ECLI:NL:RBOBR:2024:1225
Rechtbank Oost-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd aan gemeentemedewerker met parkeervergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil over naheffingsaanslagen parkeerbelasting. Eiser, een medewerker van de gemeente, had een parkeervergunning voor een terrein nabij het gemeentehuis, maar parkeerde twee keer 'voor de deur', waar bezoekers mogen parkeren. Ondanks zijn beroep op onwetendheid over de vergunningsvoorwaarden, oordeelde de rechtbank dat hij bekend had moeten zijn met deze voorwaarden. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslagen terecht waren opgelegd, omdat eiser niet had voldaan aan de parkeerbelasting op de betreffende momenten. De rechtbank baseerde haar oordeel op de overgelegde instructies van de gemeente en de informatie die eiser had ontvangen. Eiser had toegang tot het intranet van de gemeente en had moeten weten waar zijn vergunning geldig was. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees erop dat eiser het recht heeft om in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.