ECLI:NL:RBOBR:2024:1457

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
8 april 2024
Publicatiedatum
8 april 2024
Zaaknummer
01/175968-22
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van ontuchtige handelingen met een minderjarige jongen

Op 8 april 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen met een destijds 15-jarige jongen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangifte van het slachtoffer voldoende steun vond in andere bewijsmiddelen, waaronder getuigenverklaringen en chatgesprekken. De verdachte heeft ontkend de feiten te hebben gepleegd, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaring van het slachtoffer geloofwaardig en consistent was. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het plegen van ontuchtige handelingen, waaronder anale penetratie, en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van het voorarrest, en een contactverbod van 3 jaar met het slachtoffer. Daarnaast is er een gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, waarbij de verdachte is veroordeeld tot schadevergoeding voor immateriële en materiële schade.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.175968.22
Datum uitspraak: 08 april 2024
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1991] ,
wonende te [adres 1] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 maart 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 13 februari 2024.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 augustus 2021 tot en met 31 september 2021, te Nuenen, gemeente Nuenen ca, althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [2007] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het in de mond van die [slachtoffer] duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis en/of het in de anus van die [slachtoffer] duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De bewijsvraag.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank tot een bewezenverklaring zal komen ten aanzien van het ten laste gelegde feit. De aangifte van [slachtoffer] vindt voldoende steun in het dossier. In het dossier bevinden zich screenshots van een gesprek met Snapchataccount [gebruikersnaam Snapchat 1] met een seksuele lading. Dit account kan volgens het Openbaar Ministerie aan verdachte worden gekoppeld. Daarnaast verklaart aangever over de woning van verdachte; dit komt overeen met het door de politie waargenomen interieur. Tevens bevinden zich in het dossier twee verklaringen van getuigen die beiden een emotionele toestand bij aangever hebben waargenomen toen aangever vertelde over wat er was gebeurd.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit, omdat voldoende wettig en overtuigend bewijs ontbreekt. Verdachte ontkent het slachtoffer te kennen en iets met de tenlastegelegde feiten te maken te hebben. Daarbij heeft de verdediging aangevoerd dat het adres dat door aangever werd genoemd niet het adres van verdachte is, dat verdachte de berichten die op zijn telefoon werden aangetroffen niet zelf heeft verzonden en dat de beschrijving van het interieur van verdachte onvoldoende overeen komt met de werkelijkheid. Verdachte zou daarbij de seksuele handelingen niet hebben kunnen verrichten vanwege een hernia en hij zou ook niet seksueel geïnteresseerd zijn in mannen.
Het oordeel van de rechtbank.
De bewijsmiddelen. [1]
1.
Een proces-verbaal aangifte van [slachtoffer] , van 16 december 2021, opgemaakt en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pag. 21-31:
Aangever
Achternaam: [slachtoffer]
Voornamen: [slachtoffer]
Geboren: [2007]
Geboorteplaats: [geboorteplaats slachtoffer]
V = vraag verbalisant
A = antwoord aangever
V: Tegen wie kom je aangifte doen?
A: Ik weet dat zijn voornaam [verdachte] is, maar verder weet ik niet veel over hemzelf.
(…)
V: Wanneer is dit gebeurd?
A: De eerste keer op 14 augustus 2021.
V: En de tweede keer?
A: Dat weet ik niet zo zeker maar er zat ongeveer een week tussen. Deze keer gebeurde het op hetzelfde adres, de [adres 2] .
(…)
V: Hoe ben je met [verdachte] in contact gekomen?
A: Dat was via Snapchat.
(…)
V: Wat heb jij [verdachte] over jezelf verteld?
A: We hadden het over hoe ik heette, waar ik vandaan kwam en hoe oud ik was. Ik heb gezegd dat ik 14 jaar oud was, want dat ben ik ook. Hij zei dat hij ook uit Nuenen kwam en hij vroeg of ik hem wilde pijpen en ik was heel jaloers op vrienden die dat wel al hadden gedaan. Dus toen ben ik daarop ingegaan.
(…)
V: De eerste keer was?
A: Ik had niet echt een tijd afgesproken maar ik zei dat ik over 10 minuten daar stond. Het was 17:15 uur en om 17:30 uur was het met hem gebeurd. Ik had met hem afgesproken om op een veldje te staan. Dat was tegenover zijn huis en mijn stiefmoeder woont daar ook dichtbij. Hij wilde met mij videobellen om te kijken of er geen andere mensen waren. Hij kwam daarna uit zijn huis naar buiten gelopen. Zijn huis is een flatachtig iets maar hij kwam op de begane grond eruit gelopen en hij zwaaide naar mij en vroeg of ik naar binnen kon komen. Ik dacht nog even, wat doe ik, ik was wel wat bang maar ben toch naar binnen gegaan. Ik ging wel naar binnen en hij deed de deur dicht en hij nam me mee naar zijn slaapkamer, aan het einde van de gang. Hij deed zijn broek uit en deed een beetje met zijn penis en zei ‘je moet het nu doen’. Ik was bang maar heb het wel gedaan. Het duurde maar 10 seconden ongeveer. Ik zei daarna ‘ik ben nu klaar, ik wil niet meer, ik wil naar huis’. Hij zei ‘Nee je kunt nu niet naar huis’. Hij zei ‘ik wil seks met jou’. Maar dat was helemaal niet afgesproken. Dat zei ik ook tegen hem. Want hij vroeg het wel of we seks konden hebben maar ik zei heel duidelijk dat ik dat niet wilde en hem alleen wilde pijpen. Toen zei ik weer ‘nee dat wil ik niet’. Toen heeft hij mij op bed geduwd en tegen mijn wil in mijn kleren uitgetrokken. Ik durfde niets te doen want ik was bang dat hij me iets aan zou doen. Ik was heel erg bang dus ik liet het, zeg maar, een beetje toe. Het duurde ongeveer 20 minuten. Daarna was hij klaar en liet hij mij mijn kleren weer aan doen. Toen was ik huilend naar huis gefietst. Ik wilde daar zo snel mogelijk weg.
(…)
V: Hij trekt je kleding uit en dan gebeurt het ‘het duurde 20 minuten’. Wat bedoel je hiermee?
A: Hij heeft mij verkracht, seks met mij gehad. Mij gepenetreerd, met zijn penis in mijn kont/anus.
(…)
V: Hoorde je daarna nog iets van deze [verdachte] ?
A: Daarna had hij mij gevonden op Instagram en daarop een bericht gestuurd. Dit was ongeveer een week erna. Hij stuurde zoiets van kom weer langs en dat ik het moest doen anders zou hij het doorvertellen wat er was gebeurd. Dat ik met hem seks had gehad. Hij bedoelde dat ik langs moest komen om seks te hebben.
(…)
V: Hoe reageerde jij op dat bericht?
A: Ik zei "oké dat is goed" en toen ben ik naar hem toe gegaan.
V: Wanneer was dat?
A: Ik weet dat echt niet meer maar dat was dus ongeveer een week erna. Het was diezelfde dag dat ik dat bericht kreeg.
V: Waarom ben je er naar toe gegaan?
A: Omdat ik het voelde als verplichting. Hij vond dat ik dat moest doen dus ik dacht ook dat (…)
V: Vertel eens alles over deze tweede keer.
A: Ik kwam bij hem en ik belde aan. Hij nam me mee naar zijn slaapkamer. Toen begon hij mij te kussen en mijn kleren weer uit te doen. En toen liet ik het gewoon toe, zeg maar.
V: Wat gebeurde er allemaal?
A: Hij wilde mij gelijk penetreren en ik liet het gewoon toe. Hij heeft het weer zonder condoom gedaan en het duurde ook weer zo'n 20 minuten en het ging vrij snel eigenlijk.
(…)
V: Je hebt foto's bij het informatieve gesprek doorgegeven. Er zat ook een foto bij bijlage 2.3. Wie is dat?
A: Dat is [verdachte] . Dat is de man die mij verkrachtte. Ik heb deze foto van Instagram. Ik heb dit uit zijn account waarop hij me had benaderd.
V: Welk account was dit?
A: Dit heette: [gebruikersnaam Instagram 1] .
2.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , van 6 januari 2022, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 3] , pag. 38-46:
V = vraag verbalisant
A = antwoord getuige
V: Wat weet jij over wat [slachtoffer] zou zijn overkomen?
A: Ik weet nog precies waar ik was. Ik was bij mijn vriendin en hij appte mij dat er iets gebeurd was en dat hij geen maagd meer was. Ik belde hem op en vroeg wat er gebeurd was. Hij zei dat hij naar een man was gegaan en ik dacht al, dat is fout. Hij zei op dat moment ook dat hij niet wist of hij het wilde maar dat het toch gebeurd was. Ik dacht weer, het is foute boel. Ik vroeg of hij wist wie het was. Hij wist dit niet helemaal, hij wist alleen waar die man woonde en verder niet veel. Ik vond dat niet normaal en heb er later thuis met hem over gesproken. Hij vond het ook lastig om het aan papa en mama te vertellen.
