Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsbeslissing.
De bewijsmiddelen.
een proces-verbaal aangifte, opgemaakt d.d. 15 maart 2022, dossierpagina’s 9-11, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende de verklaring van [slachtoffer] :
een proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, opgemaakt d.d. 23 april 2022, dossierpagina’s 13-24, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende het relaas van verbalisant [persoon] :
een proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt d.d. 9 november 2022, dossierpagina’s 35-41, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende de verklaring van [verdachte] :
Bijzondere overwegingen ten aanzien van het bewijs.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
De oplegging van straffen en een maatregel.
e strafverzwarende en strafmatigende omstandigheden.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
De toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
feitelijke aanranding van de eerbaarheid
legt op de volgende straffen:
taakstrafvoor de duur van
60 urensubsidiair 30 dagen hechtenis;
gevangenisstrafvoor de duur van
2 weken;
proeftijd van 2 jaaraan
een strafbaar feit heeft schuldig gemaaktdan wel de hierna te noemen
bijzondere voorwaardenniet heeft nageleefd, te weten:
legt op de volgende maatregel:
verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van € 500,00;
beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] :
wijst de vorderingtot schadevergoeding van de benadeelde partij
gedeeltelijk toeen veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij,
[slachtoffer], van een bedrag van
€ 500,00, bestaande uit een immateriële schadevergoeding;