ECLI:NL:RBOBR:2024:1144

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
20 maart 2024
Zaaknummer
C/01/402345 FT RK 24-162
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de afkoelingsperiode in de besloten akkoordprocedure van een B.V.

In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, uitgesproken op 15 maart 2024, is het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode in de besloten akkoordprocedure van de B.V. [X] toegewezen. De herstructureringsdeskundige had verzocht om verlenging van de afkoelingsperiode met vier maanden, tot 10 juli 2024, omdat er belangrijke vooruitgang was geboekt in de totstandkoming van het akkoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de operationele kasstroom in de komende twee jaren toereikend zou moeten zijn om de handelscrediteuren en de Belastingdienst te voldoen. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de schuldeisers bij de verlenging van de afkoelingsperiode zijn gediend, aangezien een akkoord waarschijnlijk een hogere uitkering aan schuldeisers zal opleveren dan in het geval van faillissement.

De procedure begon met de startverklaringen die op 23 oktober 2023 waren gedeponeerd. De rechtbank had eerder een afkoelingsperiode afgekondigd en de herstructureringsdeskundige had verschillende rapportages ingediend. De rechtbank concludeerde dat de herstructureringsdeskundige tijdig om verlenging had verzocht en dat er voldoende bewijs was dat belangrijke vooruitgang was geboekt. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de herstructureringsdeskundige toezicht houdt op de betaling van de lopende verplichtingen en dat de schuldenares de herstructureringsdeskundige op de hoogte houdt van nieuwe projecten.

De rechtbank heeft het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode toegewezen en het verzoek om andere maatregelen afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking

Rechtbank OOST-BRABANT

Team Toezicht, Insolventies – meervoudige kamer
afkondigen verlenging afkoelingsperiode
rekestnummer: C/01/402345 FT RK 24-162
uitspraakdatum: 15 maart 2024
beschikking op het ingekomen verzoekschrift ex artikel 376 lid 5 Faillissementswet (Fw) in de besloten akkoordprocedure van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[X] B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
hierna te noemen: schuldenares
advocaat: mr. S.A.L.L. Caris

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende processtukken:
- de startverklaringen ex artikel 370 lid 3 Fw, gedeponeerd op 23 oktober 2023;
- de beschikking van 10 november 2023, aanwijzen herstructureringsdeskundige en afkondigen afkoelingsperiode;
- de verslagen van de herstructureringsdeskundige van 7 december 2023, 9 januari 2024, 13 februari 2024 en 8 maart 2024;
- de beschikking van 4 maart 2024, vaststellen verhoogd budget herstructureringsdeskundige;
- het verzoekschrift met bijlagen van de herstructureringsdeskundige ex artikel 376 lid 5 Fw van 8 maart 2024;
- de e-mail van 11 maart 2024 van de herstructureringsdeskundige.
1.2.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.Het verzoek

2.1.
De herstructureringsdeskundige verzoekt om verlenging van de afkoelingsperiode voor een periode van vier maanden, derhalve tot 10 juli 2024.
2.2.
Er is belangrijke vooruitgang geboekt in de totstandkoming van het akkoord. Uit de aan het verzoekschrift gehechte tussenrapportage van 7 maart 2024 van [adviesbureau] komt naar voren dat de operationele kasstroom in de komende twee jaren toereikend zou moeten zijn om de handelscrediteuren en de Belastingdienst te voldoen. In het beoogde akkoord worden de handelscrediteuren en de Belastingdienst eerst voldaan, daarna worden de vorderingen van de investeerders betaald. De reële verwachting is dat de investeerders hiermee zullen instemmen. Bijna alle schuldeisers hebben hun vordering bevestigd bij de herstructureringsdeskundige. Een en ander geeft de herstructureringsdeskundige voldoende vertrouwen om in de komende periode het akkoord ter stemming voor te leggen en (zo nodig) de homologatie ervan te verzoeken. De herstructureringsdeskundige maakte een tijdschema. Volgens de huidige planning zal de herstructureringsdeskundige het homologatieverzoek eind april 2024 bij de rechtbank indienen.
2.3.
Volgens de tussenrapportage van [adviesbureau] zijn de perspectieven van de schuldeisers bij het voorgenomen akkoord veel beter dan in geval van faillissement.
2.4.
De meeste in het akkoord te betrekken schuldeisers stellen zich vooralsnog welwillend op. Na het verstrijken van de bij beschikking van 10 november 2023 afgekondigde afkoelingsperiode, kan – behoudens bijzondere omstandigheden – waarschijnlijk niet met succes een nieuwe afkoelingsperiode worden verzocht. Uit de reactie van één van de schuldeisers blijkt dat het tijdstip waarop de afkoelingsperiode eindigt, nauwlettend in de gaten wordt gehouden. Het is van belang dat schuldeisers niet de mogelijkheid krijgen om alsnog een sterkere positie in te nemen door beslag op goederen van schuldenares te leggen of haar faillissement aan te vragen. Daarom is verlenging van de afkoelingsperiode nodig.
2.5.
De herstructureringsdeskundige houdt toezicht op de betaling van de lopende verplichtingen en hij rapporteert daar maandelijks over aan de rechtbank.
2.6.
Schuldenares houdt de herstructureringsdeskundige op de hoogte van nieuwe projecten. Er is inmiddels een aantal projecten afgerond. Een bestaand project is uitgebreid, de startdatum van een project is vervroegd en er zijn nieuwe opdrachten. De vooruitzichten lijken inmiddels gunstiger dan in oktober 2023.
2.7.
Schuldenares stemt in met het verzoek om verlenging van de afkoelingsperiode en heeft laten weten geen zienswijze te zullen indienen. Belanghebbende [Y] B.V. heeft laten weten geen zienswijze te zullen indienen; Zij berichtte bij e-mail bericht van 8 maart 2024 aan de herstructureringsdeskundige:
‘Wij gaan akkoord en zullen geen zienswijze indienen.’De (voormalige) belanghebbende [Z] B.V. heeft haar (geschorste) verzoek tot faillietverklaring van schuldenares ingetrokken, aldus steeds de herstructureringsdeskundige.

3.Het standpunt van belanghebbenden

3.1.
Schuldenares en de belanghebbenden hebben de herstructureringsdeskundige bericht dat zij instemmen met het verzoek om verlenging van de afkoelingsperiode, althans geen zienswijze zullen indienen.

4.De beoordeling

Rechtsmacht en bevoegdheid
4.1.
Nu de rechtbank zich in het kader van deze akkoordprocedure buiten faillissement eerder (relatief) bevoegd heeft verklaard, is zij gelet op artikel 369 lid 8 Fw eveneens bevoegd kennis te nemen van het/de voorliggende verzoek(en).
Verlenging afkoelingsperiode
4.2.
De herstructureringsdeskundige heeft tijdig, dat wil zeggen vóórdat de lopende afkoelingsperiode was verstreken, om verlenging van de afkoelingsperiode verzocht. De herstructureringsdeskundige is dan ook ontvankelijk in zijn verzoek.
4.3.
Ingevolge artikel 376 lid 5 Fw dient de rechtbank thans te beoordelen of aannemelijk is gemaakt dat belangrijke vooruitgang is geboekt bij de totstandkoming van het akkoord. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de herstructureringsdeskundige dit voldoende aannemelijk gemaakt, gelet op de tussenrapportage van 7 maart 2024 van [adviesbureau] , de omstandigheid dat de inventarisatie van de in het akkoord te betrekken schulden bijna is afgerond, het overleg met de investeerders en het opgestelde tijdschema.
4.4.
De rechtbank is verder van oordeel dat is voldaan aan de vereisten van artikel 376 lid 4 Fw. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
4.5.
Uit de hiervoor onder 2.4. opgenomen stellingen van de herstructureringsdeskundige blijkt naar het oordeel van de rechtbank summierlijk dat verlenging van de afkoelingsperiode noodzakelijk is om de door schuldenares gedreven onderneming tijdens de voorbereiding van en de onderhandelingen over een akkoord te kunnen blijven voortzetten.
4.6.
Ook is summierlijk gebleken dat redelijkerwijs valt aan te nemen dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers van schuldenares bij (verlenging van) de afkoelingsperiode zijn gediend. Uit de onderbouwde stellingen van de herstructureringsdeskundige volgt dat – indien de herstructurering slaagt – er een hogere uitkering aan schuldeisers zal volgen dan ingeval van een faillissement dat zonder totstandkoming van een akkoord waarschijnlijk onafwendbaar zal zijn.
4.7.
Verder valt redelijkerwijs aan te nemen dat de schuldeisers niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad. De herstructureringsdeskundige heeft verklaard en onderbouwd dat schuldenares haar lopende verplichtingen kan voldoen gedurende de periode van de verzochte verlenging. De rechtbank heeft er nota van genomen dat de herstructureringsdeskundige de maandelijkse rapportage zal voortzetten. Zodra niet meer aan de lopende verplichtingen kan worden voldaan of anderszins duidelijk wordt dat het niet mogelijk is een akkoord tot stand te brengen, dient de herstructureringsdeskundige de rechtbank hiervan onverwijld op de hoogte te stellen en om de intrekking van zijn aanwijzing te verzoeken.
4.8.
De rechtbank zal het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode toewijzen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek ex artikel 376 lid 5 Fw tot verlenging van de afkoelingsperiode tot 10 juli 2024 toe;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.A.M. de Bruijn, voorzitter, mr. J.H. Steverink en mr. G. Konings, rechters, en in aanwezigheid van mr. J.B. Biezen, griffier, in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2024.
De griffier is buiten staat deze
beschikking mede te ondertekenen