(…)
V: Je vertelt dat hij jou appte en dat hij typt dat hij geen maagd meer is. Je zei dat jij hem belde. Wat heeft hij toen aan de telefoon verteld?
A: Toen was het een eerste shock en wist hij niet helemaal wat er was gebeurd. Hij zei dat hij net seks had gehad. Ik vroeg hoe het was gebeurd en met wie het was gebeurd. (…) Hij zei toen dat hij naar een man was geweest die ook in Nuenen woonde. Hij heeft nooit in detail verteld wat er precies gebeurd is maar wel hoe de afspraak ging en wat er omheen gebeurde.
3.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , van 20 december 2021, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 3] , pag. 47-51:
V = vraag verbalisant
A = antwoord getuige
V: Wist jij dat [slachtoffer] aangifte had gedaan bij de politie?
A: Ja, we praten echt over alles zeg maar. We zitten bij elkaar op school en de dag dat het was gebeurd, heeft hij mij meteen daarna verteld. Hij was best wel geshockeerd.
(…)
V: Wanneer zou dit zijn gebeurd dat die man [slachtoffer] heeft verkracht?
A: Ergens in de zomer want ik was in Amsterdam en hij belde mij op. Toen zei hij dus dat dat was gebeurd, hij was geshockeerd en hij was aan het huilen. Hij heeft er nog steeds problemen mee, hij zit er echt mee ook op school. Hij praat er ook over met docenten maar het meeste met mij.
4.
Een proces-verbaal van bevindingen van 17 januari 2022, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 3] , pag. 52-53:
Naar aanleiding van het informatieve gesprek met [slachtoffer] werd contact gelegd met de gemeente Geldrop Mierlo Nuenen om duidelijkheid te krijgen over het door [slachtoffer] genoemde adres [adres 2] . Dit omdat dit adres niet leek te kloppen. Bij navraag door collega [verbalisant 4] bleek dat gelegen aan de [adres 2] een andere zijstraat/ hofje gelegen was genaamd [adres 1] . Deze locatie klopt met de beschrijving die [slachtoffer] gaf over de opbouw van de woningen en de indeling van het pleintje. Het adres waarover [slachtoffer] spreekt als [adres 2] betreft dus de [adres 1] . Dit betreft een appartement in een appartementencomplex met twee lagen en is inderdaad de tweede voordeur gezien vanuit de hoekzijde van het complex. Op dit adres is woonachtig/ ingeschreven:
achternaam [verdachte]
voornamen [verdachte]
Geb. datum [1991] te [geboorteplaats]
Woonplaats [adres 1]
Postcode [adres 1]
Adres [adres 1]
(…)
Tevens werd naar aanleiding van de door [slachtoffer] aangeleverde Instagram naam [gebruikersnaam Instagram 1] gezocht. Deze zoekslag op zichzelf leverde geen resultaten op. Door meer zoek opties toe te voegen werd een account gevonden op Instagram genaamd: [gebruikersnaam Instagram 1] . Hierop was te lezen dat de man woonachtig was in Nuenen en fitnesstrainer was. In zijn accountnaam stond wel [gebruikersnaam Instagram 1] . De foto's die op dit Instagramaccount zichtbaar waren van het gezicht van de man [gebruikersnaam Instagram 1] hadden grote gelijkenis met die op het account van snapchat zijnde [gebruikersnaam Snapchat 1] . Deze Instagramfoto, vergelijkend met de foto die door de vreemdelingendienst werd genomen in 2019, gaat het, volgens objectieve vergelijking met zeer grote aangrenzende zekerheid om dezelfde persoon.
5.
Een proces-verbaal van bevindingen, van 10 juni 2022, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 5] , pag. 65-66:
Door mij werd de inhoud van de telefoon met goednummer 1936051 veiliggesteld, deze telefoon behoort in eigendom toe aan: [verdachte] . Door mij werd onderzoek gedaan naar de veiliggestelde gegevens van bovengenoemde telefoon. (…)
lk zag dat in de telefoon de volgende accounts waren ingelogd, of in het verleden zijn ingelogd:
- Instagram account [gebruikersnaam Instagram 1] (Ingelogd)
- Instagram account [gebruikersnaam Instagram 2] (Ingelogd) met biografie: Ik ben 22jaar I'm top 21cm ik woon in nuenen'.
