Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
GEMEENTE HEUSDEN,
1.Samenvatting
2.De procedure
- het mondeling antwoord van [gedaagde] ,
- de brief van de griffier waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak vordert de gemeente Heusden de ontbinding van een pachtovereenkomst met [gedaagde], die een perceel van de gemeente verpacht heeft gekregen. De gemeente stelt dat [gedaagde] het perceel niet meer gebruikt voor bedrijfsmatige landbouw, wat een vereiste is volgens de pachtwetgeving. De pachtkamer heeft de vordering van de gemeente toegewezen en de pachtovereenkomst ontbonden. De gemeente heeft in 2021 Bureau [A] ingeschakeld om de situatie te controleren, waaruit bleek dat [gedaagde] zijn hoofdfunctie buiten de landbouw heeft en geen agrarische onderneming exploiteert. Ondanks verzoeken om informatie heeft [gedaagde] niet voldoende bewijs geleverd van zijn activiteiten als landbouwondernemer. De pachtkamer oordeelt dat [gedaagde] tekortschiet in zijn verplichtingen en dat de ontbinding van de pachtovereenkomst gerechtvaardigd is. De ontbinding gaat in per 1 juni 2024, en [gedaagde] moet het perceel ontruimen. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van de gemeente, die zijn vastgesteld op € 655,14, vermeerderd met wettelijke rente.