In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, uitgesproken op 15 maart 2024, is het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode in de besloten akkoordprocedure van de B.V. [X] toegewezen. De herstructureringsdeskundige had verzocht om verlenging van de afkoelingsperiode met vier maanden, tot 10 juli 2024, omdat er belangrijke vooruitgang was geboekt in de totstandkoming van het akkoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de operationele kasstroom in de komende twee jaren toereikend zou moeten zijn om de handelscrediteuren en de Belastingdienst te voldoen. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de schuldeisers bij de verlenging van de afkoelingsperiode zijn gediend, aangezien een akkoord waarschijnlijk een hogere uitkering aan schuldeisers zal opleveren dan in het geval van faillissement.
De procedure begon met de startverklaringen die op 23 oktober 2023 waren gedeponeerd. De rechtbank had eerder een afkoelingsperiode afgekondigd en de herstructureringsdeskundige had verschillende rapportages ingediend. De rechtbank concludeerde dat de herstructureringsdeskundige tijdig om verlenging had verzocht en dat er voldoende bewijs was dat belangrijke vooruitgang was geboekt. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de herstructureringsdeskundige toezicht houdt op de betaling van de lopende verplichtingen en dat de schuldenares de herstructureringsdeskundige op de hoogte houdt van nieuwe projecten.
De rechtbank heeft het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode toegewezen en het verzoek om andere maatregelen afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.