- Snapchat account [gebruikersnaam Snapchat 2] (Ingelogd)
- Snapchat account [gebruikersnaam Snapchat 3] (Uitgelogd)
- Snapchat account [gebruikersnaam Snapchat 1] (Uitgelogd)
- Snapchat account [gebruikersnaam Snapchat 4] (Uitgelogd)
- Snapchat account [gebruikersnaam Snapchat 5] (Uitgelogd)
- Snapchat account [gebruikersnaam Snapchat 5] (Uitgelogd)
Ik zag dat de accounts wachtwoorden gebruikten die overeenkwamen met de naam van de gebruiker van de telefoon. Ik zag dat de Snapchat accounts [gebruikersnaam Snapchat 3] , [gebruikersnaam Snapchat 4] en [gebruikersnaam Snapchat 4] alle drie hetzelfde wachtwoord gebruikten.
6.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, van 23 mei 2022, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 6] , pag. 112-118:
V = vraag verbalisant
A = antwoord verdachte
V: Hoe noem jij je op Instagram?
A: [gebruikersnaam Instagram 1] .
(…)
V: Wat is je gebruikersnaam en wachtwoord op Instagram?
A: De gebruikersnaam is [gebruikersnaam Instagram 1] . Mijn wachtwoord is [wachtwoord Instragramaccount] of [wachtwoord Instragramaccount] .
Nadere bewijsoverwegingen.
De rechtbank stelt voorop dat zedenzaken zich doorgaans kenmerken door het feit dat in de regel slechts twee personen aanwezig zijn bij de veronderstelde seksuele handelingen: het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader. Wanneer dan de veronderstelde dader de seksuele handelingen ontkent, zoals in dit geval, leidt dat er in veel gevallen toe dat slechts de verklaringen van het veronderstelde slachtoffer als wettig bewijs beschikbaar zijn. Op grond van het bepaalde in artikel 342, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering is echter de enkele verklaring van een getuige (het veronderstelde slachtoffer) onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen Het is voor een bewezenverklaring noodzakelijk dat er ook ander bewijs is waaruit kan worden opgemaakt dat de ten laste gelegde feiten zijn gepleegd. Uit jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat het niet nodig is dat in dit type zaken het misbruik als zodanig bevestiging vindt in het andere bewijs. Het is voldoende dat de verklaring van het veronderstelde slachtoffer op onderdelen voldoende steun vindt in de andere bewijsmiddelen.
[slachtoffer] heeft - kort gezegd - het volgende verklaard. Hij is met ‘ [verdachte] ’ in contact gekomen via Snapchat. In een chatgesprek spraken zij af dat [slachtoffer] deze [verdachte] zou pijpen. Dit is vervolgens in de woning van [verdachte] ook daadwerkelijk gebeurd. Vervolgens heeft [verdachte] [slachtoffer] tegen zijn wil anaal gepenetreerd. Ongeveer een week na deze gebeurtenissen heeft [verdachte] contact opgenomen met [slachtoffer] via Instagram. [slachtoffer] moest nogmaals seks met hem hebben, anders zou [verdachte] alles doorvertellen. Uit angst is [slachtoffer] nogmaals naar deze woning gegaan en heeft [verdachte] hem wederom anaal gepenetreerd.
De verklaring van [slachtoffer] tijdens het informatieve gesprek komt overeen met diens aangifte. De door [slachtoffer] afgelegde verklaring is naar het oordeel van de rechtbank zodanig gedetailleerd en consistent dat hij op de rechtbank een geloofwaardige en betrouwbare indruk maakt voor wat betreft de ten laste gelegde ontuchtige handelingen door verdachte. De verklaring kan naar het oordeel van de rechtbank voor het bewijs worden gebruikt.
De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden is of aan het bewijsminimum is voldaan. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. In het dossier zit niet alleen de verklaring van [slachtoffer] . Twee getuigen hebben verklaard over de emotionele toestand van [slachtoffer] toen hij hen vertelde over wat hem was overkomen. Daarnaast bevinden zich chatgesprekken in het dossier tussen [slachtoffer] en [gebruikersnaam Snapchat 1] waarin de afspraak wordt gemaakt waar [slachtoffer] over verklaart.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de bewijsmiddelen dat dit account toebehoort aan verdachte. Dit leidt de rechtbank af uit het onderzoek dat naar de telefoon van verdachte is gedaan. Daaruit blijkt onder andere dat:
  • Verdachte verschillende snapchataccounts had met gebruikersnamen die op één teken na overeenkomen met [gebruikersnaam Snapchat 4] ;
  • De wachtwoorden van de snapchataccounts nagenoeg overeenkomen.
