ECLI:NL:RBOBR:2023:6433

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
17 juni 2024
Zaaknummer
C/01/337086 / HA ZA 18-523 en C/01/343438 / HA ZA 19-144
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak in civiele procedure met deskundigenonderzoek

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, is op 1 februari 2023 een tussenuitspraak gedaan in de zaken met de zaaknummers C/01/337086 / HA ZA 18-523 en C/01/343438 / HA ZA 19-144. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis van 16 november 2022 een deskundige, prof. Ingrid Vervuert van de Universiteit Leipzig, benoemd om een verkennend onderzoek uit te voeren. Dit onderzoek is gericht op het begroten van de kosten voor een inhoudelijk onderzoek. Prof. Vervuert heeft aangegeven dat zij bereid is om als deskundige op te treden, maar dat zij zonder het dossier geen inschatting van de kosten kan maken.

De rechtbank heeft partijen verplicht om mee te werken aan het verkennend onderzoek en hen erop gewezen dat het niet voldoen aan deze verplichting gevolgen kan hebben. De deskundige moet binnen zes weken na ontvangst van het procesdossier een verkennend rapport opstellen, waarin zij de kosten voor het inhoudelijk onderzoek begroot. Partijen zijn verplicht om de deskundige de benodigde informatie te verstrekken en moeten ook hun standpunt over de kosten binnen twee weken na ontvangst van het rapport aan de rechtbank kenbaar maken. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan in zowel de hoofdzaak als de vrijwaringszaak, totdat het verkennend onderzoek is afgerond.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 1 februari 2023
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/01/337086 / HA ZA 18-523 van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] (gemeente [gemeente] ),
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] (gemeente [gemeente] ),
eisers,
advocaat mr. A.Ch.H. Franken te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] , [land] ,
gedaagde,
advocaat mr. D.K. Baas te Arnhem,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/01/343438 / HA ZA 19-144 van
[eiser in vrijwaring],
wonende te [woonplaats] , [land] ,
eiser,
advocaat mr. D.K. Baas te Arnhem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde in vrijwaring],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.S. de Kort-de Wolde te Arnhem.
Partijen zullen hierna [eisers in de hoofdzaak] (in vrouwelijk enkelvoud), [gedaagde in de hoofdzaak/eiser in vrijwaring] en [gedaagde in vrijwaring] genoemd worden.

1.De procedures

1.1.
Het verloop van de procedure in de hoofdzaak blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 16 november 2022,
  • de e-mail van prof. Ingrid Vervuert van 5 januari 2023,
  • de akte zijdens [gedaagde in de hoofdzaak/eiser in vrijwaring] van 14 september 2022.
1.2.
Het verloop van de procedure in vrijwaring blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 november 2022.
1.3.
Ten slotte is in beide zaken vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in de hoofdzaak

2.1.
In het tussenvonnis van 16 november 2022 heeft de rechtbank een onderzoek door een deskundige bevolen. Daarbij heeft de rechtbank overwogen dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de te benoemen deskundige, te weten prof. Ingrid Vervuert, verbonden aan Universiteit Leipzig.
2.2.
De rechtbank heeft prof. Vervuert gevraagd of zij bereid en in staat is om in deze procedure als deskundige op te treden. Zij heeft zich per e-mail van 5 januari 2023 bereid verklaart om een deskundigenrapportage op te stellen, maar zij heeft daarbij aangegeven dat zij zonder het dossier geen inschatting van de kosten kan maken.
2.3.
De rechtbank zal overgaan tot benoeming van prof. Vervuert.
2.4.
De benoeming van voornoemde deskundige heeft vooralsnog alléén betrekking op het verrichten van een
verkennend onderzoekmet betrekking tot de kostenbegroting van de deskundige. In het kader daarvan zal de deskundige worden verzocht om antwoord te geven op de volgende voorvraag:
Kunt u begroten wat de kosten zullen zijn van het inhoudelijk onderzoek?
2.5.
Op basis van de uitkomsten van het verkennend onderzoek zal worden beoordeeld of al dan niet zal worden gekomen tot benoeming van de deskundige voor een
inhoudelijk onderzoek. Bij dat onderzoek zal de deskundige worden verzocht om antwoord te geven op de in het tussenvonnis van 16 november 2022 genoemde onderzoeksvragen.
2.6.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het verkennend onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.7.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
in de vrijwaringszaak
2.8.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing in de vrijwaring aan.

3.De beslissing

De rechtbank
in de hoofdzaak
3.1.
beveelt een verkennend onderzoek door een deskundige voor de hiervoor onder 3.4. genoemde deskundige ter beantwoording van de volgende vraag:
-
Kunt u begroten wat de kosten zullen zijn van het inhoudelijk onderzoek?
3.2.
benoemt tot deskundige:
Prof. Ingrid Vervuert,
correspondentieadres: An den Tierkliniken 9, 04103 Leipzig (Duitsland),
telefoon: +49 341 97-38372,
e-mailadres: ingrid.vervuert@vetmed.uni-leipzig.de,
het verkennend onderzoek
3.3.
bepaalt dat [eisers in de hoofdzaak]
binnen zes wekenna een verzoek van de deskundige een afschrift van haar volledige procesdossier, rekening houdend met hetgeen is overwogen in het tussenvonnis van 16 november 2022 in rov. 2.5., aan de deskundige moet opsturen,
3.4.
wijst de deskundige erop dat de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of op te vragen bij de griffie),
3.5.
bepaalt dat partijen:
  • nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige moeten verstrekken indien deze daarom verzoekt. Partijen moeten de eventueel aan de deskundige te verschaffen gegevens ook in afschrift aan elkaar toesturen;
  • de deskundige gelegenheid moeten geven tot het verrichten van het onderzoek,
het verkennend rapport
3.6.
draagt de deskundige op om
uiterlijk twee weken na ontvangst van het procesdossiereen schriftelijk en ondertekend verkennend rapport in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren,
3.7.
wijst de deskundige erop dat:
  • partijen de gelegenheid krijgen binnen twee weken opmerkingen te maken over het verkennend rapport,
  • de rechtbank vervolgens een beslissing zal nemen over de benoeming van de deskundige tot het verrichten van het inhoudelijk onderzoek,
het vervolg
3.8.
verzoekt partijen om
binnen twee wekenna ontvangst van het
verkennend rapportschriftelijk aan de rechtbank te laten weten wat hun standpunt is aangaande de kosten die de deskundige heeft begroot voor het inhoudelijk onderzoek,
3.9.
houdt iedere verdere beslissing aan,
in de zaak in vrijwaring
3.10.
houdt de beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Bartels, mr. I.L.P. Crombeen en mr. K.A. Maarschalkerweerd en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2023.