ECLI:NL:RBOBR:2024:1215

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
27 maart 2024
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
C/01/392529 / HA ZA 23-273
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop van autoproducten en deelname aan een spel met onduidelijke spelregels

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant op 27 maart 2024, vordert eiser, [eiser], een verklaring voor recht en een schadevergoeding van € 70.000,00 van gedaagde, [gedaagde] B.V. Eiser stelt dat hij een prijs heeft gewonnen in een spel georganiseerd door gedaagde, waarbij een Audi R8 te winnen was. Eiser heeft deelgenomen aan het spel, maar werd niet als winnaar aangewezen, ondanks dat zijn naam als eerste uit de pot werd getrokken. Gedaagde heeft een andere deelnemer als winnaar aangewezen, wat heeft geleid tot het geschil.

De rechtbank heeft het procesverloop vastgesteld op basis van de dagvaarding, het antwoord en de mondelinge behandeling. De rechtbank oordeelt dat gedaagde zich niet heeft verbonden om de eerste naam uit de pot als winnaar aan te wijzen. De rechtbank beschouwt het spel als onderdeel van een koopovereenkomst, waarbij gedaagde de vrijheid heeft om de spelregels te wijzigen. Eiser heeft niet voldoende onderbouwd dat gedaagde zich aan specifieke spelregels heeft verbonden die niet zijn nageleefd.

De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af op basis van drie redenen: de onduidelijkheid van de spelregels, de vrijheid van gedaagde om de werkwijze te wijzigen, en het ontbreken van gronden voor vernietiging van de partijbeslissing. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 5.443,00, inclusief griffierecht en advocaatkosten. De rechtbank verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant
Civiel recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/392529 / HA ZA 23-273
Vonnis van 27 maart 2024
in de zaak van
[eiser],
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. R.P.V.W. Willems te 'S-HERTOGENBOSCH,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] B.V.,
advocaat: mr. P.A.M. Verkuijlen te Sint-Oedenrode.

1.Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de dagvaarding, het antwoord en de mondelinge behandeling, waarvan de griffier zittingsaantekeningen heeft bijgehouden, met producties 15-17 van [eiser] . De rechter heeft vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] verkoopt producten om auto’s te poetsen. Zij organiseert soms een spel om producten aan te prijzen. Zij heeft in dit geval een spel georganiseerd om een Audi R8 te winnen. Promotie liep via haar YouTube-kanaal. Het kwam erop neer dat [gedaagde] gedurende vijf weken een naam van een klant op willekeurige wijze selecteerde, na deze periode nog vijf namen selecteerde, en uit deze tien klanten op willekeurige wijze (briefjes trekken uit een pot) één klant heeft geselecteerd die [gedaagde] als winnaar van de Audi R8 heeft aangewezen. De door [gedaagde] aangewezen winnaar was de negende naam die uit de pot werd getrokken.
2.2.
[eiser] heeft deelgenomen aan het spel. Zijn naam behoorde tot de tien namen in de pot en is als eerste uit de pot getrokken. [gedaagde] heeft [eiser] niet aangewezen als winnaar van de Audi R8.