Daarnaast heeft verdachte zelf aangegeven de gebruiker te zijn van het account [gebruikersnaam Instagram 1] , het account waarvan [slachtoffer] zegt dat hij erdoor is benaderd om een tweede afspraak te maken en waarvan [slachtoffer] de foto’s herkent als de persoon met wie hij seks heeft gehad. De rechtbank ziet het gegeven dat [slachtoffer] zowel de social media-accounts [gebruikersnaam Snapchat 1] (of een variant daarop) als [gebruikersnaam Instagram 1] aan verdachte kan koppelen, als ondersteunend aan zijn verklaring over wat er is gebeurd.
De rechtbank acht de verklaring van [slachtoffer] geloofwaardig en betrouwbaar en ondersteund in andere bewijsmiddelen en schuift de ontkennende verklaring van verdachte als ongeloofwaardig ter zijde. De door de verdediging gevoerde bewijsverweren vinden hun weerlegging in de voornoemde bewijsmiddelen en nadere bewijsoverwegingen.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
in de periode van 14 augustus 2021 tot 1 september 2021 te Nuenen, gemeente Nuenen, met [slachtoffer] , geboren op [2007] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, telkens ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten het in de mond van die [slachtoffer] duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis en/of
het in de anus van die [slachtoffer] duwen/brengen van zijn, verdachtes, penis.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft de rechtbank gevorderd om aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van het voorarrest.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft bepleit dat indien de rechtbank tot een bewezenverklaring zou komen geen gevangenisstraf opgelegd dient te worden, maar volstaan kan worden met een taakstraf. Dit vanwege het tijdsverloop en omdat er geen sprake is van een delictpatroon bij verdachte.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden, waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen bij een destijds 14-jarige jongen. Deze ontuchtige handelingen hebben bestaan uit het zich laten pijpen en het anaal penetreren van [slachtoffer] . Op twee verschillende momenten hebben deze handelingen plaatsgevonden.
Het is algemeen bekend dat dergelijke feiten grote schade kunnen toebrengen aan de verdere ontwikkeling van kinderen. Op seksueel gebied zijn zij namelijk nog niet volgroeid en kunnen zij niet geacht worden om zelfstandig de gevolgen van seksueel contact met een volwassene voldoende in te schatten. Door zijn handelen heeft verdachte dan ook ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit, persoonlijke levenssfeer en de seksuele ontwikkeling van [slachtoffer] .
De rechtbank neemt ook de navolgende omstandigheden in aanmerking.
Verdachte wist voordat de afspraak met aangever werd gemaakt van de jonge leeftijd van [slachtoffer] . Desondanks heeft hij een afspraak gemaakt met aangever met als bedoeling dat er seksuele handelingen zouden worden verricht. Verdachte heeft daarbij geen enkele aandacht besteed aan de jeugdigheid en kwetsbaarheid van [slachtoffer] . De anale penetratie heeft tegen de wil van [slachtoffer] plaatsgevonden. De rechtbank weegt verder strafverzwarend mee dat verdachte [slachtoffer] onder druk heeft gezet om nog een keer seks met hem te hebben, wat daarna ook is gebeurd. Uit de toelichting op de schadevergoedingsvordering van [slachtoffer] blijkt dat het gebeurde veel impact op hem heeft gehad. Verdachte heeft zijn eigen lustgevoelens laten prevaleren boven het welzijn van [slachtoffer] en dit neemt de rechtbank hem kwalijk.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat verdachte geen verantwoordelijkheid en geen enkel probleembesef toont. Dit rekent de rechtbank verdachte zeer aan.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte van 27 januari 2024, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gelet op de aard en ernst van het feit kan naar het oordeel van de rechtbank in verband met een juiste normhandhaving niet worden volstaan dan met de oplegging van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf van na te noemen duur. Een taakstraf, zoals door de verdediging verzocht, zou geen recht doen aan de ernst van het bewezen verklaarde.
