ECLI:NL:RBOBR:2023:6389

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
C/01/397742 / EX RK 23-149
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot voorlopig deskundigenbericht inzake gebreken bij verbouwing garage tot woning

In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 12 december 2023 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht. Verzoekers, die een verbouwing van een garage tot woning hebben laten uitvoeren door verweerder, hebben gebreken geconstateerd in de uitvoering van de werkzaamheden. De verbouwing, die begon in mei 2020, werd uitgevoerd op basis van een begroting van € 269.500,00. Verzoekers hebben de aanneemsom grotendeels voldaan, maar een deel van de laatste factuur is opgeschort vanwege de geconstateerde gebreken. Ondanks herhaalde verzoeken om herstel, heeft verweerder niet naar tevredenheid gereageerd, wat heeft geleid tot een verzoek om een contra-expertise.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn om het verzoek af te wijzen en heeft besloten een deskundige aan te wijzen om de gebreken te onderzoeken. De deskundige zal vragen beantwoorden over de uitvoering van de verbouwing, de gebreken, de oorzaken daarvan, en de kosten van herstel. De rechtbank heeft ook bepaald dat verzoekers het voorschot op de kosten van de deskundige moeten betalen en dat partijen verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek. De deskundige zal een rapport opstellen en partijen de gelegenheid geven om opmerkingen te maken op het concept-rapport. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan totdat het onderzoek is afgerond.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rekestnummer: C/01/397742 / EX RK 23-149
Beschikking van 12 december 2023
in de zaak van

1.[verzoeker 1]

2.
[verzoeker 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
verzoekers,
advocaat: mr. K.A.M.J. Horsch te Roermond,
en
[verweerder]
h.o.d.n. [handelsnaam verweerder],
wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
advocaat: mr. R.M. Poublon te ‘s-Hertogenbosch.
Partijen worden hierna “ [verzoekers] ” (in vrouwelijk enkelvoud) en “ [verweerder] ” genoemd.

1.De procedure

1.1.
De procedure blijkt uit het volgende:
- het verzoekschrift met 17 producties, ter griffie ingekomen op 17 oktober 2023;
- de brief van (de advocaat van) [verweerder] , toegezonden per e-mail van 31 oktober 2023, waarin hij de rechtbank bericht dat er geen bezwaar bestaat tegen een voorlopig deskundigenbericht.
1.2.
Vervolgens is er een datum voor beschikking bepaald.

2.Het verzoek

2.1.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen. [verzoekers] legt daaraan, zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag.
2.2.
[verzoekers] heeft aan [verweerder] opdracht gegeven om een dubbele garage, gelegen te [plaats] aan de [adres] , te verbouwen tot woning, conform de ondergetekende begroting van 16 mei 2020, tegen een aanneemsom van € 269.500,00 inclusief btw. De woning is ontworpen door [A] B.V. te [plaats] . Deze architect heeft ook de bouwkundige tekeningen vervaardigd, waaronder een bestektekening, plattegronden en detailtekeningen. De constructieberekeningen en constructietekeningen zijn vervaardigd door [B] te [plaats] .
2.3.
Eind mei 2020 zijn de werkzaamheden gestart met het slopen van de garage en het uitgraven van de bouwput. Op 1 februari 2021 heeft [verzoekers] de woning betrokken. [verzoekers] heeft de aanneemsom grotendeels voldaan, maar de betaling van een deel van de laatste factuur opgeschort.
2.4.
Zowel tijdens de uitvoering als tijdens de bewoning heeft [verzoekers] gebreken aan de uitgevoerde werkzaamheden vastgesteld. Zij heeft deze gebreken diverse malen bij [verweerder] onder de aandacht gebracht en hem verzocht om tot herstel over te gaan. In haar e-mail van 18 juni 2021 heeft [verzoekers] 34 punten/klachten genoemd. Tussen partijen is over en weer diverse malen gecorrespondeerd.
2.5.
Op 7 september 2022 heeft Top Expertise B.V. onderzoek gedaan naar de gebreken waar [verzoekers] op dat moment kennis van droeg (rapport d.d. 1 november 2022, bijlage 10 bij het verzoekschrift). Later bleken er ook nog andere gebreken te zijn. [verweerder] heeft herstelwerkzaamheden uitgevoerd, maar niet tot tevredenheid van [verzoekers] . Vervolgens is er weer veelvuldig tussen partijen gecorrespondeerd, maar het is niet gelukt om in onderling overleg tot een oplossing te komen.
2.6.
[verweerder] heeft niet geleverd wat partijen hebben afgesproken: hij is zonder overleg of gegronde reden afgeweken van de overeenkomst en heeft op verschillende punten de wensen van [verzoekers] genegeerd, waardoor [verzoekers] schade heeft geleden. Het gaat onder andere om het voegwerk, de stalen balk boven het hoekraam en het ventilatiesysteem. Omdat er discussie blijft bestaan over het herstel, heeft [verzoekers] besloten om een contra-expertise te laten uitvoeren.
2.7.
[verweerder] heeft tegen het verzoek geen verweer gevoerd.

