Op 13 maart 2024 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de terugvordering van studiefinanciering. Eiseres had in 2019 recht op studiefinanciering op basis van de Wet studiefinanciering 2000 en volgde een mbo-opleiding tot 1 september 2019, waarna zij een hbo-opleiding begon. De minister stelde dat eiseres de bijverdiengrens had overschreden en eiste een terugbetaling van € 1.289,04. Eiseres maakte bezwaar en stelde dat zij mocht vertrouwen op informatie uit een folder van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), waarin stond dat de bijverdiengrens na augustus 2019 niet meer op haar van toepassing zou zijn.
De rechtbank oordeelde dat eiseres inderdaad gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de mededeling in de folder. De rechtbank concludeerde dat de tekst in de folder duidelijk en toepasbaar was op de situatie van eiseres en dat er geen zwaardere belangen waren die zich verzetten tegen het voldoen aan de gerechtvaardigde verwachting van eiseres. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van de minister en herhiep het terugvorderingsbesluit. Eiseres hoeft niets terug te betalen en de minister moet het griffierecht van € 50 vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van het vertrouwensbeginsel in bestuursrechtelijke zaken, vooral in complexe situaties zoals de overgang van de basisbeurs naar het leenstelsel. De rechtbank stelde dat burgers kunnen vertrouwen op officiële mededelingen van de overheid, zoals die in folders van DUO, en dat dit vertrouwen moet worden gerespecteerd door de overheid.