3.Het geschil

3.1.
Het geschil komt erop neer dat [eiser] een verklaring voor recht (tekortkoming overeenkomst) en een veroordeling tot betaling van € 70.000,00 vordert, met de kosten van het geding. De reden voor de vordering is dat [eiser] meent een prijs te hebben gewonnen (de Audi R8) in het spel dat [gedaagde] heeft georganiseerd (hij wijst voor de spelregels op video 8 oktober, productie 3 dagvaarding minuut 0 seconde 10 en video 16 november, productie 4 minuut 1 seconde 22). [eiser] meent ook dat [gedaagde] de regels op ongeoorloofde wijze heeft gewijzigd.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. Zij meent dat zij het spel goed heeft uitgevoerd en dat zij terecht een ander heeft aangewezen als winnaar.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank is van oordeel dat zij de vorderingen van [eiser] moet afwijzen. Er zijn drie zelfstandig dragende redenen voor deze beslissing. Deze staan hieronder.
De eerste reden is dat [gedaagde] zich niet heeft verbonden de beweerde werkwijze te volgen
4.2.
De rechtbank beschouwt het spel als een onderdeel van een koopovereenkomst:
  • de klant ( [eiser] ) koopt producten, betaalt de prijs en ontvangt de producten
  • de klant voldoet aan de overige voorwaarden (inschrijving YouTube-kanaal, onweersproken) en maakt een keuze om mee te doen
  • [gedaagde] volgt een werkwijze en komt tot een partijbeslissing – in de zin van artikel 7:900 BW – tot aanwijzing van een winnaar.
4.3.
[eiser] beroept zich op een aantal YouTube-video’s en vindt dat [gedaagde] zich heeft verbonden de eerste naam uit de pot als winnaar aan te wijzen, maar in deze video’s zegt [gedaagde] volgens de rechtbank, wat betreft de werkwijze, niets meer dan dat de naam van de winnaar uit de pot wordt getrokken. Twee citaten (antwoord 8, onweersproken):
  • “Degene die ik er dan uitpik krijgt de auto”
  • “Ik pak de winnaar er uit”.
[gedaagde] zegt volgens de rechtbank, anders dan [eiser] beweert, nergens (in de zin die [eiser] daaraan in de context redelijkerwijs heeft mogen geven) dat de eerste naam uit de pot gaat winnen.
4.4.
De rechtbank ziet in het dossier – in het bijzonder de YouTube-video’s inclusief de hiervoor aangehaalde citaten – geen informatie waaruit [eiser] redelijkerwijs heeft mogen afleiden dat [gedaagde] de eerste naam, die uit de pot werd getrokken, zou aanwijzen als de winnaar van de Audi R8. [eiser] heeft zijn standpunt, dat [gedaagde] zich daartoe heeft verbonden, daarom niet voldoende onderbouwd. De rechtbank moet de vorderingen daarom afwijzen.
De tweede reden is dat [gedaagde] de vrijheid heeft de werkwijze binnen zekere grenzen te wijzigen of nader in te vullen
4.5.
De rechtbank merkt op dat het [gedaagde] op zichzelf, binnen de grenzen van de overeenkomst zoals [eiser] deze in het licht van de YouTube-video’s redelijkerwijs heeft moeten opvatten, vrij staat om de werkwijze te wijzigen of verder in te vullen. Nergens is deze vrijheid beperkt of uitgesloten (volgens de overeenkomst in de zin zoals [eiser] deze redelijkerwijs heeft moeten opvatten). Zo mocht [gedaagde] er in de visie van de rechtbank voor kiezen de negende naam uit de pot als winnaar aan te wijzen, ook als [gedaagde] eerder zou hebben gezegd dat zij van plan was de eerste naam uit de pot als winnaar aan te wijzen. In beide gevallen gaat het volgens de rechtbank om dezelfde winkans en hebben alle deelnemers gekregen waar zij recht op hadden (die winkans). De naam van [eiser] had immers ook de negende naam uit de pot kunnen zijn. Daarom gaat het volgens de rechtbank in de kern om hetzelfde spel en is [gedaagde] gebleven binnen de grenzen van haar vrijheid om de spelregels te wijzigen of nader in te vullen. Deze vrijheid spreekt hier vanzelf omdat de spelregels, zoals aanvankelijk aangekondigd, slechts op hoofdlijnen een werkwijze beschreven en dus veel ruimte lieten voor interpretatie en nadere invulling door [gedaagde] .
De derde reden is dat er geen gronden zijn voor vernietiging
4.6.
De partijbeslissing tot aanwijzing van een winnaar is volgens de rechtbank onder omstandigheden vernietigbaar (artikel 7:904 BW), maar [eiser] heeft niets naar voren gebracht over omstandigheden die in dit kader relevant kunnen zijn. Zo is niets gezegd over onregelmatigheden (zoals manipulaties om een bepaalde persoon te laten winnen) of over feiten die het spel in fundamentele opzichten veranderen (zoals het vullen van de pot met veel blanco briefjes, waardoor de kans groot is dat niemand wint).
Slot
4.7.
De conclusie is dat de rechtbank het gevorderde afwijst. [eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] B.V. worden begroot op:
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
2.428,00
(2,00 punten × € 1.214,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
5.443,00
4.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst af de vorderingen van [eiser] ,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 5.443,00, te betalen binnen veertien dagen na dit vonnis, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na dit vonnis zijn betaald, vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.S. Frakes en op 27 maart 2024 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.