Door [slachtoffer] is verzocht om een contactverbod op te leggen. Door de verdediging is ten aanzien van het contactverbod geen verweer gevoerd. Gelet op het feit dat [slachtoffer] en verdachte vlak bij elkaar in de buurt wonen en elkaar ook nog wel eens zijn tegengekomen, , zal de rechtbank ter voorkoming van strafbare feiten, bij wijze van maatregel als bedoeld in artikel 38v, tweede lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafrecht, aan verdachte een contactverbod opleggen voor de duur van 3 jaren. Per overtreding van dit contactverbod zal 1 week hechtenis ten uitvoer worden gelegd, met een maximum van 6 maanden. De rechtbank zal bepalen dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Alles overziend, zal de rechtbank overeenkomstig de eis van de officier van justitie aan verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast legt de rechtbank op een contactverbod met [slachtoffer] voor de duur van 3 jaren.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .

Namens het slachtoffer [slachtoffer] is door mr. Sommen een vordering benadeelde partij ingediend. Dit betreft een vordering voor vergoeding van materiële schade ter hoogte van € 16.676,42 en immateriële schade ter hoogte van € 5.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt verzocht om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de gevorderde materiële schade ten aanzien van de reiskosten toewijsbaar is, nu dit rechtstreekse schade betreft. De gevorderde materiële schadevergoeding voor de opgelopen studievertraging is mogelijk niet toewijsbaar, nu een rechtstreeks verband niet direct duidelijk is. De officier van justitie acht het passend om een bedrag voor immateriële schade toe te wijzen, maar acht het gevorderde bedrag te hoog.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft zich ten aanzien van de reiskosten en de immateriële schadevergoeding gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Wel heeft de verdediging opgemerkt dat zij het gevorderde bedrag voor immateriële schade te hoog vindt. Ten aanzien van de studievertraging heeft de verdediging de rechtbank verzocht om deze post af te wijzen dan wel niet-ontvankelijk te verklaren.
Beoordeling.
Gelet op de aard en ernst van het feit is de rechtbank van oordeel dat psychisch letsel bij de benadeelde partij zozeer voor de hand ligt, dat aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Daarvoor heeft de benadeelde partij ook EMDR-therapie ondergaan. De reiskosten die daarvoor zijn gemaakt, zijn naar het oordeel van de rechtbank dan ook rechtstreekse schade en kunnen worden toegewezen. Deze kosten zijn tevens voldoende onderbouwd.
De rechtbank overweegt dat, nu is vastgesteld dat de benadeelde partij psychisch letsel heeft, een vergoeding voor immateriële schade passend is. Het gevorderde bedrag van € 5.500,00 is volgens de rechtbank onvoldoende onderbouwd en te hoog. De rechtbank zal het gevorderde bedrag matigen tot € 3.500,00 en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank vermeerdert voornoemde posten met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
Ten aanzien van de gevorderde materiële schade voor het oplopen van studievertraging ter hoogte van € 16.650,00 overweegt de rechtbank als volgt. Door de benadeelde partij is gesteld dat hij een moeilijke periode achter de rug heeft op school en dat dit het gevolg is van het handelen van verdachte. Door deze moeilijke periode heeft hij naar eigen zeggen moeten doubleren. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het causale verband tussen de opgelopen studievertraging en het handelen van verdachte onvoldoende is onderbouwd. Daarvoor ontbreken concrete aanwijzingen. De rechtbank zal de benadeelde partij ten aanzien van dit onderdeel niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2021 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
36f, 38v, 38w en 245 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
legt op de volgende
straf:
* een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 maanden;
beveelt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht bij de tenuitvoerlegging van de aan verdachte opgelegde gevangenisstraf;
legt op de volgende
maatregelen:
* een
contactverbodvoor de duur van
3 jaren;
dit contactverbod houdt in dat veroordeelde gedurende 3 jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [2007] ;
beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 1 week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;

bepaalt dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar is;

* een
maatregel van schadevergoedingvan
€ 3.526,42te vervangen door
45 dagen gijzeling;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van 3.526,42 euro. Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 45 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Voormeld bedrag bestaat uit 26,42 euro materiële schade en 3.500,00 euro immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] :
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer] , van een bedrag van 3.526,42 euro, bestaande uit 26,42 euro materiële schade en 3.500 euro immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen;
bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. O.Y. Ifzaren, voorzitter,
mr. A.C. Palmboom en mr. S.A.E.M. Rampaart, leden,
in tegenwoordigheid van L.A.P.H. Kirkels, griffier,
en is uitgesproken op 08 april 2024.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie Eenheid Oost-Brabant genummerd PL2100-2021257040.