Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 23 november 2023,
- het e-mailbericht van 5 januari 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze civiele zaak heeft eiseres, H.O.D.N. [bedrijfsnaam eiseres], een vordering ingesteld tegen gedaagde, wonend in [woonplaats], met als doel gedaagde te veroordelen tot betaling van een factuur van € 501,92, vermeerderd met rente en kosten. Eiseres stelt dat zij werkzaamheden aan de auto van gedaagde heeft uitgevoerd, waarvoor een factuur is verzonden. Gedaagde heeft de factuur echter onbetaald gelaten en betwist de vordering. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 februari 2024 was gedaagde niet aanwezig, maar had hij wel een e-mail gestuurd waarin hij zijn afwezigheid verklaarde en zijn conclusie van antwoord bijvoegde.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres haar stellingen voldoende heeft onderbouwd met bewijsstukken, waaronder een werkkaart en een keuringsrapport. De kantonrechter heeft ook de verklaring van de monteur, [A], in overweging genomen, die bevestigde dat hij de werkzaamheden aan de auto van gedaagde heeft uitgevoerd en dat gedaagde nooit heeft betaald. Gedaagde heeft zijn verweer niet onderbouwd en heeft geen bewijs geleverd voor zijn stellingen dat hij de werkzaamheden niet heeft besteld.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde de factuur moet betalen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De totale vordering van eiseres is toegewezen, en gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 21 maart 2024 door mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden.