ECLI:NL:RBOBR:2023:6393
Rechtbank Oost-Brabant
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking verzoek na einduitspraak in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. J.L.M. Dohmen, rechter bij de Rechtbank Oost-Brabant, na een einduitspraak in zijn bestuursrechtelijke zaken. Verzoeker had beroep ingesteld tegen beslissingen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught, met betrekking tot aanvragen in het kader van de Wmo en bijzondere bijstand. De mondelinge behandeling vond plaats op 6 juli 2023, waarna de rechter op dezelfde dag uitspraak deed. Het proces-verbaal van deze uitspraak werd op 14 juli 2023 naar verzoeker gestuurd. Verzoeker diende zijn wrakingsverzoek op 18 juli 2023 in, omdat hij meende dat de rechter contact had moeten opnemen met zijn psychiater voordat hij tot een uitspraak kwam. De rechter reageerde op het wrakingsverzoek door te benadrukken dat hij al uitspraak had gedaan en dat verzoeker hiervan op de hoogte was.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat het wrakingsverzoek is ingediend nadat de rechter in de hoofdzaak een einduitspraak had gedaan. De wet staat geen wraking toe na een einduitspraak. De wrakingskamer heeft besloten het verzoek zonder behandeling ter zitting af te doen, omdat het kennelijk niet-ontvankelijk was. De beslissing werd op 28 juli 2023 openbaar uitgesproken door de wrakingskamer, bestaande uit mr. J.O.Y. Elagab als voorzitter en mr. N. Flikkenschild en mr. F. Kooijman als leden, in aanwezigheid van griffier mr. M.E.A. Schokker-Stadhouders. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.