3.De beoordeling

3.1.
Vooropgesteld wordt dat bij de beoordeling van een verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht de rechtbank geen discretionaire bevoegdheid toekomt. Een verzoek tot het houden van een deskundigenbericht is in beginsel toewijsbaar, mits het verzoek ter zake dienend en voldoende concreet is, en feiten betreft die met het deskundigenbericht bewezen kunnen worden (artikel 187 lid 3 Rv). Een verzoek dat aan deze eisen voldoet, kan vervolgens alleen nog in de navolgende gevallen worden afgewezen:
ls verzoeker misbruik van procesrecht maakt door het verzoek doen (art. 3:13 BW),
als het verzoek strijdig is met een goede procesorde, en/of
als het verzoek afstuit op een ander, door de rechter zwaarwichtig geoordeeld bezwaar.
Ten slotte bestaat geen bevoegdheid tot het verzoeken van een voorlopig getuigenverhoor als d) verzoeker bij toewijzing daarvan onvoldoende belang heeft (art. 3:303 BW).
3.2.
Niet gesteld of gebleken is dat één van de hiervoor genoemde uitzonderingen zich in dit geval voordoet. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen en een onderzoek gelasten door een deskundige.
3.3.
De rechtbank zal bij afzonderlijke beschikking een deskundige aanwijzen. De rechtbank zal daarbij, zoals is verzocht, op zoek gaan naar een deskundige die deskundig is op het gebied van bouwkunde. Aan deze deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.
3.4.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de verzoekende partij moet worden gedeponeerd. Dit voorschot zal daarom door verzoekers moeten worden betaald.
3.5.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
3.6.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
3.7.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
Heeft [verweerder] de verbouwing van de garage tot woning uitgevoerd conform de ondertekende begroting van 16 mei 2020? Zo nee: welke gebreken treft u aan?
Wat is de oorzaak van deze gebreken?
Op welke wijze dienen deze gebreken verholpen te worden?
Welke kosten zijn met dit herstel gemoeid?
Heeft u verder nog opmerkingen over deze gebreken die u voor de zaak van belang acht?
Welke posten aan minderwerk zijn volgens u thans aanwezig?
Welke bedragen (per minderwerkpost) zijn hieraan toe te kennen?
Heeft u verder nog opmerkingen over dit minderwerk die u voor de zaak van belang acht?
Welke posten aan meerwerk zijn volgens u thans aanwezig?
4.2.
bepaalt dat de deskundige bij afzonderlijke beschikking zal worden benoemd,
het voorschot
4.3.
bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot op de kosten van de deskundige het volgende:
  • de deskundige dient
  • de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen
  • partijen kunnen desgewenst
  • indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag
  • indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
4.4.
bepaalt dat verzoekers het voorschot dienen over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
4.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
4.6.
bepaalt dat verzoekers hun procesdossier in afschrift aan de deskundige dienen te doen toekomen,
4.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
4.8.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
4.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
4.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk
binnen een in een nadere beschikking te noemen termijnna het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
4.11.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
4.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
4.13.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.L.P. Crombeen en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2023.