Op 14 september 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van verzoekster, die zich niet ontvankelijk verklaard zag in haar verzoek. Het verzoek tot wraking was ingediend tegen mr. J.L.M. Dohmen, rechter in een aantal bestuursrechtelijke zaken. Verzoekster had haar wrakingsverzoek ingediend op 31 juli 2023, meer dan een maand na de regiezitting op 26 juni 2023, waar zij vond dat de rechter haar onder druk had gezet en niet onpartijdig was. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek te laat was ingediend, waardoor verzoekster niet kon worden ontvangen in haar verzoek. De wrakingskamer benadrukte dat een wrakingsverzoek tijdig moet worden ingediend zodra de omstandigheden die aanleiding geven tot de wraking bekend zijn. Verzoekster had niet voldoende concrete feiten en omstandigheden aangedragen om haar claim van partijdigheid te onderbouwen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid konden rechtvaardigen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.