Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
1.
hij, op of omstreeks 19 november 2023, te Haps, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans in Nederland, in een loods en/of woning gelegen op het perceel aan de [adres] te Haps, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of aanwezig heeft gehad, (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende 3-CMC en/of amfetamine, zijnde 3-CMC en/of amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
De formele voorvragen.
De bewijsvraag.
De bewezenverklaring.
1.
op 19 november 2023 te Haps, op het perceel aan de [adres] , opzettelijk heeft bereid en bewerkt en vervaardigd en aanwezig heeft gehad hoeveelheden van een materiaal bevattende 3-CMC, zijnde 3-CMC een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van de verdachte.
Oplegging van straf.
De motivering met betrekking tot het beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
De uitspraak.
straf:
* een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden;
bijkomende straf:
* verbeurdverklaring van de volgende in beslag genomen goederen
maatregel: