank zal aldus de vordering tot een totaalbedrag € 133.819,18, toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 23 juni 2021 tot de dag van volledige betaling.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.

Beslag.

De rechtbank zal de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen verbeurd verklaren aangezien deze voorwerpen aan verdachte toebehoorden en door middel van het strafbare feit zijn verkregen.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
(subsidiair)
Oplichting;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
legt op de volgende straffen en maatregel:
een gevangenisstrafvoor de duur van
180 dagenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht waarvan
134 dagenvoorwaardelijk en een proeftijd van
2 jaren;
voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;

een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis;

verklaard verbeurd de inbeslaggenomen goederen, te weten:
1. PR Schoeisel;
1. PR Schoeisel;
1. PR Schoeisel;
4 STK Kleding;
1. STK Kleding;
1. STK Jas;
1. STK Kleding;
1. STK Kleding;
1. STK Kleding;
1. STK Kleding;
1. STK Kleding;
1. STK Kleding;
1. STK Broek;
1. STK Broek;
1. STK Broek.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] , van een bedrag van € 133.819,18, te weten € 133.319,18 materiële schadevergoeding en € 500,- immateriële schadevergoeding;
de schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot heden begroot op nihil;
veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten;
bepaalt dat de benadeelde partij, ten aanzien van het meer gevorderde bedrag aan immateriële schadevergoeding, niet-ontvankelijk is in de vordering en deze in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van
[slachtoffer] , van een bedrag van € 133.819,18;
bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 365 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
voormeld bedrag bestaat uit €133.319,18 materiële schade en € 500,- immateriële schade;
het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan één van de hem opgelegde betalingsverplichtingen;
heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H.P.G. Wielders, voorzitter,
mr. A.E. de Kryger en mr. R.B.H. Hebbink, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.J.H.L. Coppens, griffier,
en is uitgesproken op 9 april 2024.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie eenheid Oost-Brabant, district ’s-Hertogenbosch, basisteam Meijerij genummerd PL2100-2022064995.